maandag 31 december 2012

We don't need no education

Roger Waters besluit, omdat zijn vrouw dat zegt, opnieuw een Tour te doen, en wel over The Wall. Alleen moet het wat minder koude oorlog worden, zegt hij, en wat minder Pink Floyd. Het moet wat meer fundamenteel filosofisch worden.

Het ging destijds (1979) eigenlijk niet over de leraar. De leraren zeiden destijds tegen hem: hou je mond! Was hij leraar geweest, dan had hij tegen een puberleerling gezegd: kom, laten we er eens over praten. Dat vindt Waters erg belangrijk.

Kinderen zeggen wel dat ze geen behoefte hebben aan onderwijs, maar het is beter voor hen als ze dat wel krijgen, dat is kort gezegd de visie van Waters. Zijn opvoeding: een groot spektakel, publiek dat ademloos toekijkt, en zelf doorstomen naar de toptien van veelverdieners.

Ja, we kunnen er wel cynisch over doen, maar het leert ons zeker iets over onderwijs. Het is de fascinatie waarin de instemming in Schwebe wordt gehouden. Gesprek, genot, intimidatie, consumptie, alles wordt dichtgesmeerd doordat het wordt opengehouden, en opengehouden doordat het wordt dichtgesmeerd.

Waters: 'Het was in 1979 de eerste keer dat ik een tekst schreef waarin bakstenen iets helemaal afsloten. Daarna zou ik dat nog een aantal malen doen.'


maandag 24 december 2012

Nero en Seneca

Het ging er maar moeilijk in mij bij, die these van Anton van Hooff dat Nero's ontsporing eraan te danken is dat zijn leraar Seneca steeds minder vat op hem had.

Daartegen spreekt allereerst Seneca's filosofie, met de fatale koppeling tussen fatum en ratio. Als de ontsporing begint kan Seneca dit alleen maar verwelkomen.

Daarnaast was er al sprake van belangenverstrengeling. Seneca had al rationele verantwoording afgelegd over de kloof tussen soberheidsideaal en het gegeven dat hij de rijkste man op aarde was. Bovendien moest hij de misstappen van de keizer afdekken met retorica. Beide gegevens maakten hem vatbaarder voor de verantwoordelijkheden die zijn positie met zich meebracht.

Een derde reden is de rationaliteit van Nero's machtspolitiek. Om zijn macht te handhaven moest hij het fatum accepteren en rationele stappen ondernemen. Daarbij kwam de training van Seneca hem goed van pas.

En dan hebben we nog het gegeven dat Seneca's opvoeding zich niet uitstrekte over de filosofie. Daarin stuitte hij op een verbod van Agrippina. De filosoof kon zich zodoende alleen maar redden door zich van het begin af aan los van Nero te ontwikkelen.

En dan hebben we nog de dichter Seneca. Die had een grote invloed op de artistieke dromen van Nero.

Is het nodig om door te gaan? Het probleem ligt inmiddels, wat mij betreft, andersom. Waarom volhart Van Hooff in zijn oppervlakkige benadering? Omdat hij de betrekkelijkheid ervan doorziet maar een gebaar wil maken waarmee hij onze aandacht vasthoudt? Omdat hij humanisme en wreedheid op symbolisch niveau wil onderscheiden?

My guess: hij sluit zich af voor diepere gedachten omdat die het ritme van de vertelling storen. De vertelling van de verteller, dat was bij Petronius de daad waarmee hij à la Scheherazade zijn eigen bestaan in de buurt van Nero veilig dacht te stellen. In die zin zijn wij allen Scheherazades. We zoeken de nabijheid van de spannende dood en duwen hem tegelijk weg, vervuld van leven, ons leven, onszelf.


zondag 23 december 2012

Uitleg van Blackburns Politeia

De blog lijkt heel kritisch. Maar vergeet niet dat het een 'prijzing' is. Het is dus de bedoeling om in het boek naar boven te halen wat ik het beste ervan vind, waarom ik vind dat het boek moet worden gelezen en geprezen.

De sleutel vond ik in de verwijzing naar het beroemde Whitehead-citaat, dat de Europese filosofie niets meer is dan een serie voetnoten bij Plato. Whitehead is de filosoof die vooral bekend staat om zijn 'procesfilosofie', de aanname dat de realiteit bestaat uit 'actuele entiteiten' die voortdurend in wording zijn. Je zou zeggen dat dat toch weinig met Plato te maken heeft. Die wilde toch vanuit het voorbijgaande terug naar de vaststaande ideeën? Maar Whitehead zelf dacht daar blijkbaar anders over, en Blackburn volgt hem daarin.

Het lijkt er wel op dat Plato niet echt van harte gelezen wordt. De belangrijkste reden om hem te lezen is dat hij kennelijk onvermijdelijk is. In die zin worden wij, zeg ik dan, voor het gerecht gedaagd, wordt ons door Plato een proces aangedaan. Blackburn zelf vindt dat ook overtuigend. Als je zelf meer een Aristoteles-type bent, maar er toch achter komt dat je Plato niet kunt negeren, dan zegt dat iets over de kracht van die filosofie, of toch minstens van zijn teksten. In Blackburns behandeling herkennen we vervolgens enkele bekende patronen, zoals de idee dat filosofie vooral belangrijk is vanwege de vragen die worden opgeworpen, en minder vanwege de antwoorden.

In mijn blog doe ik een poging nog een stap verder te zetten, en het procesdenken zelf onder vuur te nemen vanuit de ideeënleer van Plato. Hoe kun je nu een proces evalueren, hoe kun je het bestaan ervan testen en de omtrekken ervan zien? Vanuit het proces zelf is dat onmogelijk. Maar als alle processen, zoals Whitehead zelf zegt, onderling verbonden zijn, dan ontbreekt het punt van waaruit je de processen zelf kunt beoordelen. Daarom zul je altijd bij zoiets als metafysica uitkomen voorzover je wetenschappelijke pretenties met je filosofie hebt. En kom je dus in de buurt van Plato's ideeën. Die blijven zich steeds weer opdringen.

Okee, zo'n ideeënleer is onhoudbaar, alleen al vanwege het onacceptabele dualisme dat ze impliceert. Maar de procesfilosofie is al even onhoudbaar. Je blijft dus heen en weer geketst worden tussen beide aannames, van processen aan de ene kant en externe kriteria aan de andere kant. Maar precies dat is voldoende reden om Plato te blijven herlezen. En toegepast op het onderwerp van Politeia: Of de ideale staat nu bestaat of niet, zelfs of hij kan bestaan of niet, is een type vraag dat je nodig hebt om politiek in zijn algemeenheid te kunnen doordenken en beoordelen.

Dat sluit aan bij de tendens van pakweg de voorbije halve eeuw om Plato niet meer te zien als representant van een ideeënleer, maar als schrijver, denker, gesprekspartner.

Is Blackburn daarmee toch niet stiekem bekritiseerd? Nee. Ik prijs hem omdat hij Plato leest, tegen zijn neiging in. Hij geeft daarmee blijk van de deugd van zelfbeheersing. Dat is nu volgens Plato in Politeia precies de belangrijkste politieke deugd.



dinsdag 11 december 2012

Versneld zwartwit

Een driehoek is te gecompliceerd en te traag. Vandaar de neiging om combines te vormen en zodoende het gevoel te hebben met een meerderheid de eenzame vijand te verslaan. Wat natuurlijk voortkomt uit de ervaring dat jij eerst die eenzaamling was die zich tegenover de twee geplaatst zag.

Zo kun je de Nederlandse politiek in een keer begrijpen. Waarom heeft Wilders de verongelijkte losers van links nodig? Omdat hij zich geplaatst ziet tegenover de Haagse midden-elite. Waarom heeft Pechtold de gepolariseerde grotere, en later de kleinere, nodig? Omdat hij in de machtsvorming slechts kan opereren door de driehoek te vervangen door een simpel oppositiemodel. Enzovoorts.

Ook de Anti-Oedipous van Deleuze-Guattari wordt zo ineens duidelijk. Zij keerden zich tegen de oedipale driehoek omdat de simpele oppositie in een keer een verkieslijk model leek: vanwege de waarheid van de schijn, vanwege de mogelijkheid van horizontale vertakkingen (Rhizoom), vanwege de eis een nee te laten horen dat een ja was.

Het wordt nu in een keer mogelijk om twee kanten op te gaan. Vanuit dat zwartwitdenken kun je de monistische yingyangvariant met terugwerkende kracht omarmen. Je kunt denken aan broederschap, oorlog en vrede, verzoening en eeuwige heropening.

Ook kun je vanuit die tweeheid weer terug naar de combine die hem schraagt. Maar nu gebruik je de combines om snelheid te genereren. De tweeheid genereert de arbiter, spel en arbiter genereren de ernst van het spel enzovoort. Dialectiek zo men wil, de opgevoerde race naar het einde.





woensdag 7 november 2012

Afslag

Een vriend schreef een stuk waarin hij het bekende gevoel van onbehagen toepaste op de vermarkting van het hoger onderwijs.
Het onbehagen heeft geleid tot een wij dat zijn grenzen strakker om zich trekt om te overleven. Dat heeft tot vervelend bijeffect dat een hoop anderen worden buitengesloten.

Als ze al meekunnen mogen ze niet meer zomaar uit de ruif eten. Tweede en derde geldstromen moeten worden aangeboord. En omdat de mens nu eenmaal een ondernemer is moet de werknemer zelf dat geld gaan zoeken.

De bron zou - naar Schinkels -  sociale hypochondrie zijn. Hypochondrie is een vorm van anti-immuniteit. Je ziet overal bedreigingen opduiken en in je overlevingsdrang reageer je op een manier die niet in het belang is van je voortbestaan.

In deze strategie zit een soort 'apokoptische' drive. Je slaat je penis eraf om te voorkomen dat iemand anders hem eraf slaat. Omdat de gemeenschap wordt bedreigd deel je hem op in individuen die elkaar buitensluiten en bevechten.

Goed mogelijk dat deze strategie mede aan de basis ligt van de subjectiviteit. De onderwerping wordt als effect van een ik gezien om hem alsnog op te heffen of te verzachten.

De vermarkting van het hoger onderwijs kunnen we zodoende beginnen te lezen als een hoogst verhelderend gebeuren waarin we het nodige kunnen leren over de genese van subjectiviteit.





zondag 4 november 2012

Kritisch punt

Langzaam kom ik op een punt dat de hele onderneming tezeer een onderneming wordt. Er sluipt iets in van dwang. Ik moet de beperkingen accepteren die met het format gegeven zijn: het gebrek aan overzicht met name. 'Inhoudsopgave'.

Nu ik dit punt nader duiken diverse overwegingen op. Zo is de link met de actualiteit een punt van zorg. Stukjes schrijven die over iets gaan leidt tot overgewicht.

Het orakelkarakter geeft ruimte, maar kan intimiderend werken. Het lijkt me ondoenlijk een verhouding te hebben met deze stukjes. Als schrijver al, laat staan als lezer.

Aangenomen dat het schrijven blijft voortkomen uit een drang, neem ik aan dat het zal doorgaan. De zorg betreft dus niet het of, wel het hoe. En hoeveel gewicht met die drang gepaard moet gaan.

zaterdag 27 oktober 2012

Uitbouw

Wat ik in deze blogs doe vraagt om uitleg.
Er lijkt al enige tijd zoiets gaande te zijn als uitbouw.
Dat wijst op een molshoop, een labyrint of een imperium.

Het lijkt me leuk om te denken aan metrogangen, correspondances of connectoren waardoor je steeds een ruimte uit kunt, een andere betreedt en zo maar door.

Echter, het overzicht ontbreekt.

Welnu, dat ontbreekt mijzelf ook. Ik zou het fijn vinden een overzicht te maken van alle blogs en van alle inhoud. Maar www.blogspot.com vangt alles onder jaartallen en maanden. Dat kun je in de instellingen niet veranderen. Daardoor lijken al deze blogs gewoon blogs.

Maar wat zegt een datum überhaupt over data? Over gegevens, inhoud?

Kunnen we ooit op andere wijze een oplossing voor iets zoeken dan gaandeweg, dus van binnenuit?

Ziedaar de verlegenheid waarin ik me bevind op 27 oktober 2012. Een datum die op een of andere wijze een toegangsklepje vormt voor data.










Vivat Christus rex!

Hoe verkondig je tegenwoordig een religie?
Door te wijzen op hun niet aflatende triomf?
Kan. Maar in het christendom is triomf een besmette gedachte, besmet met de tragiek van de hellenistische wereldbeschouwingen.

Daarom kun je beter - dat ziet onze Erik Borgman scherp - in één moeite door wijzen op het falende leven. Naarmate het succes een bezwerend en retorisch karakter krijgt, kan het christendom het falende leven als bevrijdende waarheidsbiecht presenteren.

De triomf kan zo meefunctioneren als achtergrondkracht, als onmiddellijk effect en als toekomstperspectief.



zaterdag 20 oktober 2012

Uitgekeken

We weten niet meer wat we met Europa aanmoeten omdat België twee passen voor en twee passen achter ligt. Willen we mee met Bart de Wever, dan gaan we naar Europa omdat we voorbij de bestaande natiestaat willen. Willen we mee met Guy Verhofstadt, dan gaan we naar Europa omdat we voorbij de bestaande natiestaat willen.

Het is kortom niet makkelijk omdat we zo tevreden zijn met onszelf!

Die enorme tevredenheid van onszelf met onszelf zal een keer ophouden. Waarschijnlijk gebeurt dat wanneer we diverse patstellingen hebben meegemaakt in onze gezelschapsspelen. Het kan zijn dat we ons ineens gaan vervelen. Of er gebeurt iets met de handel.

Het wordt nog verdomd interessant. We gaan Europa in omdat we op onszelf uitgekeken raken. Maar waar spitst het zich toe? De sport? Het geld?

donderdag 18 oktober 2012

Zingende neutraliteit

Die ene keer dat ik met de auto naar mijn werk ging genoot ik extra. Ik stopte onderweg bij MacDonalds en ging lekker aan de Franse frietjes. Wie weet had ik er een hamburger bij moeten nemen. Want het echte paradijs schuilt in het waarderen van wat de aarde ons te bieden heeft.

Over  dat laatste zijn ook milieu-ethicus Marc Davidson en voedselprofessor Louise Fresco het wellicht eens. Maar Davidson vindt dat de aarde ook morele eisen aan ons stelt. De dieren zijn er niet alleen om te gebruiken. Fresco stelt vast dat de mensheid dat wel wil, en dan moet je je voedselbeleid daarop afstemmen. Davidson verdenkt haar ervan dat hier meer in het spel is dan realisme.

De aloude vraag is dus opnieuw waar de ethiek begint. En steeds opnieuw begint de ethiek wanneer je afstand neemt van de voorstelling van iets als neutraal. En wanneer je die voorstelling ontmaskert als een door waarden ingegeven positie. De strijd kan worden hervat.

Het neutrale is niet overwonnen. Het blijft fascineren. Fresco laat in een van haar romans een man afdalen naar het lijdende Afrika, waar zijn vriendin reddingswerk verricht, dat wordt gefrustreerd door oorlog. Het lukt hem niet haar mee te nemen. De fascinatie heeft hier een noodlotskarakter. Het is de machteloosheid van Orfeus. De Orfeus die de dieren betoverde met zijn zang.

Orfeus wordt verscheurd door de maenaden en belandt in de rivier. Het lijkt nu of de rivier zelf blijft zingen.

Het verklaart misschien een beetje waarom ik Fresco zie en denk: waw, een romanschrijfster. Haar neutraliteit zingt als een rivier. Ik weet niet meer of het waar is. Ze is sterker dan Orfeus en de dieren.






zaterdag 13 oktober 2012

Het draadmotief in Drang

In Drang ben ik ingegaan op de Minotaurus-mythe. Wat me destijds nogal boeide was de idee dat de reddende draad, de draad van Ariadne, niet vanzelf informatie bevat over de richting waarin je hem moet volgen om buiten te komen. Het kan best dat je door die draad te volgen steeds verder in het labyrint verstrikt raakt.

Het schrijven van teksten zoals Drang zou zo'n draad kunnen zijn, of het gebrabbel van een orakelpriesteres. Het lijkt of je geholpen wordt door een Ariadne of een Diotima. Maar het kan ook zijn dat die hulp je leidt naar ongewenste gevolgen: fata, want aan dat woord kun je niet aflezen of het om luchtspiegelingen gaat of om een ontmoeting met de Fata of schikgodinnen zelf, die je levensdraden spinnen.

Maar, zul je dan denken, je moet toch wat. Durf nou eens te vertrouwen op hulp, op die ander die net als jij een breekbaar mens is. Die Ariadne is ook een Theseus.

Bovendien staat lang niet vast dat jijzelf de positie van Theseus inneemt. Als ik een tekst schrijf ben ik zeker ook een Daedalus die het labyrint heeft ontworpen en er zelf in opgesloten raakt. En ik ben de Icarus die weinig keus heeft en zijn vader wel moet volgen.

Het mooie van een drang tot schrijven is dat je inzet niet meer hoeft te zijn dat er moet worden gewonnen. Je kunt verliezen en toch blijven zoeken en ademen. Je kunt je labyrint gebruiken om de weg naar buiten of juist naar binnen te zoeken. Je kunt je kansen berekenen, niet om de winst veilig te stellen maar om je verlies te dragen.

En ja, drang heeft te maken met drank (vergetelheid, roes, vandaar die Dionysus), draad, drift, conatus, urgentie. En dus met dragen. De drang is wat je draagt over de drempel.



zondag 7 oktober 2012

Uitleg van kans

Wat bedoel ik eigenlijk met een zinnetje als: de honderprocent kans is weer een open kans, in mijn vorige blog? En kan ik bij mijn uitleg en passant teruggrijpen op Kans?

In dat stukje werd juist stelling genomen tegen het teruggrijpen. Wat voorbij is, is voorbij. Je bent in het hier en nu, en als er al kans op een kans is, dan daar.

Echter, helaas pindakaas, ons ontbreekt het inzicht om dat hier en nu te ontwarren uit de vele draden die de schikgodinnen gewoven hebben...

De openheid van de kans is de kans van de toekomst. Dat is een statement dat is neergezet door joodse denkers en waarbij namen als Bloch, Benjamin en Derrida niet onopgemerkt voorbij kunnen gaan.

Die toekomst zal vanuit het hier en nu niet kunnen worden gemerkt. Daarvoor is het nu juist toekomst. Er is de ervaring van blindheid voor nodig, of van een engel die met de rug tegen de toekomst staat, om het zicht op de toekomst niet te laten ontnemen door een zich opdringend hier en nu.

Er is een hier en nu, maar het is een ander hier en nu dat de honderd procent kans bevat. De voetballer die zijn arm machteloos door de lucht maait weet het niet. De intellectueel die hem van bovenaf uitlegt evenmin.

Het inzicht komt achteraf, via orakel Frank de Boer. Maar hij kan het niet verwoorden, anders dan als een honderdprocent (gemiste) kans.

En passant. Verpasst. Terwijl ik las werden de ballen voor mijn neus gelegd en ik heb er niets mee kunnen doen.




Honderd procent

Het was een honderprocent kans, aldus Frank de Boer.
Aan de ene kant kun je zeggen: dieper kan hij er niet in,
want een kans is nog geen mogelijkheid.
Aan de andere kant is uiteindelijk waar
dat hij er niet inging.

Een aardige voetbalbeschouwing
- Nico Dijkshoorn ten spijt -
levert dat niet op.

Al evenmin valt er een
Senecaanse cake van te bakken,
zo van het volledige inzicht
schept pas de kans
en wordt daarmee een
honderdprocent kans,
de god Fatum.

De tijd van voetbal
als genot en belangrijkste
bijzaak van intellectuelen
is voorgoed voorbij.

De passie laat zich namelijk
zo moeiteloos ironiseren
dat je nauwelijks nog van
passie enof ironie kunt spreken.

De honderdprocent kans
is weer een open kans.






vrijdag 5 oktober 2012

Naamvallen

Ooit zat de wereld in de woorden.
Je kon vooruit met naamvallen.
Later kwamen er woordjes bij,
helder betekende extra helder.

De naamvallen konden verdwijnen.
Huub Stevens is perfect verstaanbaar.

Er zijn nu verhalen denkbaar over wel of geen naamvallen.
Ken uw plaats in de zin, is een zo'n verhaal.
Een ander (denk aan Rusland) is de burcht die binnen zo gezellig maakt.

Er is ook een verhaal van geen verhaal meer te vertellen.
Naamvallen zijn onnodig, de woordjes blijven.
Het is wat er is, het is wat.

woensdag 3 oktober 2012

Geviert

Bij deze club hoort het niet.
De supporters joelen hun eigen zwarte spelers uit.
Het bestuur diffameert zijn eigen supporters.
De spelers dreigen op te stappen.



vrijdag 28 september 2012

Meer doen dan Spinoza uitleggen

Met mijn blog Spinoza door Miriam van Reijen bedoelde ik het volgende.

Spinoza is de filosoof van de natuur, de geest en de passies. Zijn filosofie is heilzaam omdat je accepteert hoe alles gaat. Je hoeft dus geen schuldgevoel en zo meer te hebben. Er valt een hoop van je af.

Maar in je eentje begin je ook niet veel. Daarom moet je samen met anderen macht ontwikkelen om die kwetsbare ikjes te beschermen, ook in hun streven naar zelfontplooiing. Politiek is dus nodig.

Het heeft weinig zin om daar idealistische verhalen over op te hangen. Accepteer ook hier dat je de macht wel rationeler kunt maken, maar dat vraagt erom dat je je aan die macht ondergeschikt maakt.

Het is voor een filosoof erg verleidelijk om meer te doen dan Spinoza uitleggen. Maar als je hem ondergraaft, dreig je een belangrijke kameraad te verzwakken, juist omdat alles bij hem zo samenhangt.

Maar zou het niet juist de verleiding kunnen zijn, een soort wellust zelfs, die Spinoza wel onderkent maar waartegen hij zich ook wil wapenen? Een verleiding die altijd kan opduiken bij vrouwenlichamen, politiek, filosofie?

Wat betekent het, zo vraag ik me af, dat een vrouw die vraag wil stellen? Zou ze niet weten dat ze met haar verleidingen het gevaar onderschat, juist omdat ze geen man is? Of zou ze juist om die reden benadrukken dat ze haar vraag niet stelt als vrouw, maar als filosoof?

Kortom, een verleidelijke vraag...

dinsdag 25 september 2012

De vaders, zij houden afstand

Eén ding in je leven goed gedaan hebben, neef Ed, dat kun je willen als je bijna dood bent. En daarop kun jij anticiperen.

Je creëert familie. Maar ook weer niet. Je doet afstand van je zaden en zult ze hooguit een keer of wat terugzien.

Je cadeau is riskant, je brengt misschien ziektes en de dood. Maar het is niet alleen jouw risico. De andere virtuele vaders laten het afweten, daarom ontstaat het risico.

Je kinderen komen elkaar misschien tegen, een keer of wat. Ze weten vroeg of laat dat hun vader niet hun enige vader is.

Jij gunt hun wat je zelf niet had. Jouw vader was je vader en dat was het dan. Het moest juist andersom.

Woordvoerder van de spermabank, je fronst je wenkbrauwen.
Maar iets van Ed zit in jou. Je vertelde dat er een afspraak met de regering was dat die campagne zou voeren. Dat deed die regering niet. Je bent dus door je vader in de steek gelaten en wil nu zelf roepen om nieuwe, andere vaders.

Vooralsnog, spermabank, ben je ingevroren.

Spermabank, iets van jou zit in Ed. Ed is nu zo ver dat hij bijna geen eigen leven heeft.

Neef Ed, je leven gaat op aan goed doen. Je eigen leven is nog ingevroren.







vrijdag 21 september 2012

Bescherming tegen veiligheid

Er is discussie, of er zou discussie moeten komen, over veiligheid. Het kost ons teveel. Om te voorkomen dat een half kind leukemie krijgt moeten we de hoogspanningsmasten verwijderen en de kabels onder de grond leggen. Dat kost anderhalf miljard.

Maar dat halve kind, dat wil niemand op zijn geweten hebben. Zelfs de voorstanders van discussie zeggen niet dat ze dat risico willen nemen.

Je krijgt dan - als het er al komt - een discussie waarin we heen en weer drentelen. Zoals de mannen in Der Prozess die Joseph K moeten executeren, steeds elkaar het mes overhandigen, en dan maar aan Joseph K zelf. En die twee mannen staan er, in fictie, namens ons. Of namens Joseph K zelf.

Stel dat we de moord kunnen verstoppen, verdunnen, verdelen. Dan is het geen moord meer. Of stel, omgekeerd, dat elke dood eigenlijk een moord is. Er is altijd wel een oorzaak bij elke dood in de sociale sfeer aan te wijzen.

Een van de twee, en beide tegelijk, onder het mom van veiligheid. Een veiligheid die ons zo de strot uitkomt dat we ons ertegen willen beveiligen. En niemand die wil weten waar het eindigt.


zaterdag 1 september 2012

Directe aanwijzingen

Mensen zijn dol op directe aanwijzingen. En als er geen directe aanwijzingen in een tekst zitten, dan maar liever een leuk spelletje. Geen spel met aanwijzingen, aanwijzingen die in de lucht blijven hangen of je in de modder laten wegzakken.

Olaf Tempelman wees vanochtend op de boeken waarin we worden gemaand om rustiger te leven. Stil de tijd van Joke Hermsen vat hij als directe aanwijzing op. En ja, dat soort aanwijzingen las Tempelman al bij de oude Seneca. Rustiger leven betekent meer controle, en een betere oefening in sterven.

Zo lijkt het of de filosofie achter de aanwijzingen niet meer is dan een manier om bij het doel te komen. Heb je het doel bereikt, dan kun je die manier achterwege laten.

Filosofie zou in dat geval kunnen betekenen: vanuit het doel weer teruggaan naar de manier waarop het wordt nagestreefd en naar de problemen waarvoor een oplossing werd gezocht. Doe je dat niet, dan zul je te maken krijgen met ongewenste bijverschijnselen. Zoals de opgave om alles met elkaar in verband te brengen en jezelf dwingen om dat alles te accepteren.

De directe aanwijzing, aantrekkelijk vanwege zijn slankheid, heeft je alsnog geplakt aan de hele wereld en de beeldenmodder.


donderdag 16 augustus 2012

Vermaak

BN'ers worden vaak gevraagd voor tv-programma's waarin ze iets anders doen dan waarrmee ze bekend zijn geworden.

Dat wordt vaak als onecht gezien.

Maar waarom zou dat eerste kunstje van de BN'er belangrijker zijn dan zijn latere kunstjes?
Ze zijn er om ons te vermaken. Waarmee ze dat doen is ook weer niet zó belangrijk.



woensdag 15 augustus 2012

Alles laten zien

BN'ers hebben een asymmetrisch gezicht. Kijk maar na. Vooral Matthijs van Nieuwkerk, maar ook - in lichtere vorm - veel vrouwen.

Nu heeft BN'er Mulisch ooit beide gezichtshelften van Eichmann afzonderlijk genomen en gespiegeld. Er kwamen twee verschillende mensen uit.
Uiteraard valt niet uit te sluiten dat elk mens asymmetrisch is. Want er is geen belofte van symmetrie, hooguit een klassiek ideaal daarvan.

We zijn dus nog niet zo ver dat we de asymmetrie van het gezicht van BN'ers kunnen problematiseren, laat staan dat probleem (welk probleem dan dus?) oplossen.

Toch blijft het intrigeren.

Het meest voor de hand ligt de optie: ze laten een kant van zichzelf zien, de andere kant houden ze voor zichzelf. En die laten ze ook nog zien. En het verschil erbij.

Minder oppvervlakkig dan je eerst dacht, niet?

zondag 22 juli 2012

Spiegel van onverstaanbaarheid

Aan Mulisch vroegen ze ooit waarom hij toch zo onbegrijpelijk schreef. Hij antwoordde dat hij de wereld onbegrijpelijk vond, en die onbegrijpelijkheid wilde hij weerspiegelen.

Weerspiegeling is een helder gebeuren. Mensen hebben Mulisch uitstekend begrepen wanneer ze zijn boeken onbegrijpelijk vinden. Maar als je het uitstekend hebt begrepen, kan het zo onbegrijpelijk nog niet zijn.

Er komt dus altijd meer over dan je denkt, van het onbegrijpelijke.
Vooral voor iemand die zich wil verschansen in het onbegrijpelijke is dat een tegenvaller.

Het is dus zaak om die tegenvaller te slikken. Doe je dat niet, dan wordt de spiegel je verschansing.

donderdag 12 juli 2012

Goed geluk

Vroeger zat ik midden in het geluk.
Krakende platen.
Tikkende naalden.

Op mijn sofa brei ik nog voort op dat geluk.
Ik bouw me vast in mijn verhaal, mijn labyrint, mijn cocon.

Nodig is een slimme combi tussen Daedalos, Ariadne, Penelope.
Welke lichtzinnigheid brengt me van de grond?
Welke draad grijp ik om buiten te komen?
Hoe ontrafel ik onopvallend mijn feestkleed?





zondag 8 juli 2012

Reset


Zou er een emotionele deconstructie kunnen bestaan? Aangenomen dat emoties altijd vanzelf al gekoppeld zijn aan gedachten zou de vraag 'Wat voel ik?' aanduidingen kunnen zijn van dit soort koppelingen. Ze zijn dan de aankondiging van andere koppelingen, andere emoties en gedachten.

Omdat het denken even buitenspel wordt gezet moet je concluderen dat de psychologie zelf een barst vertoont. De therapie is niet meer volledig herleidbaar tot de psychologie, is geen toepassing meer van de psychologie. De opening tot deze prioriteit van de therapie boven de psychologie ligt besloten in de techniek. Techniek is meer dan toepassing en realisering van een doel. De doelen worden gesteld (verondersteld, bijgesteld etc.) in de therapie zelf. De doelen zijn niet alleen ideaaltoestanden (bijvoorbeeld normaliteit, het functioneren in de samenleving) maar ook de verwachting dat er iets verandert, en wel zo dat je niet weet hoe. Meestal wordt dat uitgedrukt met negatieve termen als bevrijding en genezing, negatief in de zin dat we wel zeggen dat de eerdere dwangverhouding voorbij is, maar niet waarvoor die na de therapie wordt ingewisseld.

Waarom is een therapie geen filosofie? Omdat de techniek zijn eigen verduistering als noodzakelijk element bevat. Gedachten worden tijdelijk 'uitgeschakeld' en maken plaats voor absurde assumpties zoals die van een lichaam dat juist dankzij deze uitschakeling beter kan functioneren. Dat ook filosofen dit absurdisme kunnen aanhangen is enigszins zichtbaar aan het gegeven dat ook zij therapie kunnen ondergaan. De theorie verbergt dit absurdisme door zichzelf te verdelen rond een lichaam-geestdualisme. Daarbij roepen het geloof in een puur fysieke oorsprong en het geloof in pure gedachten elkaar voortdurend op.
Omdat dit dualisme voor de filosofie zelf onverdraaglijk is wordt gegrepen naar holisme (eenheid van geest en lichaam). Dat onttrekt de technische aard van wat hier gebeurt aan het zicht. Ook het pragmatisme is een poging het dualisme glad te strijken, maar gaat zelf tewerk door gedachten uit te schakelen. In die zin is elke therapie pragmatisch, maar dan zonder de filosofische pretenties van het pragmatisme.

Een interessante metafoor voor de zelfverduistering van de techniek als onderdeel van de techniek zelf is de term 'resetten'. Je schakelt het hele apparaat uit als manier om opnieuw en beter op te starten. Hoewel de term metafoor nog tezeer tot de wereld van het denken behoort, opent ze wel zicht op wat gebeurt. In elke therapie wordt verondersteld dat het denken wordt uitgeschakeld, dat het mogelijk is en dat het ook werkelijk gebeurt. Deze uitschakeling wordt vervolgens opgenomen in een logische synthese, maar andersom is evenzeer waar: de logische samenhang van de therapie blijft gericht op de vraag: 'Wat voel ik?' als onderbreking van het denken.

Je zou daarom ook naar de dialectiek kunnen grijpen omdat daar de negatie als onmisbaar moment wordt geponeerd, met dien verstande dat het in de therapie gaat om de negatie van het denken überhaupt, terwijl dit in de dialectiek van hegeliaanse snit absurd zou zijn. De negatie is daar een moment in het denken, wat zich vormt is het begrip als zodanig, niet een proces dat dit begrip verstoort en ontregelt.

Emotionele deconstructie zou 'denkbaar' kunnen zijn als reset van het denkbare.

Je zou kunnen aanknopen bij termen als farmakon en autoimmuniteit om deze zelfuitschakeling van de techniek verder te doordenken.

zondag 24 juni 2012

Complexus

Een klein stukje lezen in een dik boek.
Het geeft je het gevoel te zijn in een groot universum.
Je blijft ergens omdat je niet elke keer zonodig dat hele gebied moet doorkruisen.
Maar je was toch al in zo'n universum?
Ja, maar je wil ook dat gevoel van geborgenheid.


donderdag 21 juni 2012

Muizenorakel

Het orakel oprakelen, zo zou je uitleg kunnen omschrijven.
Zo zit uitleg vast aan geleg en is het zelf geleg.

Hoe dan ook, er wordt altijd iets gelegd.
Bijvoorbeeld staafjes in een pot (het Afrikaanse muizenorakel).

Laat dan muizen naar binnen door de gaten aan de onderkant te openen.
De muizen vinden hun weg en verwarren de staafjes. Dat vraagt om uitleg, door priesters.

Naar men zegt moet je een relatie met de muizen hebben. Wilde muizen, dat is niks
Je moet de dieren in huis houden en de juiste kruiden voeren.

Ik interpreteer dat als volgt. De wilde muis is nog teveel een soort. Die geeft je de schijnzekerheid dat zijn waarheid losstaat van jouw projecties. Je moet daarom de basis van het orakel voorzien van gaten die je kunt openen.

Zo is de orakelpot een metafoor voor de orakeltechniek.

De techniek (voorbereiding, vervaardiging van het middel, interpretatie, opleiding etc.) zal dus, naar ik vermoed, een projectieverstorende functie hebben.

Projecties zijn staafjes die door een inbreuk van buitenaf worden verstoord.
Die dus geen echte verstoring meer kan zijn naarmate ze ingeweven is in de techniek.

Zo kunnen we de oorsprong van de techniek steeds uitbreiden naar verte en verleden.

Het wachten is op de muis die op het hoogtepunt van de celebratie van de techniek de hoop op waarheid in leven houdt.



Draagtijd

Er is altijd tijd nodig voordat de leg plaatsvindt.
En er is verschil tussen de leg en de uitbraak.

Zodoende weet je nooit de tijd van je ontstaan.
Zodoende ken je jezelf niet, evenmin als je zelf.

Zodoende blijf je altijd kind, terwijl je ook wel weet dat dat niet zo is.
Zodoende blijft er aan elke logica iets knagen, al kun je ook weer niet ontsnappen naar een gebied zonder betekenis (misschien was je daar al).

De écriture van Cixous stelt dit alles zo ongeveer vast aan het oeuvre van de 'jonge Joodse heilige' Jackie ('Jacques') Derrida.

Ze omcirkelt diens Circonfession, waarin Derrida de Confessiones omcirkelt (als echte of bastaardlogocentrist).

We blijven in een Algerijns-Frans universum, waarin plaats is voor liefde voor het Frans.

Door het Frans sijpelt het Hebreeuws.
Maar zeker ook het 'Latijn en Grieks', of misschien beter: het 'Grieks en Latijn'.

En dan vooral het Latijn.
En dan vooral het Latijn van de Confessiones.

De moeder overlijdt bijna tijdens het schrijven van Circonfession.
Draagtijd van het overlijden: zo is de schrijver zelf de moeder, en sterft hij na de dood van zijn moeder, zoals hij voorziet.

De omkering van moeder en kind in het christendom  (Maria de godsmoeder).

Ik herinner me niet dat Cixous, in haar typering Gross und Klein (zij stamt af van de Duitse familie Klein), 'gross' associeert met 'grossesse', zwangerschap. En wie zou het kind anders zijn dan de Kleine? En is zij vanwege de symbiose en het pijnlijke schrijfproces niet tevens de moeder van Derrida geworden, van minstens een Derrida?

De belangrijkste les voor mij: de écriture is geen heilig reservaat van betekenisloosheid, maar draagtijd, mogelijk, zo je wil onmogelijk. Hier en daar, geleidelijk en plotseling, springen er betekenissen uit tevoorschijn.

Bij elke ontzelving is ook mijn zelf in het spel. Er is een soort Platoonse participatie in het spel. We zijn allemaal joodse Franse Algerijnen uit de jaren '40, we zijn allemaal Augustinus, allemaal Monica.

Daarom heb ik dit boek gelezen, daarom heb ik het gekregen.



vrijdag 8 juni 2012

Betoverd door realiteit

Ineens bedenk ik me dat die zogenaamde realiteit, waarin ik geleerd heb niet te geloven, ons wel blijft biologeren. Of: misschien kun je het beter andersom zeggen. Wat ons zo biologeert noemen we maar realiteit, bij gebrek aan beter.

Het Lacanianisme van een Zizek slaat munt uit deze fascinatie. Het Kantianisme doet al alsof we de betovering achter ons hebben gelaten. De hantologie bijt zich vast in de effecten.

We hebben dus onze fascinatie, ons geloof in een realiteit erachter, die ons dan weer fascineert, en de realiteit van de fascinatie.

Zou het einde van de filosofie hier iets mee te maken hebben? Met het opgeven van ons geloof dat we nog kunnen kiezen tussen realiteit en idee, tussen betovering en ontnuchtering? Dan zijn we na het einde van de filosofie zeker niet in de realiteit beland.


donderdag 7 juni 2012

Heb ik zitten niksen?

Als je dan 's avonds uren voor die teevee hangt, denk je soms: waarom heb ik niet gemediteerd? En waarom kan ik niet lekker niksen, want er is niks op de teevee?

Maar dat is toch een rare kronkel.

Als er niks op de teevee is, dan heb ik misschien toch wel zitten niksen.
En als de kern van de meditatie erin bestaat dat ik me niet hecht aan alles wat aan me voorbijtrekt, dan heb ik misschien wel zitten mediteren.

Toch zegt mijn gevoel dat het niet zo is. Maar dat gevoel kan ook gewoon gewoonte zijn.

Daarom leg ik het maar aan jullie voor. Omdat ik het ook niet weet, verstrooid als ik ben.

zaterdag 26 mei 2012

Gêne

Dit soort stukjes komt voort uit gêne. Het is geen fijn gevoel om niets bij te dragen aan het grote corpus van geschreven gedachten.

De stukjes roepen ook gêne op. Hoezo dit? Hoezo dat? Leg uit.
De uitleg raakt verstrikt in het geleg.

De gêne draagt de overgang van de leegte naar de ontvouwing.
Een uitweg is de overdracht van het geleg naar een nevenruimte.

Het staat er. Ook als je het niet leest.
Het begrijpen verliest zijn reddende functie.

zaterdag 19 mei 2012

Uitleg van stukjes over Europa

Europa nam ik op in een soort blog dat onderdeel vormde van de websitepagina Cyclopenbouw (http://www.wix.com/amsimons/antonsimons/anton-simons#!26-europa). Het was een onbegrijpelijk stuk tekst.

Toch was de aanleiding niet zo onbegrijpelijk. Ik las ergens iets over de Europese gedachte en waarom we ermee blijven doorgaan. Nou, dat is dat het werken aan Europa een aantal bijproducten oplevert, zoals minder kosten kwijtzijn met grenscontrole en efficiënter milieubeheer. Die zucht naar efficiëntie blijft nog wel even doorgaan en daarmee ook het werken aan Europa.

Schaffen we het af, kortom, dan pakken we de draad later weer op. Of we gaan op sommige gebieden weer terug (bijvoorbeeld de euro) en andere weer verder (bijvoorbeeld samenwerking van politie).

Kijk, deze gedachte is best te bevatten.

Moeilijker is het stukje Eurincest, dat ik er destijds op liet volgen. Wat hebben we nu aan het bijproduct songfestival en wat heeft dat met incest te maken? Nou, misschien moet je het songfestival niet zien als een efficiënt bijproduct, maar als een merkwaardig symbool van de verdeeldheid van Europa. Maar ook dat verdeelde Europa, bijvoorbeeld Oost versus West, of Noord versus Zuid, blijft nog iets dat we niet makkelijk accepteren als zodanig. Ook daar wentelen we ons graag rond in de Europese gedachte.

Vergelijk dat met incest en de alomtegenwoordige seks. Er zijn gebieden waar onze binding geacht wordt geen seksuele vorm aan te nemen, zoals de band broer-zus of kind-ouder. Toch zie je ook daar nog weer sporen van seksualiteit die door bijvoorbeeld een Freud goed zijn onderkend (nog afgezien van zijn uitwerking).

Het kan haast niet anders of de Europese broederschapsgedachte bevat nog sporen van efficiëntie en seksualiteit. Laat je fantasie maar op hol slaan en dan kom je altijd ergens uit.

En zoals ooit de muren van Mycene werden gebouwd om de vijand buiten te houden, en de waterput te beschermen, zo hebben we dingen als de Europese gedachte nodig om contact met de wereld te onderhouden. Als bouwsteen dus.

Vragen? Stel ze gerust. Zet ze hieronder of stuur ze naar amsimons@xs4all.nl.

zaterdag 12 mei 2012

Een voorstel

Iemand doet bij een vergadering een voorstel. Dan komt de vraag wie het gaat uitwerken. Natuurlijk de indiener van het voorstel.
Dat heeft verschillende voordelen. De anderen lopen geen risico en hoeven zelf niets te doen. Hun goedkeuring van het voorstel gaat onder voorbehoud. Als de uitvoering misgaat, heeft alleen de indiener van het voorstel iets uit te leggen.

Toch heeft ook de indiener voordeel. Hij heeft een redelijke kans dat er iets gebeurt wat hij wil, met passieve of zelfs actieve steun van anderen.
Bovendien kan hij met zijn voorstel alvast de draagkracht onder de deelnemers peilen.
En ten slotte kan hij aan gezag winnen wanneer de uitvoering goed uitpakt.

Dit verklaart waarom er nog steeds mensen zijn die voorstellen doen bij vergaderingen.

vrijdag 11 mei 2012

Een ei, dat ei

Dat ei lijkt op drie woorden, meer niet.
Die drie woorden wil ik horen.
Leg die drie als een.



Uitleg

Met mijn blog over plastic (http://oefeningeninwatikzoalmeemaak.blogspot.com/2012/05/vis-plastica.html) bedoelde ik het volgende.
Je hebt de befaamde plasticarchipelago in de Pacific.
En je hebt het verhaal over de heerser Polykrates.
In beide gevallen gaat het over het weggooien van iets waardevols dat terugkomt.
Natuurlijk is er ook een verschil.
De ring werd weggegooid omdat Polykrates te gelukkig was. Hij riskeerde dat de goden jaloers op hem werden en hem zouden straffen.
Plastic gooien we niet weg omdat we te gelukkig zijn of omdat we risico lopen. We gooien het gewoon weg.

De uitdaging bestaat er nu in om vanuit dit verschil beide gegevens opnieuw te doordenken.

De plasticeilanden intriduceren het menselijk element in de zee, en via de zee bij onszelf. Het is vanaf nu niet meer mogelijk om te doen alsof we de natuur kunnen redden zonder vermenging met het kunstmatige. Vanaf nu is de natuur kunstmatig. Vanaf nu is het kunstmatige even onvermijdelijk als de natuur.

De ring symboliseert het volmaakte dat ons in de weg zit juist doordat het volmaakt is. We moeten het weggooien, ook al is precies deze onderneming weer zo volmaakt dat die ons in de weg zit.

Dan is er nog een verteller. Die ontvouwt zijn verhaal en sluit het af. De uitlegger vouwt het verder open, daarmee zondigend tegen de respectabele afsluiting.

Ook zondigt de uitlegger tegen het verzoek om uitleg. De vrager wil slechts erkenning voor zijn verzuchting, geen uitleg.

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...