woensdag 28 augustus 2013

Welk doel streeft justitie na?

Kijk naar de gang van zaken rond de Facebookmoorden of de kopschoppers van Eindhoven. Steeds willen publieke media en justitie maar een ding. Flinke straffen voor de daders.

Maar is dat wel zo? Kijk je naar de knulligheden en naïviteiten in de uitwerking, dan moet je serieus nadenken over de relatie tot het doel. Wil je iets echt als je het op een knullige manier wil en het daardoor mist?

We worden benieuwd naar een nieuwe Foucault die ons uitlegt welke doelen er in deze acties gelegen zijn. Het zou kunnen zijn dat de publieke opinie de daders beschermt tegen de nog grotere haat van nog weer een andere versie van het publiek, bijvoorbeeld de potentiële lynchers.

Zo kun je de verdachten beschermen door hun privacy te schenden, hun gezichten op de video's herkenbaar houden waarmee je strafvermindering riskeert. Offerlogica, die des te efficiënter is naarmate we minder spreken over offers. Er zijn geen offers! Er zijn daders! Er is nieuws!
(dûhhh...)

woensdag 21 augustus 2013

De prijs hiervan

Ja, beste lezer, deze blog lijkt gratis maar is het niet. Hans Schitzler waarschuwt ons dat we de aanbieders van deze diensten een kijkje in onze ziel geven. Dat is de prijs van dit medium.

Als Volkskrantabonnee ben ik medeaanbieder van zijn column en heb ik meer inzicht gekregen in de ziel van Hans Schitzler. Hij laat overtuigend zien dat we de prijs graag betalen, maar dat we beginnen te pruttelen wanneer de inbreuk op onze privacy tastbaar wordt.

Voor een filosoof als Schitzler komt die inbreuk vele stappen eerder in zicht dan bij gewone mensen. Zijn ziel, dat is zijn zorg om de macht, het gemak waarmee wij gewone mensen ons laten inpakken doordat we tegenstrijdige opvattingen aanvaarden.

Net als Big Brother ziet Schitzler alles eerder en beter. In naam van ons, uit zorg voor ons.

Hoe kunnen we beide broers onderscheiden? Kies maar uit de volgende opties, ik zal uw keuze niet zien.

  1. Blijven slapen. Bijvoorbeeld door niet meer te bloggen. Slapende mensen zijn niet interessant voor BB's en het onderscheid tussen beide BB's hoeven we dan ook niet te maken. Mijn eerste reactie op Schitzlers column was dan ook het terugtrekken van mijn blogs en er verder mee ophouden. Wat ik nu weer heb doorbroken dus.
  2. Waakzaam blijven. Wie waakzaam is oefent zich in het onderscheid. We moeten niet alleen BB maar ook filosofen kritisch tegen het licht houden. Wie het eens is met Schitzler begrijpt weinig van de macht. De achilleshiel van Schitzlers betoog is zijn gemakkelijk gebruik van het woord macht. Macht is onmacht, denk daar maar eens over na.
  3. Kijken, lezen. Als het waar is dat BB vooral functioneert wanneer hij zelf onzichtbaar blijft, dan is het van belang BB zichtbaar te maken en ook zelf zichtbaar te worden, zodat anderen kunnen zien dat wij strijden. Dat is wat Schitzler doet. Je moet dan ook zorgen dat je veel lezers krijgt. Je moet de prijs voor die zichtbaarheid ten volle betalen. Je moet de sociale media op. BB zal vooralsnog erg blij zijn.
  4. Blijven denken en schrijven. Scherm je ziel voor het grote publiek af, geef een paar happy few de kans te delen in de gesprekken die jouw ziel voert met deze en gene kijker. BB, de ideale adressant, filosofen...
 

maandag 19 augustus 2013

Simons' oordeel

Heb je te maken met oordelen, dan zit je waarschijnlijk in de esthetica, en al heel snel daarna zit je in Kant. Het model biedt de kunst, maar van daaruit ben je zonder veel omwegen in de natuur en in de geschiedenis.

Het oordeel is dus, smal gezien, iets specialistisch van Kant dat we nog terugvinden in de kunstbeschouwing. Maar als Kant het goed gezien heeft is het oordeel bij jou voordat je het weet. We zitten als Job op een mestvaalt, vrienden komen met goede adviezen maar weten ook zeker dat je grote fouten hebt gemaakt.

Zo ook waren we getuige van ons nationale oordeelfestival Zomergasten, waar theaterregisseur Johan Simons zich uitsprak voor een andere politieke beoordeling van de kunst. Zijn oordeel richtte hij heel precies aan Halbe Zijlstra, en nog preciezer aan een bepaalde uitspraak van hem: 'Ik heb geen verstand van kunst, en daarom is het voor mij ook makkelijker om de bezuinigingen op te leggen.'

Ook hier kwam het oordeel later ineens in onze huid te steken, toen Simons zich tot de kijkers richtte met 'Leef de kunst!' Zijn eigen leven voor de kunst kreeg daarmee nog een extra verbreding. De kunst is niet alleen een domein buiten onszelf, ze vraagt erom dat we haar zelf leven. Het oordeel is daarmee beland in de natuur en de geschiedenis.

Anders gezegd: het oordeel is geleg. Halbe Zijlstra oordeelt zonder verstand, en de kunst verdwijnt uit de geschiedenis. Simons oordeelt omwille van de kunst, en als kunstenaar vanuit de geschiedenis. Geschiedenis of niet, vooruitgang of niet, verstand of niet, terecht of niet:
het oordeel ligt er, het legt ons.






zondag 18 augustus 2013

Heer in het verkeer

Zomaar ineens kan er een auto naast je opduiken, of een file voor je neus.
Het is dan zaak alert te reageren. Zoiets doe je natuurlijk niet in een keer. Je bouwt het op door ervaring.

Iemand die ervaren is kent zijn angsten. Hij weet dat er ineens een auto naast hem kan opduiken of dat er een file voor zijn neus staat. Er kan een bus achter hem rijden, hij is alert. Wordt hij verrast, dan had hij het zien aankomen.

Ben je ervaren, en ben je verrast door de opduikende auto's, dan reageer je je gepast af. Je roept even iets, wijst naar de Heer van het verkeer en vervolgt je weg.

Je bent de bestuurder.

Breekt blinde paniek uit, bijvoorbeeld wanneer je in gevaar raakt door de bestuurder naast je, dan is het bestuur het model waarnaar je terug kunt. Je kunt een programma afwikkelen: paniek, afreageren, zwijgen, bekentenis, advisering, tweede kans geven, humor.

Het verkeer is immers een sociale zaak.
 




maandag 12 augustus 2013

Leo, zeg maar we


Nee, geen prijzing. Het is een opdracht die bij ons wordt neergelegd.
Het is iets dat iets betekent voor ons. Dus we.
Het is niet het nadrukkelijke of majesteitelijke wij.
Zeg maar we.

I.
Leo zegt we in Gereed, Kundig & van Zins.
Eerst is het nog wij,
wij zonopzononderlingen,
daarna zeg maar we.

Even enkele vormen van het we. Het is een feest der herkenning.

Eerst de herkenning van de opvorderende sleur.

'We kennen het refrein
van de verjaardagskalender vol verwijten,
het getrek aan een te duwen deur.'

Dan de gedeelde poging tot uitbraak.
'Dit jaar gaan we de tijd verbeteren.
De dag kan niet kapot.'

Blijven we wel bij de les? Een aantal welgemeende
adviezen moet ons daarbij helpen.
'We walsen de wijn in het glas
bij de steel.'

Het gaat echter niet, het gaat niet.
Maar dat kun je toch wel delen?
Nee, dat kunnen we van geen kanten:
'We bestellen zwart. Met lepel.
Om ons te uiten.'

Dan is er toch zoiets als het verlossende we.
Een we dat niet zo bedoeld was maar wel aankwam.
Het je valt weg, wordt een we.
Je valt we.

II.
Er was een we met Leo.
Hij was een ik met grote
vertrouwelijkheid en
aantrekkingskracht.
Ik deed graag mee, bijvoorbeeld
met de optocht, de film en
de performance in wit met vogeltjes.

Er was een je en jij.
Jij doe dit doe dat
Jij waarom dat.
Ik werd langzaam een je
en altijd bijna dat jij.

Er was ook wel degelijk een we
dat rondliep tussen de boeken.
Als ik in Londen Neruda's Selected Poems kocht
en jij Rimbaud
lazen we heel even Spaans en Frans
en werden Engels en Duits onze geheime taal.
'The street
drowns in tomatoes:
noon,
summer,
light
breaks
in two
tomato halves,
and the streets
run
with juice.'


Later ging ik je opeten en uitspreken, het werd weer
Nederlands:
'Ik ben niet meer honger, ik ben het maal.
In het bloedvat waakt de naald.
.... drukt
deernis haar duimen in een perzik, breekt
en splijt en zoet mijn dove tong met een deel.'

 Dat zijn de momenten.


Verder houdt Leo zijn brief aan lief op zak.

III.
Leo wordt mijn jij.
Hij ligt precies zo dwars
als ik het graag wil hebben.
Zeur ik hard
dan krijg ik het hard.

IV.

Ik word jouw hij.
Mensen, zegt hij
als hij me tagt,

'Aan het struinen door de grote hoeveelheid blogs van vriend, wijsgeer, vierseizoenengast, liefhebber, zoeker, multiblogger Anton Simons.'

Leo noemt me vriend. Dat heeft heel wat te betekenen op Facebook
Hij noemt me wijsgeer. Die is dus goed van de wereld.
Vierseizoenengast. Die zien we dus regelmatig in het echt, met vier gezichten en licht zwerverig.
Liefhebber. Hij weigert de professionalisering én hij weigert de weigering. Zoiets ertussenin, amateur.
Zoeker. Wie iets vindt heeft niet goed gezocht, hij kijkt wel uit om iets te vinden!
Multiblogger. Veelschrijver, spelen met bloggen, stapeltje hier stapeltje daar.

V.
Jij wordt mijn hij.

Mensen, Leo Hermens
gooit de grootste zaken
en de verhevenste toon
samen met de dingetjes
om je heen.

Neem zijn lieve boekje in huis

en je wordt een je
van de hele kosmos en verder:
'verzamel mijn geheel'.

En zie, je buigt.





 

vrijdag 9 augustus 2013

Alles is een open brief

Er is iets aan de hand met de openbaarheid. Er wordt alom gesproken en dat wordt alom rondgetoeterd in de media's. Dat functioneert als een omhullende deken voor urgente berichten. Dat weet iedereen.

Wat moeilijk aan dit publiek geheim is heeft te maken met de duiding. Intellectuelen hebben sinds Herakleitos en eerder gedacht dat ze met hun urgente boodschappen het publiek moesten bereiken. Dat deden ze door hun boodschap aan te passen aan de door hen als dom ingeschatte adressant. De sofisten werden hierin specialist, en tegenwoordig hebben we de communicatiewetenschap om medium en message ineen te verklinken.

Anderen, onder wie Herakleitos zelf, hoopten het publiek te verleiden door het superioriteitsbesef te theatraliseren. Publiek kickt vaak op orakels, dus breng je wijsheid over in de vorm van orakels. Hoe effectief deze strategie kan zijn bewijzen Freek de Jonge en Hans Teeuwen. Ze bashen het publiek dat daar steeds heftiger naar verlangt. De Parijse mandarijnen hadden er ook een handje van.

Een moeilijk plaatsbaar geval is Sloterdijk. Hij provoceert zijn publiek à la Teeuwen. Maar hij gelooft niet dat de intellectuelen altijd hebben geprobeerd het publiek te bereiken. De boeken van intellectuelen moet je beschouwen als brieven die ze aan elkaar schrijven. Met hun taal en hun ethos creëren ze een sfeer van intimiteit waardoor het publiek zich in desinteresse van hen afwendt. Aan de andere kant worden de echte politieke beslissingen niet in de openbare gesprekken genomen. De telers der mensheid bevinden zich in de geheime kamers van het bedrijfsleven.

Het geval Sloterdijk leert dat niet alleen de intellectuelen maar eigenlijk iedereen teert op de waan dat belangrijke beslissingen worden genomen in openbare gesprekken. Inclusief Sloterdijk zelf, want wie las nu deze man nog nadat de hype rond Regeln was gaan liggen? En wat leerde deze hype überhaupt over zijn rede? En waarom publiceert deze man tegenwoordig zijn dagboekaantekeningen?

Nee, het is voor intellectuelen niet meer te doen om via openbare gesprekken tot de plaats van belangrijke beslissingen door te dringen, en Sokrates merkte destijds al dat dat in zijn tijd ook niet meer lukte.

Andersom is het ook lastig om de plaatsen waar belangrijke beslissingen worden genomen echt geheim te houden. Snowden alles op zijn stick en zit bij de politieke rivalen. Hij onthult hoe diep big brother VS doordringt in onze geheimen, de geheimen die ertoe doen en die er niet toe doen.

Kortom, alles is potentieel openbaar.

Het wordt tijd om de tegenstelling van Sloterdijk bij te stellen, die tussen de gesloten intellectuele gesprekken en het milieu van de echte beslissingen. Alles behoort tot een schimmig gebied. Nou ja, gebied, eerder een schimmencommunicatie of zoiets. Je kunt in dat gebied wel van allerlei lijnen trekken, wetten, inzichten, kritiek. Wat ook voortdurend gebeurt. Maar deze lijnen hebben zelf ook meer dimensies. Het zijn intellectuele of politieke strategieën waarmee invloed en immuniteit en nog wat van die zaken worden beoogd. Ze bereiken die effecten alleen op voorwaarde dat ze zich aan de schimmencommunicatie aanpassen. Dus bereiken ze die effecten niet, of maar een klein beetje.

Je kunt het ook zo zeggen: alles is een open brief. Je richt je met je spreken en schrijven tot adressanten, doelgroepen, een publiek. En dat richten gaat altijd samen met onbestemdheid. Je adressant wordt niet bereikt, half bereikt, andere lezers duiken op, en meestal duiken ze niet op. Natuurlijk, deze metafoor open brief is misleidend, zoals elke metafoor. Een open brief is meestal een manifest dat zogenaamd aan een persoon wordt gericht maar in werkelijkheid aan het publiek. En die open brief heet ook gewoon open brief.

Maar de metafoor onthult ook - zoals elke metafoor - iets extra's over wat in elke uiting gaande is. In de open brief probeer je, via de omweg van de publieke mening, je adressant extra te raken. Zo probeer je ook in elke uiting je adressant extra te raken doordat je laat blijken dat die uiting niet alleen van jouw eenzame zelf is. Elke uiting bevat de echo's en suggesties van anderen, en beide gesprekspartners weten dat eigenlijk wel.

Ook het omgekeerde is het geval. In een open brief probeer je via je adressant het publiek te raken. Het is mooi als je je abstracte boodschappen kunt voorzien van een naam, een gezicht, een vijand. Hoezo is dat in elke uiting het geval? Daarvoor kun je terecht bij intellectuelen als Habermas. Elke conversatie is oefening en opstapje naar openbaar discours. Pas dat toe op de realiteit van de schimmencommunicatie en je kunt zeggen: elke privé-conversatie is openbaar discours, elke privé-conversatie is geen privé-conversatie, evenmin als dat het openbaar discours openbaar is (in Habermas' termen: het is een contrafactische aanname, of een regulatieve idee). Via je adressant treed je steeds opnieuw en steeds anders toe tot de schimmencommunicatie, het schimmige gebied tussen privé en openbaar.

Resteert nog één kwestie. Aan wie is deze blog gericht, behalve aan iedereen en niemand? Het zou flauw zijn om à la Kafka te zeggen: alleen aan jou, beste lezer. Deze blog is alleen aan jou gericht ('maar nu is het te laat, ik sluit de poort...'). Nee, namen, we willen namen.

Goed dan. Deze blog is een open brief aan mijn vader (ditmaal niet à la Kafka, niet een 'Brief an den Vater'). Mijn vader, die geen computer heeft en deze blog waarschijnlijk nooit zal lezen (hè? is het dan wel een open brief?). Mijn vader, die vaker ingezonden brieven naar de krant schreef, meestal een soort open brieven aan de bisschoppen van Nederland. Zo kan ik deze blog voorzien van een schijn-adressant zodat voor u allen (iedereen en niemand) helder wordt dat het allemaal niet zo helder is, die hele communicatie tussen ons.
...(wie?)...


Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...