zaterdag 15 april 2017

Wat hier gaande is

Kijk ik naar wat er gaande is, dan moet ik eerst zeggen dat het me allemaal boven het hoofd is gegroeid. Er is me zoveel boven het hoofd gegroeid dat ik misschien wel moet zeggen: subliem, het sublieme. Maar hoe uit zich dat dan in deze blogs?

Allereerst in het stichten van series. Ik stichtte steeds een serie wanneer daar aanleiding toe was, en dat was best vaak. Schreef Jean-Pierre Geelen weer eens iets over de jacht, of Zygmunt Bauman, wat bij me binnenkwam doordat Minke Knol het boek in mijn postvak gooide, dan stichtte ik dus weer een serie, ditmaal over de jacht. Leuk thema! Doen dus, bloedt vanzelf weer dood.

Daarnaast heb ik ook series laten doodbloeden die werden overgenomen, zo leek het, in de realiteit zelf. Zo herinner ik me dat ik een afspraak had gemaakt, in 'Vervlog', om de identiteit van collega Tjeerd (rara!) over te nemen. Bizar idee, ik stopte ermee. Ik moet er wel bij zeggen dat ik die serie überhaupt was gestart op aanraden van vriend Pieter die met de langere verhalen met episodes goede ervaringen had en mij dat ook gunde. Er was dus al zoiets als identiteitsovername aan de gang, en dat zette zich voort na het doodbloeden van de serie. Want onlangs meldde 'Tjeerd' me dat hij een bepaald evenement wegens omstandigheden niet kon organiseren, en ik werd (met iemand anders) degene die hem werd. Wie had dat kunnen denken??

Sprekend over vriend Pieter, hij nam weer elementen uit mijn leven over in zijn verhalen, wat mij ontsloeg van de plicht om alles maar dan ook werkelijk alles te bespiegelen in het universum waar u nu bent ingedoken. Merel Marijn Snijdood, nu al een beroemd karakter, en een goede vriend van Pieter weet precies wie ermee wordt bedoeld, al kunnen we het hem zelf nu niet meer vragen. Het leven gaat waar het niet gaan kan, voorbij zijn einde...

Dit is toch het moment van de waarheid, deze lente. Planten staan er als dood bij, maar krijgen ineens loten. En scheuten. Ik kon nog zo hard delibereren over mijn eenzaamheid en de non-existentie van de lezer, ineens kreeg ik dan reacties. Het is nu zelfs zo gek dat ik zal overstappen op papier, hier en daar. Het is dus onmogelijk om me nog langer te verschansen in wat een adressant volgens een vriend mijn klooster-existentie noemde. Ik weet nog niet of ik daar blij mee moet zijn. Natuurlijk kijk ik steeds naar de statistische gegevens bij deze blogs, naar de page views. Liever zou ik dat niet doen. Het schrijven moet zelf krachtig zijn. Haal je het nieuws, dan liever met een bericht dat je je monoloog hebt afgestoken ook toen je werd gemeld dat er helemaal geen kaartjes waren verkocht. Denk aan Jezus, de Jezus van Goede Vrijdag, en liever nog, aan de Jezus van Stille Zaterdag. Of aan de stille diplomatie van Bert Koenders.

Ik heb weleens gedacht dat ik moest snoeien. Snoeihard. Alleen nog de prijzingen en de ideeën. Maar toen dook zus Mieke ineens op met iets dat toch bij uitstek paste bij Personae, waar ik het masker van mijn vader had opgezet, en van mezelf als zijn zoon, zoals ook in de Heilige Triniteit al het geval was. Schrijf ik iets over mijn vader en mij, als goedkope proactieve imitatie van Knausgards deel 1, dan moet het gewoon daar. En zo blijf ik maar wat slingeren, geslingerd worden, door mijn zus, door God (Welke?) en wie weet door mijn vader zelf.

De duizend bloemen bloeien dus door, her en der. De kaders helpen niet, ze helpen alleen om te worden overschreden. De series worden gesticht en laten zich niet doodbloeden. Snoeihard herleven ze, 'het is sterker dan mezelf!' zoals vriend Pieter placht te zeggen. Ik zou nu kunnen zeggen 'Ecce homo', zoals gisteren Pilatus nog, maar je zult moeten overgaan op meervoud, maiestatis of multitudo.

Er breekt zich iets baan, voortdurend. Het mooiste zou zijn wanneer ik zoals leerling Yorrick en filosoof Agamben een witte bladzijde zou inleveren als resultaat van dit spreken zonder zeggen, dit spreken in mogelijkheden die zijn geabstraheerd van de verwezenlijkingen. Hoe dan ook loopt dit betoog uit op wit.

Afbeeldingsresultaat voor sjoelbak

zaterdag 1 april 2017

Verwondering

Victor Mids verkoopt verwondering, zei hij. Het mooie is dat hij goocheltrucs uithaalt en dat mensen dan inderdaad verwonderd zijn. Ze zeggen: o, hè, dat is bizar!

Zo zijn de mensen dan inderdaad verwonderd. Verwondering is hun verkocht, en verwonderd zijn ze. Ze hebben precies wat hun was aangekondigd. Dat maakt Victor Mids zo betrouwbaar.

Nee, ik steek niet de draak met Victor Mids en heb niet de bedoeling de betovering te verbreken. Er is wel degelijk verwondering. Om die te laten ontstaan hebben we onszelf nodig. Victor voert zijn trucs voor ons uit maar niettemin zijn we verwonderd om deze trucs. Dat moet dus ook met onszelf te maken hebben. Wij zijn het die verwonderd zijn en Victor geniet van onze verwondering, glimlachend en in stilte.

Laat ik voorzichtig een stelling wagen. Dat we verwonderd zijn om de goocheltrucs van Victor Mids betekent dat verwondering vooral verwondering is die we willen. Verwondering is verlangen. Het is dus zeker niet zo dat de verwondering het zijn geldt. De verwondering geldt hooguit het zijn van dat verlangen. Hè, zijn we verwonderd om de goocheltrucs van Victor Mids? Bizar!

We spelen stilstand, weerstand, wantrouwen om de verandering alle ruimte te geven. De verandering vindt plaats en daarvan maken onze stilstand, weerstand en wantrouwen deel uit. Ook de transactie verwondering maakt deel uit van de verandering. De transactie verwondering maakt als ingeloste verwachting deel uit van de verandering.

De trouwring van Wendy van Dijk is voorgoed verloren.


Afbeeldingsresultaat voor hans kaps

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...