vrijdag 26 juni 2020

Gewring

Nu ik voorlopig gestopt ben met filosofie, valt me op dat er nog een stuk leven overblijft. Dat lijkt een beetje op de bekende formule dat je nog een stuk maand overhoudt als het geld op is. Het geeft enerzijds een hoop vrijheid, anderzijds niet het soort vrijheid waar je geld voor nodig hebt, of in mijn geval filosofie.

Er wordt verschillend gedacht over de verhouding tussen filosofie en leven. Je hebt de School of Life, de filosofie volgens Alain de Botton en de levenskunst, waar ik altijd argwaan voelde opkomen. De filosofie wordt een soort slaafje om je te helpen op de goede manier te leven, om alles uit het leven te halen wat erin zit. Maar jongens, het leven is er hoe dan ook, of je er nu iets uit haalt of niet. Het wordt allemaal zo religieus!

Hier doet zich een kleine rimpeling voor. Die hele religieuze aanbidding van het leven, waar overigens ook mijn held Agamben volop aan meedoet, die verraadt een soort slaafsheid die ons ineens kan tegenstaan. Misschien is het een stukje eerlijker om terug te vallen op de existentialisten met hun literaire pendanten, zijzelf (Camus, Sartre) of zonder filosofie (Beckett). Het leven heeft iets walgelijks, het trekt zich niets aan van onze verering, het gaat hoe dan ook door, zelfs als we eruit zouden stappen.

Misschien denken we te automatisch dat we moeten terugwijken voor deze ontluistering. Zoiets zag ik ooit bij de Russische denker Solovjov, die zei: als je op het punt staat zelfmoord te plegen, dan kun je er achter komen dat je die hele toewijding ook in het leven en in de ethiek kunt steken. Als je dan toch iets wil doen, doe dan iets goeds. Camus is iets meer van: ja, je kunt me wat. Doe dit, doe dat, nooit is het adequaat, absurd blijft het. En hij stierf door een absurd auto-ongeluk, waardoor je bijna weer gaat denken dat dit ook weer betekenis heeft.

Er blijft iets wringen. En wringen blijft het. Je kunt er iets uit proberen te wringen, maar het wringt net zo goed iets uit jou. En dan blijft er misschien niet zo heel veel over. Er blijft iets over, maar misschien niet heel veel. Zo las ik in de krant het verhaal van de man die zeer levenslustig was, maar vlak voor zijn pensioen overleed aan corona. Voor hem bleef er dus niets over, ook dus geen gewring, maar wel voor zijn nabestaanden.

Zo ben ik geneigd het nu te zien, er is zin, er is leven, en er is gewring tussen beide. Het is een beetje te dit, een beetje te dat. Of heel veel daarvan, over de top of ver eronder. Het is maar de vraag of denken je iets brengt als je hierover denkt. Misschien moeten we denken meer zien als een andere naam voor dit gewring. Ik zie een dweil, een spons of een inktlapje. Allemaal visioentjes die op een of andere manier weer iets plooien en geplooid worden, met een beetje pijn en moeite, of met een milde lach. Dat kan ook, als je maar lang genoeg onder een boom zit, kun je uit het leven een milde lach wringen.

Leifheit wringmop met huls
 

maandag 22 juni 2020

Tegen de filosofie

Er zijn tien redenen waarom we niet moeten doorgaan met filosofie:

1. Filosofie maakt mensen arrogant.

2. Als je praat over filosofen voelen mensen zich dom.

3. Filosofie is sinds Plato verzwakt, en de logische consequentie is verdwijning.

4. Filosofie levert niets op.

5. Als je nadenkt, moet je verder nadenken, en benader je dus het einde van het nadenken.

6. Filosofie leidt af van de dingen waar je vrienden het over willen hebben.

7. Filosofie is ingehaald door de feiten.

8. Filosofie brengt je van logica naar poëzie.

9. Filosofie is een institutie, en die moet je met kritiek bejegenen.

10. Filosofie maakt alle relaties kapot.


Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...