zaterdag 10 augustus 2019

Wat te doen? Het proletariaat van de schrijvers

Wie schrijft die blijft. Maar alleen zijn naam. En verder alles van voldoende kwaliteit. Hoe langer je schrijft, zo blijkt maar weer, hoe meer mitsen en maren.

Zo af en toe komt er een gewetensvolle schrijver of recensent met een morele taakopvatting. Hij vindt het maar niks dat zomaar iedereen alles neerkwakt op het toetsenbord zonder dat er een Kritische Redactie in alle kleuren overheen is gegaan.

En zo kan het gebeuren dat de spontane schrijver, onder wie ook ondergetekende, gebukt gaat onder angsten. Heb ik voldoende kwaliteit? Nee, al teveel afwijzingen gehad in mijn leven. Heb ik voldoende ambitie? Nee, een blogje per keer vind ik al erg bevredigend. Heb ik voldoende respect voor de lezer? Nee, de lezer zoekt het zelf maar uit.

Er moeten vast meer mensen zijn zoals ik. Ze schrijven maar wat raak, ze geven de dingen desnoods met eigen geld uit, of ze gebruiken internet. Misschien schieten ze net als ik tekort op alle drie genoemde punten. Dan ligt daar dus ruimte voor een stukje herkenning.

Zouden we al voorzichtig kunnen spreken van een nieuw proletariaat? Het proletariaat van de schrijvers die maar wat schrijven?

Het wordt een hele klus om dat te organiseren. Er komen dan heel veel kwesties bovendrijven, geleidelijk of meteen al. Ik verwacht bijvoorbeeld dat de Facebookberichters zich tekort gedaan voelen omdat ze buiten de boot van dit nieuwe proletariaat dreigen te vallen. Andere potentiële bedreigde groepen zijn de schrijvers in dictaturen die het zomaar wat schrijven graag zouden willen, maar niet eens kunnen zonder in de gevangenis te belanden. En dan heb je daar nog de schrijvers die beroepsmatig bezig zijn. Ze worden in hun inkomsten bedreigd door lui zoals ik, of potentieel in de toekomst.

Ik zal je zeggen: zonder enige dreiging is er geen sprake van proletariaat. Er moet wel enige dreiging van uitgaan. En dan moet ik dus meteen al op mijn woorden passen, want dreigementen dreigen altijd uit te hand te lopen. Het is in laatste instantie misschien de taal zelf die dreigt, nog los van wat ik ermee wil.

Het wordt nu zaak dit stukje in de hand te houden voordat er slachtoffers vallen.

Persoonlijk denk ik dat er een vorm van denken nodig is, denken over een vorm van schrijven waarin dat schrijven zichzelf beteugelt. Dat scheelt een hoop ellende. Ik zou dit stukje kunnen beteugelen door steeds te checken bij de kliks of er niet teveel lezers zijn. Schrijven kan, zolang het geen beweging wordt. Het was schrijven zomaar, weet u nog?

En laten we een ding afspreken. Nadat u dit stukje uit hebt, klik het dan weg en vergeet het. U heeft het niet gelezen, ik heb het niet geschreven.

Afbeeldingsresultaat voor schrijversbond



Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag

Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...