Een vijand zoals in films, zeg maar James Bond. Ze hebben een soort humor die niet onderdoet voor die van Bond zelf. Integendeel, zeker als Bond zo serieus is als Daniel Craig.
Wat willen de Britten zeggen met deze superieure vijand die alles kan wat zij zelf kunnen maar dan extremer? Beter? Gedurfder?
Denk aan de scène in Skyfall dat Silva reageert op de opmerking van Bond dat iedereen een hobby nodig heeft. 'Dus wat is die van jou?' 'Resurrection', zegt Bond dan.
Er is, vanuit het perspectief van Bond, weten we van de film erna, maar één manier om die heftige hobby te overtreffen. Bond sterft.
Zo lijkt de dood het hoogst haalbare. Behalve als je het over hobbies hebt. Daarin is zijn vijand superieur. Die blijft herrijzen.
Misschien dat we het begrip hobby moeten herzien. We denken dat hobbies secundair zijn, de belangrijkste bijzaak. En ineens is de hobby primair.
Alles wat we doen komt neer op hobby. Behalve ons werk, onze taken, onze professionaliteit. Ons werk verlangt van ons dat we sterven, voor onszelf maar bovenal voor de gemeenschap.
Onze eigen dood, die voor onszelf, is hobby. Het is ons ding, het ding waardoor we nog enige afstand kunnen nemen van ons werk en onze taken.
Het hoogste dat we kunnen geven is niet onze dood, het is onze resurrectie.