zondag 13 oktober 2013

Nieuws



Het nieuws beheerst de hele dag het nieuws.

(NOS-reporter voor politiebureau na arrestatie kinderaanrander Cuijk)

Mijn geleg: elke allologie kan een tautologie zijn. Daarom zou je beter van een iterologie, dislogie, ipselocutie, contaminologie of globogie kunnen spreken.
Pas je het geleg toe op het nieuws, dan zou je moeten spreken van supernova.
In de uitspraak hierboven zou je moeten spreken van zelfbeheersing.

Nog meer geleg: het (implosieve) nieuws wil naar buiten. Het zal daarom altijd een inexplosieve kant bezitten. Aan elk exploderend nieuws zit een kant van zelfbeheersing. Het zegt zoveel niet wat het wil zeggen. Daarom roept het nieuws nieuwsduiding op die voortzetting is van deze inexplosieve dynamiek.
Ook nieuwsduiding is intern en extern zelfbeheersend nieuws.

Om de dynamiek te effectueren en zijn interne ineffectiviteit te laten behouden moet je aannemen dat het supernova-aspect erin besloten blijft. Het nieuws zuigt ons aan en op. Wij worden nieuws, oneindig gewichtig.

Een beheersing die zichzelf zoekt en niet kan vinden omdat ze niet kan zien dat de zoeker zelf het gezochte is. Anders gezegd: de beheersing heeft zichzelf altijd al gevonden.

Het nieuws beheerst de hele dag het nieuws.

De dag beheerst het hele nieuws. Nieuws leeft van de dag, bij de dag, voor een dag. Dag dag.
Een weekblad of jaarboek is geen nieuws. Het is alleen nieuws bij zijn verschijning op een dag.

Geleg is geen nieuws. Het brengt niets, het zuigt niets aan, het zuigt alleen op, haalt de voedingsstoffen eruit en legt het neer.
Nieuws is wel geleg. Het moet de dag erna verdwenen zijn, gearchiveerd. Weg geleg.




zaterdag 12 oktober 2013

De functie van het fort

Lampedusa zou bewijzen hoe aantrekkelijk we zijn. En hoe minder aantrekkelijk we worden wanneer we hun onze tanden tonen over de hele rij, van de Algarve tot en met Turkije.

Onderzoeker Hein de Haas bezweert de politici die de mythe van de aantrekkingskracht verkondigen. Zou dat de functie van het fort zijn, dat we gaan voor de roepers van de mythe? En daardoor onszelf op onnodige kosten jagen, want van de Algarve tot en met Turkije is best ver?

Je zou denken aan het lege centrum van de macht, waarbij het fascisme vergat dat het centrum alleen maar symbolisch leeg moest zijn. Door alle neuzen richting de dood te zetten maakte het dat centrum ook werkelijk leeg, zeker toen Hitler bezweek in zijn bunker.

 Maar Wilders is nog geen fascist, hij loopt met de zijnen over een touw dat op de juiste hoogte gespannen is. Vergelijk hem eerder met Brad Pitt in Inglorious basterds die hakenkruizen kerfde in de voorhoofden van zijn politieke tegenstanders, hun een jasje gaf dat je niet meer kunt uittrekken. Zo zijn linkse mensen al tijden effectief vleugellam en lachen de politieke leiders in hun vuistje.

Zou daarin dan de functie van het fort gelegen zijn, de brandmerking der milden? Wat schieten we daarmee op? Welke functie is daarin gelegen?

Die vraag zingt rond in een ongeziene ooghoek, want Hein de Haas roept op die politiek te bestrijden. Hij laat in het midden of we de politici daarvoor moeten begrijpen. Daardoor lijkt het of de aantrekkingskracht meer is dan ideologische idee, het lijkt nu een misverstand.

Te hardnekkig, lijkt me, voor een misverstand. Ik wed dat de politici ook wel weten dat niet heel Afrika onze kant opkomt. Maar het weten uitschakelen, daarvoor hebben we ooghoeken. En dankzij die ooghoeken hebben we gedoogbeleid. Dat stamt uit de gouden tijden van de slavenhandel. En dat mag een paar centen en zielen kosten. De bezwering van de Afrikaanse aanval is effectief omdat hij verhult dat we hen hierheen halen om hen voor ons te laten werken.

Dat wist u al. Maar vertelt u het niet verder?




woensdag 9 oktober 2013

Dezelfde componisten

Ja, het zijn steeds dezelfde componisten.
Onvoorstelbaar, dat uit die enorme meute van componisten, die hetzij leraar, hetzij autodidact, hetzij op bestelling of uit eigener beweging werden gedreven door drang, drank, drift.

Allemaal voor niets, want er bleven er maar een paar over: Schubert, Schumann, Beethoven, Berlioz nog erbij, dat wel, maar dan weer Mozart, Bach.

De nadruk verschuift van lieverlee naar hun oeuvre. Strijkkwintet in C, het meest geliefde werk aller tijden... De Vier Jaargetijden, uitgevoerd op 10000 manieren door diverse ensembles die we verder niet van naam kennen.

Heldhaftige pogingen van radio4 verergeren de boel. Ze rakelen hopeloze loosers op tussen de mazen van het net. Daar komen ze dan, Dussek, Diabelli, Cherubini, Spohr, Reicha, Buxtehude...
Plicht weer gedaan, weer door met waar we voor kwamen.

Ja, nee, geschiedenis kent geen rechtvaardigheid. Of nog erger: de rechtvaardigheid is nu juist dat alleen de toppen in zicht blijven. Waarom is dat erg? Omdat daarmee de minderen ook nog hun bestaansrecht wordt afgepikt.

Maaaar ja, de roes, de vervoering gaan hand in hand met gedweep, met verlangen naar ultieme kwaliteit ook, en luisterend naar dat kwintet in C herken je je cynisme in de doodsdrift van Schubert en kies je alsnog voor die naam, de andere wegduwend zoals je in monotheïsme en monogamie kunt houden van die ene en tegelijk kunt volhouden dat je de andere niet kent, niet meer kent.

En daar hebben we nog de herhalingsfactor, het rhithme... Vijf keer dat kwintet en je vergeet de werkjes van Salieri, die je overigens niet eens kende.

Voorstel van een project: laten we de vergeten namen nu eens een keer écht vergeten, dan blijven ze niet meer zeuren en kunnen wij voortaan volstaan met Schubert en die paar anderen.

maandag 7 oktober 2013

Onverschillig

Okee, dan laat je ineens je baard staan... nee sorry je bent lui, je scheert je niet meer...

Draaipunt, kantelpunt in de geschiedenis der trends.

Maar trend is zelf iets dat haaks op de geschiedenis staat, eerder onverschillig.

Meedoen aan de trend is dus verzet, verzet tegen het meedoen.

Je doet niet mee aan de geschiedenis en je maakt dat kenbaar - echter zonder het kenbaar te maken - door mee te doen aan een trend.

Schrijf de geschiedenis der trends en je schrijft de geschiedenis of wat ervoor doorgaat.

Je bent lui en onverschillig en daardoor verandert er iets.

Maakt dat wat uit? Ja, voor de geschiedschrijver. Maar hem laat het koud of iemand een trend volgt, hij schrijft hun geschiedenis en draait het kantelpunt terug.

Daar staat het dan, dat teruggedraaide kantelpunt, de Grote Onverschilligheid.

Nu weten we het niet meer, zitten we nog in de geschiedenis of niet, in de trends of niet.

Willen we iets extrapoleren, dan weten we niet meer wat. Sorry Lidewey!

Die baard, die staat. Statisch, onverschillig.

Al begonnen met de Griekse filosofen, de Romeinse keizers die op hen wilden lijken, de baard.

Marcus Aurelius: kijken naar mensen mierenhopen, het laat me koud.

Daar sta ik, ik blijf staan. Hij blijft staan, die baard. Krisis of niet. So, what??





zondag 6 oktober 2013

Jezelf tegenkomen

Russel Shorto volbracht de truc door opnieuw duidelijk te maken dat de moderniteit niet uit Frankrijk stamt maar uit het Nederland van de Gouden Eeuw. Preciezer: Amsterdam.

Hij verwees naar het ontstaan van Amsterdam als katholieke enclave binnen een calvinistische omgeving. Rond de Stille Omgang ontstonden kloosters. Die kloosters zijn er nog, hoewel ze er niet meer zijn.

Zo'n geschiedenis kun je moeilijk opvatten als een centrum dat zijn invloed alleen in uitbreidende zin vergroot, van binnen naar buiten. Shorto verduidelijkt: het werd een bedevaartsoord. Anders gezegd: er kwamen ook impulsen uit de provincie, uit Hoensbroek en Tiel, of all places.

Ik moet aan mijn conservatieve opa Pieter Simons denken die vanuit Hoensbroek de mensen jaarlijks optrommelde om mee te gaan naar de Stille Omgang. Zou het werkelijk zo zijn dat het gedoogbeleid steeds opnieuw wordt vernieuwd vanuit impulsen die mensen als hij in gang zetten? Zodat hij zichzelf tegenkwam toen hij de topless zonnende vrouwen zag liggen in het Sarphatipark?

Ik moet ook denken aan Chris van Esterik die gisteren alle tijd nam om op onze gymnasiumreünie voor te lezen uit eigen werk, inclusief lovende reacties van een oudere, beroemd geworden, veramsterdammiseerde Tielenaar. Van Esterik laat niet na te benadrukken hoezeer dat het Tielse gymnasium destijds gericht bleef op het roemrijke verleden, met op feestdagen menus in het Grieks en Latijn.
Zijn e-mailpartner vertelde hem dat zij niet konden zijn geworden wie ze waren zonder het Tielse gymnasium.

Ik was erbij toen we als reüniecommissie praatten over de manier waarop Van Esterik zijn woord mocht doen op de dag, en ik was erbij toen we bij de reünie opnieuw de blik op het verleden richtten met Latijnse citaten in onze speech!
Van Esterik mocht wat ons betreft twee bladzijden voorlezen.

Toen hij er een half uur van maakte konden we niet ingrijpen. We moesten hem gedogen.

Zou hij niet evenzeer ons hebben moeten gedogen? Het Tielse gymnasium uit zijn jeugd dat nog steeds 'in zijn ziel staat', en het gymnasium van nu dat evenmin als vroeger beschikt over alleen maar inspirerende docenten?

Shorto ontwaart het geheim van het gedoogbeleid in de ervaring dat je iets samen verzint. Je moet je individualiteit afstaan.

In die zin kwam iedereen zichzelf tegen, mijn opa, het topless zonnende meisje, Van Esterik, de reüniecommissie, in die wonderlijke ervaring die gedogen heet, en die noch samenvalt met tolereren noch met disciplineren.

Overigens gaat Van Esteriks volgende boek over Amsterdam.



woensdag 2 oktober 2013

Buitenspel

Logisch. Wanneer je vlak voor de keeper staat krijg je de bal ver van achteren naar je geschoten en schuif je hem moeiteloos in het doel. Geen kans dat er voetbal aan te pas komt tussen jou en de goal.

Terwijl je toch voor voetbal kwam naar de tempel.

Nu is de uitdrukking voetbal tamelijk meerduidig, maar iedereen weet wat ik bedoel wanneer ik voetbal zeg. De ene keer is het de strijd tussen mezelf en de tegenspeler waarin we het elkaar niet makkelijk maken, de reële strijd zichtbaar én herkenbaar is voor de toeschouwer en waarin tevens sprake is van schoonheid dan wel het sublieme. De andere keer een naam voor het spelletje als zodanig.

Nu is er dus die regel. Oorspronkelijk moest je om het gevaar van devoetballisering te bezweren naar een persoon achter je spelen, zoals bij rugby. Dat is later gelukkig gecorrigeerd, zodat we nu wél naar voren kunnen passen, maar niet zodanig dat de speler voor ons in buitenspelpositie geposteerd staat.

Dat maakt het spel spannender, het voetbal waarschijnlijker, bijna zelfs mogelijk.

De list der listen is de buitenspelval. Waar buitenspel de oplossing was voor de val der vallen, is de buitenspelval de val der listen. Daarom is het meer dan een list. Het is de munitieus minutieus geregisseerde gedoceerde gedoseerde verrassende stap naar voren van de gehele achterste linie op het moment dat de vijand zijn schot gaat lossen. Jawel, gaat, op het punt staat om.

Inmiddels een welhaast historisch fenomeen, het buitenspel is alweer stappen verder in de geschiedenis, zijn geschiedenis, altijd een verrassende stap zetten om te bezweren wat wij nog net kunnen bedenken, of op het punt staan om.

Proef die taal: abseits. Loi 11. Contre l'esprit du jeu!

Moet ik vrezen zelf buitenspel te staan, wachtend op die te gemakkelijke bal, het fluitsignaal negerend met de handen achter mijn oren? Dat is aan u.


Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...