maandag 6 juli 2015

Etappe 3 - De doek van Veronica

Op dit moment zit ik op school voor een computer waarop ik wel de beelden kan zien, ook live informatie krijg, maar geen geluid bij de beelden. De etappe is nog niet voorbij, maar ik weet wel dat Dumoulin uit de Tour is. De man die geel zou pakken, ons geel, op de muur van Huy.

Dat ik wel de beelden zie maar er geen geluid bij heb lijkt mijn zoekrichting te ondergraven dat de essentie van de Tour in de taal ligt. Ook hier weer een enerzijds-anderzijds. Enerzijds ontberen de beelden zonder commentaar de dramatiek die nodig is om deze val onmiddellijk zinvol te maken. Anderzijds gebeurt nu waarop Bert Wagendorp zinspeelde, dat je als kijker zit te wachten op iets waarover iedereen het zal hebben. Geen gebrek aan woorden dus.

Behalve deze zoekrichting, laat ik hem Barthes noemen, kun je de beide andere ook op de val van Dumoulin toepassen. Je hebt het theater van de wreedheid, de visie van Van den Akker. Nu vind ik het moeilijk deze voor mezelf geldig te vinden. Ik heb de video van de val een keer gezien en heb geen behoefte om hem een paar keer af te spelen. Maar goed, ik hoef niet representatief te zijn voor de wielerfilosofie, en ik ben nooit ontheven van de taak de geldigheid van een visie te blijven overdenken, hoe ongeloofwaardig hij ook lijkt.

Nog voor ik aan de beproeving van de resterende optie, die van Marc van den Bossche en het lichaam, toekom, realiseer ik me dat ik wellicht geen enkele optie overboord zal werpen. Dumoulin kan dan misschien uitvallen, filosofische vragen en visies doen dat nooit. Want dan keren ze vroeg of laat met verhevigde kracht terug.

Theater van de wreedheid. Ja, die optie is zeker geldig, tot op zekere hoogte. Want nu herinner ik me weer dat gezicht van Laurens ten Dam van een paar jaar terug, na zijn val. En Erik Dekker van nog veel langer geleden. Deze foto's zijn eigenlijk afdrukken van de doek van Veronica. In een oogwenk is de wreedheid veranderd in martelaarsheroïek en tekens van liefde. En hoe sneu ik het ook voor Tom en vooral ook voor Nederland en Maastricht (inclusief Heugem) vind, hun wordt nu gratis de absolute zekerheid in de schoot geworpen dat Tom vanavond geel zou hebben gehad als...

Nu kun je ironie, want daar heb je het hier over, op verschillende manieren filosofisch duiden. Aan de ene kant weet iedereen, zelfs de Maastrichtenaar, wel beter. Aan de andere kant beantwoordt de hoop op geel aan een diep, serieus geloof, of een gemis, dat vaak pas een dag later naar boven komt. Tom fietst niet meer mee en even interesseert het ons geen bal meer wie er wint.

De pizza's zijn gearriveerd, zonder dat ik deze blog kan afronden en zonder dat ik weet wie er gewonnen heeft. Wat mij betreft heeft Tom Dumoulin gewonnen, ik hijs hem in het geel, als statement.

5 opmerkingen:

  1. Anton,
    uiteraard gaat je tekst over DE valpartij met onze Tom. Dat durf ik als niet-Maastrichtse zelfs te zeggen. Tom was de gedoodverfde geletruidrager van de volgende dag, journalisten en waarschijnlijk ook het publiek konden er niet over ophouden. Ik heb me nog afgevraagd hoe slim dat was na de desillusie van de verloren proloog. Tom moest en zou geel pakken, daar hebben wij recht op.

    Je hebt er een leuke draai aan gegeven. Door de valpartij die leidde tot ABANDON kon Tom er in ieder geval niets aan doen dat het geel weer aan hem, dus ons, voorbij ging. Wat zal hij gedacht hebben? Stiekem opgelucht dat hij niet weer met een verklaring moest komen? Alleen hij weet het, wij hebben houvast aan de illusie dat het anders gelukt zou zijn.

    Mijn troost: mijn favoriet is niet knuffelbeer Tom Dumoulin, maar Chris Froome, en die heeft dit jaar minder pech. Tot dusver hebben Contador, Quintana en Nibali het nakijken. Waarom Froome? Geen idee, allemaal gevoel. Wielrennen is voor 80% gevoel, al dan niet nationalistisch.

    Wie vallen er vandaag?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Martin en Nibali. Jij en de goden zijn op de hand van Froome.

      Verwijderen
  2. En toch mis ik de Avondetappe, de heerlijke ironie van Mart, die een meester is in het creeeren van sfeer. Ik mis ook zijn sidekicks, Edwin Winckels, Bert Wagendorp (daar is ie weer) en Thijs Zonneveld, die wel af en toe opduikt. De avondetappe als verlenging van de dagetappe, om elke dag verwachtingsvol naar uit te kijken, nu vervroegd en vervangen door een schamel aftreksel. Eindelijk gewend aan het duo Ducrot-Dijkstra - waarover je mij niet hoort klagen - moet er nu ook verjonging in de avond. Ook de NOS wordt gedomineerd door managers. En de manager vind je tegenwoordig overal, dus ook daar de link van microkosmos naar het gewone leven.

    De beelden van een scheldende Pinot, die langdurig door de Franse TV getoond worden. Met wij als kijkers lekker veilig aan de zijlijn. We kijken graag naar alle ingrediënten van het echte leven, mits het ons niet zelf treft, maar waarover we vervolgens wel eindeloos kunnen praten, allerlei duidingen geven van zo'n emotie. Want de emoties kennen we heel goed en gelukkig hebben renners die ook. Al verbaast het me steeds weer hoe ogenschijnlijk rustig een renner na afloop van een valpartij verslag doet van zijn val. Alsof het geen gruwelijk gebeuren was met de meest pijnlijke schaaf- en snijwonden of breuken.

    De Tour is theater en wij zijn er 3 weken zoet mee.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wist je dat Mart nu de ochtendetappe doet in de Volkskrant? Minder sfeer dan de avondetappe, geen Dalida. Hij doet wel erg zijn best om zonder wijn toch een vleugje Jean Nelissen in zijn columpjes te brengen. Le Havre roept bij Mart de ontsnapping op van Thierry Marie uit 1991. Van belang is dan altijd dat de winnaar uit de streek zelf afkomstig is. Marie was ook nog eens buurman van Lenorman. Dankzij jou heb ik zijn Ballade des gens heureux leren kennen. Ironie? Jij mag het zeggen. Temeer daar je kort geleden in Le Havre was.
    Ik denk dan ook aan Sartre zoals je weet en La nausée.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik denk dat er een verschil is tussen het verhaal over de val van Dumoulin en over de vrolijkheid van Gesink. De vrolijkheid van Gesink is een abstractie, een duiding van zijn gezichtsuitdrukking na wat een zware etappe zou zijn. De journalist die graag wat vrolijkheid in Gesinks gezicht ontwaarde, doet me denken aan Romeinse priesters die in de ingewanden van door hen geslachte vogels de toekomst lazen. De journalist hoopt van het gezicht van Gesink een voor "Nederland" gunstig verloop van de Tour te kunnen aflezen en 'onderbouwt' die hoop door Gesinks gezichtsuitdrukking vrolijk te noemen, want wie vrolijk kijkt na een zware etappe moet wel sterk zijn en wie sterk is, zal wellicht ook grote kansen maken op een fijne uitslag: hopen op het onvoorspelbare.
    Over Dumoulin valt weinig te hopen of te duiden: zijn val is eenvoudig empirisch waar te nemen, evenals het scheurtje in zijn schoudergewricht. De conclusie is dan ook simpel: afstappen en stoppen, behandelen en volgend jaar misschien nieuwe kansen. In de pers ook geen verhalen over zijn doorzettingsvermogen of wilskracht. Daarvoor moet je bij Ten Dam zijn, stoere man bij uitstek. Maar ja, die fietst nog door, dus bij hem is er nog alle hoop op het onvoorspelbare.

    BeantwoordenVerwijderen

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...