zondag 22 oktober 2017

Echt getikt

Kijk je een wedstrijd, of op het andere kanaal een beschouwing over de piano voor de late Beethoven, dan krijg je tegenwoordig geweldig commentaar. Zo geweldig, of je het nu hebt over Frank Snoeks of over (in het geval van Beethoven pianohistoricus Tom Beghin), dat je iets moet doen met je intellect dat hoe dan ook probeert te volgen wat er gebeurt. In het besef - voortaan - van het tekort.

Je gaat dan bijvoorbeeld op de emotie hangen. Of je vertelt aan je medekijkers iets over de late Beethoven of over Marcel Keizer wat jij hebt kunnen volgen waarmee je je intellect demonstreert maar niet je tekort omdat niemand dat kan volgen, noch de buitenstaander noch de echte insider.

Wat is de productiviteit van deze echte, pure middelmaat, de extreme middelmaat?

Sloterdijk zou zeggen: het perfecte is niet perfect omdat het kan worden verbeterd. Daardoor beland je in de tussenfase van degene die nog vorderingen maakt. Te mooi om waar te zijn, deze hypothese.

Waarschijnlijker is dat we blijven verzwakken. Vanuit de briljante hypothese zoeken we het spektakel. Tom Beghin verlaagt zich intussen tot een kattenfilmpje. Wilde de late Beethoven echt zulke snelle tempi? Of was zijn metronoom gewoon kapot omdat Beethoven nu eenmaal vaak boos was, de metronoom op de grond smeet en de kat er zijn muis in zag? En Beethoven zijn emotie vergat zodat hij door alle waarneming heen bleef vertrouwen op de getallen van de metronoom?

En zo blijven we zakken, op die metronoom. Nog verder zakken betekent een hoger tempo, of althans een hoger getal.

Ik schakel weer terug naar Buitenhof waarin Winsemius mocht uitleggen wat hij bedoelde met zijn uitdrukking 'geschiphold'. De vliegmaatschappijen geloven alleen nog in berekeningen, niet meer in metingen. Ze houden zich doof voor de gevoeligheden der omwoners. Die zijn dus geschiphold.

Overeenkomst tussen Schiphol, Beethoven en Frank Snoeks, behalve het oorverdovende kabaal der stemmen: het vertrouwen in nietszeggende cijfers, het nietszeggende vertrouwen in cijfers, het gesimuleerde vertrouwen, het echte wantrouwen, de opsluiting in zichzelf.

Afbeeldingsresultaat voor metronoom kat

zondag 15 oktober 2017

Eeuwige zelftherapie

Op de media kun je goed volgen waar het heengaat met de behandeling van criminelen. Vooral bij Buitenhof raakte ik onder de indruk. Aan het woord waren vertegenwoordiger van de Hoge Raad Corsten en onderzoeker Wineke Smid. De laatste had uitgezocht dat het redelijk goed is vast te stellen welke kans op recedive er is bij sexuele delicten. Het ligt dus voor de hand tbs bij verdachten op te leggen op basis van en naar rato van deze kans, legde ze uit.

Ik had altijd gedacht dat veroordelingen ook gebaseerd waren op het belang van de samenleving om tegen misdadigers te worden beschermd.

Wellicht moeten we tbs steeds meer zien als het model van de straf überhaupt. In plaats van de straf komt de genezing. Idealiter is dat een genezingsproces zonder eindpunt. Er is bij de veroordeelde immers geen ziekte vastgesteld en dan kan ook nooit worden vastgesteld dat de ziekte verdwenen is.

Mijn vader mompelde in zijn stoel dat ze de verdachte van de moord op Anne Faber nooit hadden mogen vrijlaten. Het is volgens hem gewoon een kwestie van oorzaak en gevolg. Er is weliswaar geen oorzaak vastgesteld, maar gezien het gevolg moet die er wel zijn, zo probeer ik de logica van mijn vader te redden. Opnieuw weer dat procesmotief. Oordelen doe je en moet je omdat de mogelijkheid van zo'n moord onverdraaglijk is.

Ik ben benieuwd waar we op den duur zullen uitkomen. Als er geen oorzaak in de hersens kan worden gevonden en ook geen ziekte, dan wordt de straf geleidelijk omgezet in een therapie waarbij de veroordeelde blijft vastzitten.

Foucault was met zijn panopticon heel dichtbij, maar misschien nog wel dichterbij met zijn 'zorg voor zichzelf'. Ook bij ons is immers geen oorzaak en ziekte vastgesteld en ook bij ons bestaat de kans, hoe klein ook, dat we ineens een misdaad of andere overtreding begaan. De therapie van de ander is dus die van het zelf. Daarvoor bestaat nog een ander argument. De misdadiger moet zich leren beheersen en de zorg voor zichzelf is de efficiëntste garantie tegen recidive.

We bevinden ons dus allemaal weer midden in het proces. Iedereen is verdacht. Waarom wordt verzwegen dat we allemaal democratisch instemmen met de rechtsstaat, dus met de beperking van de macht van de overheid? Hebben we Anne Faber niet allemaal vermoord? En alsof dat nog niet genoeg is, ook nog eens met lust omdat we samen roepend en verklarend onszelf als gemeenschap uitvinden en bejubelen?

Inderdaad, 'het gebruik van de lust', ook weer zo'n titel van Foucault...



vrijdag 13 oktober 2017

Tolerantie

Het is zo belangrijk om iets te schrijven wat ertoe doet. Dat wil je niet weten. Zo kijk ik nu naar Eus, die praat over tolerantie. De toon van de uitzending was al gezet door een vrouw die zei dat het voor haar niet meer hoefde als het niet van harte was. Dat sentiment kan ik navoelen. Ik wil ook graag dat men mij niet zomaar wil, maar met liefde en van harte. Denk je erover na, dan is het ook weer onhoudbaar. Mensen voelen nu eenmaal niet altijd liefde voor mij, maar dat betekent niet dat ik wil dat ze me doden. In die situatie ben ik allang blij als ze accepteren dat ik er ben. Zo schrijf ik nu mijn lettertjes en hoop ik dat ik er niemand mee hinder. En daar mag ik dan toch van uitgaan, dames en heren? Anders hoop ik dat u het me zegt, zodat ik verdedigingsmaatregelen kan organiseren, of desnoods kan verdwijnen. Hoe gaat het inmiddels met de uitzending? Leo Blokhuis loopt over een markt en laat mensen aan het woord. Dat lijkt op een perfect voorbeeld van tolerantie. Je houdt je microfoon onder de snufferd van de eerste de beste. Ja, dat kun je er wel weer uitknippen. Maar dat doe je ook weer niet zo gauw. Liever luister je ook als het je niet uitkomt en als je het niet begrijpt. De ander maakt je uit voor kind en dan glunder je, als een kind. Self-fulfilling prophecy heet dat. Ik ben jong omdat ik glunder en niet zo gauw weet wat ik moet zeggen tegen Leo Blokhuis. En dan vind ik het fijn dat je me bewondert en dan hoeven we het niet meer over tolerantie te hebben. Die fase slaan we liever over. Ook al omdat bij de toets wel blijkt of je tolerantie en tuli van ferre (dragen) kunt verenigen en dat ze niet te moeilijk voor je zijn. Ik word nu langzaam bang dat de uitzending me uit handen glipt. Tolerantie is wat je uit handen glipt, mag ik dat zo zeggen? De maan van de grote planeet heette δειλος of juist iets in het verlengde van mijn deconstructies. Als mijn directeur dus zegt dat de voorwaarden gelden, begrijp ik nu beter dat het wordt getolereerd, het voorstadium van de doding. Inmiddels is Inez binnengekomen en vertelt over pijnen en dreigingen van een goede vriend van ons. Ach jongens, de dood ligt zo dichtbij, dat kunnen we alleen maar verdragen wanneer we het elkaar vertellen als een verhaaltje. Zou het kunnen zijn, vraag ik me af, dat we alleen maar tolerant kunnen zijn doordat we gewoon leven, het leven voortzetten dat we leven? Daar hoort zeker ook bij dat we de zeer onaangename zaken zoals kanker van vrienden verdringen. Dat doen we dus merkwaardigerwijs om die onaangename zaken beter te kunnen verdragen. Tolerantie houdt dus in, noteer dat, lieve vrienden, dat we onaangename zaken verdringen om ze des te beter te kunnen verdragen. Dat is de les van vandaag. Ga heen in vrede en gedenk de vrienden met kanker en de vrienden die rare plekjes voelen, waarbij dus nog van alles kan gebeuren. Ik sla het gade met halfopen oog, het oog van de schrijver.

Afbeeldingsresultaat voor erasmus

zondag 8 oktober 2017

De wereld vanuit Roda

Roda is een verdomd belangrijke club in Nederland, maar ook in de wereld. Ze blijven maar verliezen. Maar de fans blijven kijken. Zelf kwam ik weleens de klas binnen om les te geven, werd gecondoleerd met het verlies van de dag ervoor, wilde overstappen, maar nee, dat is slap, stay by your team. En nu Nederland en de topdrie langzaam op Roda beginnen te lijken zul je daar hetzelfde mechaniek zien. Nooit zullen we overstappen! En als we overstappen zullen we dezelfde vernederingen ondergaan, want altijd zijn er winnaars en kapitaalkrachtigere clubs. En dus geldschieters die de zaak enkele jaren stabiliseren, ten koste van juridische eerlijkheid, dat wel, maar als enorm prettig contragewicht tegen de wereld die geregeerd schijnt door juridische eerlijkheid, dus uiteindelijk ten dienste van.

En zo is Roda dan toch de economisch-juridisch-morele-sportieve avantgarde geworden. Het eergevoel wordt ingevuld met vernedering. Nederlaag is het stempel van de eerlijke club en trekt de valse mannen met valse beloften aan. We zitten in de politieke metafoor bij uitstek. De valse mannen zitten weliswaar in de cel in verre landen, maar blijven met ons sympathiseren en zich opwinden over de slechte resultaten. Daaraan herken je het handelsmerk van de eerlijke verliezer, de toekomstige winnaar, de winnaar die ons een toekomst biedt, een toekomst als toekomst, de Champions League.

Afbeeldingsresultaat voor nathan roda

woensdag 4 oktober 2017

Grunberg over The Passion of the Christ

Van collega Maarten Timmermans (met deze naam kom je vroeg of laat vanzelf bij Jezus uit...) kreeg ik een beschouwing van Arnon Grunberg over The Passion of the Christ. Maarten en ik willen graag al kijkend nadenken over film. Daarbij hoort in dit geval dat we van Jezus naar film willen en van film naar Jezus. Al eerder kreeg ik via Scorsese de suggestie dat we het filmdoek moeten zien als het doek van Veronica waarmee ze het bloedende gezicht van de Verlosser depte. En zo kan ik weer probleemloos koersen naar Deleuzes filosofie waarin het gezicht de bewegende figuur bij uitstek is.

Maar bij Jezusfilms moet je als ongelovige altijd een beetje oppassen. Voor je het weet spot je ermee en word je alleen al daardoor deelnemer in plaats van toeschouwer. De spotters figureren in het lijdensverhaal en brengen daarmee de voorspellingen der psalmen al in vervulling. Met andere woorden, voor we het doorhebben bekeert Grunberg ons nog.

De belangrijkste cue voor mijn verdenking is het zintuig voor schandaal waarover Grunberg beschikt. Het gaat hier om een echt bijbelse term. Jezus is het skandalon, dat wil zeggen het struikelblok. Maar hij beklaagt ook de mensen door wie het skandalon in de wereld komt, vooral de man die kinderen verleidt (Mattheüs 18, 6-7). Het ligt hier voor de hand ook aan Jezus zelf te denken met zijn 'Laat de kinderen tot mij komen!'

In zijn beschouwing over The Passion of the Christ lijkt Grunberg ons te leren dat we moeten lijden om gelukkig te worden. Ik moet meteen denken aan Nietzsche die Jezus de grootste epicurist vond. We zitten met deze gedachte opeens in het spoor van de Griekse filosofie waar het draait om geluk, terwijl het in de Bijbel om redding gaat. Je kunt wel genieten van in slow motion spattend bloed, maar dat brengt op zichzelf nog geen redding. En misschien kom je bij nader inzien ook met Epicurus niet erg ver, omdat deze zag dat een teveel aan genot zich keert tegen het geluk.

Is daarmee de rol van Grunberg als redder uitgespeeld? Toch niet. Hij zoekt de weg naar redding via het lijden, maar trekt daaruit de conclusie dat we de Joden en Romeinen erkentelijk moeten zijn omdat ze het lijden van Jezus hebben georganiseerd. Grunberg stuit dan wel op het probleem dat Jezus niet echt lijdt, in de film. Daarvoor weet deze al te goed dat zijn lijden hem in het koninkrijk Gods brengt. De voorwaarde voor echt lijden is dat je opgezadeld bent met een geweten zonder dat er een beloning voor je klaarligt:
Degene die echt lijdt is Pontius Pilatus. Hij is ook de meest sympathieke figuur uit de film. Pontius Pilatus twijfelt, zijn vrouw zegt: 'Doe het niet.' Maar hij vreest voor een opstand en hij weet dat de keizer hem gewaarschuwd heeft: geen opstanden meer of jouw bloed zal vloeien. Zo wordt Pontius Pilatus de man met wie we ons echt kunnen identificeren. Een opportunist, gevangen in zijn functie, maar een opportunist met een geweten. (p.92)
Meteen verlaat Grunberg dit interessante spoor. Het is niet duidelijk waarom, misschien omdat de identificatie ons in de weg staat om redding te bereiken, als al te zichtbaar struikelblok. Wanneer we eigenlijk allemaal al een Pontius Pilatus zijn, heeft hij ons misschien weinig nieuws te vertellen.

Mij rest de mogelijkheid om tussen de regels het verlangen lezen dat zelfs met Jezus en Pilatus niet kan worden geblust, en zelfs door de spatslomo's van Gibson nog wordt aangewakkerd. Pilatus en Jezus verlangen net als Grunberg naar een redding die onttrokken is aan de loop der dingen, aan de keten van oorzaken en gevolgen, van beloningen en straffen.

Door ons als goedgelovige kinderen te behandelen ontsnapt Grunberg en lokt hij ons stiekem mee. Niet in onze interpretaties, maar in ons verlangen. Een verlangen dat zichzelf wil, in zijn gemis, in zijn gemis aan verlangen.

Als dit ergens op slaat, veranderen met terugwerkende kracht spot, schandaal en spektakel van betekenis. Ze houden de redding bij ons weg en wakkeren daardoor ons verlangen aan zodat we met niets meer genoegen nemen. Het verlangen gaat geheel ten onder in dit niets en wat overblijft zijn wij, wij die kijken en onze gedachten de vrije loop laten.

Afbeeldingsresultaat voor sint maarten heilige






Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...