zondag 29 maart 2015

Wie overblijft

Prima overwinning vandaag, van Luca Paolini in Gent-Wevelgem. Na afloop werd gesuggereerd dat hij de juiste demarrage op het juiste moment plaatste. Je kunt allerlei andere oorzaken erbij halen, ploegentactiek, ervaring (38 jaar!), pieken op het juiste moment.

Maar hoe komt het dat ik bij duursport steeds moet terugdenken aan die Duracell-reclame met die konijntjes die op drummetjes meppen? Die van Duracell blijft langer doordrummen, niet vanwege ploegentactiek maar omdat het nu eenmaal Duracell is.

Ik moet terugdenken aan het fabuleuze concert van metronomen dat door György Ligeti was georganiseerd in gemeentehuis Hilversum. Honderd metronomen, en een ervan bleef op het eind doortikken. Ja allicht.

Neem een willekeurige marathon. Strijd wordt gesuggereerd, maar wat we zien is een afvalrace, bijna altijd. En iedereen weet dat. We hebben respect voor de winnaar.

Maar mensen toch, is dat wel terecht??

Afbeeldingsresultaat voor duracell konijn

vrijdag 13 maart 2015

Dit is een bijdrage aan de veredeling van het leven

De vuile was binnenhouden. Het houdt je van de straat. Trekken aan een dood paard. Het zijn evenzovele motieven om blogs te schrijven. Alles is goed genoeg, als het maar werkt.

Je kunt het hele dagelijkse leven in dienst stellen van het schrijven. Maar het kan ook andersom! In Oefeningen in wat ik zoal meemaak is dat evident. Ik oefen wat en kan daarna weer uitgerust meedoen aan wat eigenlijk toch al gebeurt. Hier in Geleg is de evidentie een stuk minder. Maar ook hier staat het schrijven ten dienste van het leven. Alleen werkt het anders. Uitgangspunt is hier dat het leven geen behoefte heeft aan schrijvers. En voorzover het dat wel heeft, zijn er schrijvers zat. Voor mensen die met alle geweld willen schrijven maar op wie niemand zit te wachten zijn er prima oplossingen bedacht: Facebook, dagboeken, maar ook blogs als deze, waarom niet.

Maar helpt het, en hoe dan? Stel je eens voor dat ik alle onzin die ik hier eruit gooi zomaar in het gezicht zou smijten van mijn naasten en vrienden, laat staan vreemden! Okee, duidelijk. En voor de mensen die zeggen dat dagboeken dan effectiever zijn, moet ik toch wat relativeren. Ook in dagboeken richt je je vaak nog aan een adressant: Lieve Kitty! Blijkbaar is het toch lastiger dan we denken om te schrijven zonder aan te nemen dat het kan worden gelezen. Dat is alleen weggelegd voor de diehards.

Het leven wordt er beter van wanneer teksten als deze worden afgevoerd zoals we zweet en poep afvoeren. Het leven wil worden veredeld. Het kan nauwelijks worden verbeterd, want dan zou het allang beter zijn geworden door alle inspanningen die er zoal worden verricht. Veredeling of sublimatie is volgens Alessandro Baricco een verbetering waarbij je het leven in de kern accepteert zoals het is, ook als dat betekent dat de barbaren het voor het zeggen krijgen.

Negatieve sublimatie, dat is waarvan je weer even getuige was. Dus. En nu weer terug naar het leven en kijken of het geholpen heeft!

Afbeeldingsresultaat voor vuilstort

zaterdag 7 maart 2015

Een vrouw en geen Jood

Marjan Slob gaf eerlijk toe dat de Derrida van Sjibbolet haar niet helemaal kon meevoeren. Derrida maakt daar een punt van besnijdenis. Hij verbindt dat aan de cirkel, het lichaam en de besnijdenis, wat zeker ook het trekken van een cirkel in het lichaam is. Maar dat gaat bij de Joden over jongens. En Marjan is een vrouw en bovendien geen Jood.

Is daarmee de onderneming van Derrida mislukt om het unieke woord van Celan te maken tot iets dat ons allen aangaat? Of missen we gewoon het goede wachtwoord, het 'sjibbolet', om in de duistere kronkels van Derrida binnen te treden?

Misschien, wie weet. Maar ik begin ook beter te begrijpen waarom Derrida op Augustinus is gedoken met zijn 'circonfession'. Voor ons allemaal is het erg belangrijk om te belijden wie we zijn. Zo zijn we bijvoorbeeld een vrouw en geen Jood. Het is niet al te moeilijk om dergelijke belijdenissen te relateren aan de besnijdenis van het hart, waarmee Paulus zijn speciale Jodendom toegankelijk maakte voor de gojim.

Zelf zou ik nog niet zo'n belijdenis kunnen uiten, dat geef ik maar eerlijk toe. Ooit sprak Rabbi Jehoeda Ashkenazy me aan in de lift van de Uithof, en vroeg me of ik een Jood was. Want Simons leek hem wel een Joodse naam. En hoewel Simons een erg universele naam was, en ik tegen Ashkenazy heb ontkend, waren er zeker ook momenten dat ik dacht dat ik maar moest bekennen, om morele of filosofische redenen.

Lees ik Marjan Slob over Derrida, dan zou ik haar graag bijvallen en zeggen: ik ben een vrouw en geen Jood. Maar dat klinkt weer zo aanmatigend, alsof ik beschik over het wachtwoord om te treden in de kringen van vrouwen.

Afbeeldingsresultaat voor vrouwen cirkel


vrijdag 6 maart 2015

Nog steeds een talent

Houjevast, André van Duin gaat een serieuze rol in een toneelstuk spelen. Nu liggen de lach en de traan dicht bij elkaar, dus we kunnen impressario Joop van den Ende volgen wanneer hij een van zijn superkanonnen inzet. We herkennen de zorgzaamheid van Van den Ende, zijn oprechtheid en zijn talent om talent te herkennen. So far so good.

Maar met alle respect, was André nog wel echt grappig sinds ik tien was en bij mijn achterbuurjongen Arno zat te lachen bij de LP met 'Ik zoek me lens!' en 'Aandacht voor de Russische koorddanser Pasopvalny!'? Geven we toe dat André nog steeds een talent is, dan is dat wellicht vanwege zijn naar beneden getrokken rechtermondhoek. En nu wordt hij dus getraind om die mondhoek strak te houden. Het verschil zit hem in de details.

Blijft dat we opkijken tegen André én Joop vanwege hun vermogen volle zalen te trekken. Het blijft verdomme een mysterie dat we niet kunnen kraken. Ben je eenmaal dat mysterie voorbij, dan kun je gewoon lekker alles doen. Je drinkt champagne of je gaat Neil Simon spelen. Of King Lear. Het werpt een licht op Dionysos, met name op een prozaïsch gezicht van deze god. Hij is midden onder ons.



woensdag 4 maart 2015

Alleen nog de eer

Gaat het over ethiek, dan komen we al gauw uit bij een of andere vorm van utilitarisme. Dat kan ten positieve gewend een maximalisering van het goede betekenen, en in een negatieve versie neerkomen op de minimalisering van het kwade, bijvoorbeeld de keuze voor het minste kwaad. De ethiek van het goede leven of de levenskunst wijkt daar niet essentieel van af, ook daar gaat het om de maximalisering van het goede, dat al gauw wordt omschreven in termen van genieten, functioneren, geluk of succes.

Deze ethiek heeft mij altijd nogal koud gelaten. Mens, laat me toch gewoon wat rondzwabberen in het leven! Waarom zouden we moeten voldoen aan allerlei principes, zolang we ons gedrag min of meer binnen de perken houden!

Er is een factor die nu steeds meer speelt en waardoor ik toch weer af en toe aan ethiek denk. Dat is het herhaaldelijk opduikende bericht dat de ondergang van de mensheid, de verpesting van het milieu, steeds moeilijker te stoppen is. Dat kun je gerust voegen bij het ontbreken van reële perspectieven om de laatste kansen te grijpen. Want daar is een radicaliteit van handelen voor nodig die niet gedragen kan worden door individuen, groepen, bedrijven of afzonderlijke staten. En de samenwerking tussen deze staten is te zwak om werkelijk potten te breken.

Juist nu de inzet van de gangbare ethiek verloren dreigt te gaan, dringt de ethiek zich opnieuw aan me op. Alleen is het nu andersom. Werd voorheen de ethiek ingezet om de mens op te roepen tot gedragsverandering omwille van de redding, nu vervalt de mogelijkheid tot redding en willen we juist ons gedrag handhaven. Het gedrag, wel te verstaan, dat voorheen gericht was op milieuverbetering. Geen auto hebben, weinig of geen vlees eten, geen plastic bekertjes gebruiken, plastic zakken in de winkel afwijzen, dat soort dingen.

De ethiek die ik hier neerleg (in het besef dat hij daar maar zolang ligt totdat hij wegglijdt in dit archief) is het teruggrijpen op de honos van Cicero. Die lijkt me heel geschikt als fundament voor mijn gedrag. Okee, laten we tenondergaan, maar dan wel eervol. We moeten die eer gaan onderscheiden van de 'Blood and Honour' van de fascisten, en van de macho-eer van zuidelijke en oostelijke culturen. Maar ook van de waardigheid, die slappe hap die het zo goed deed in de mensenrechten. Waardigheid, dat kwam vooral neer op het zorgen voor de voorwaarden voor een waardig leven. Nu dat leven zelf zijn einde nadert moeten we weer terug naar de balans tussen stoa en scepsis die Cicero zo mooi verwoordde. Eer in plaats van waardigheid.

Afbeeldingsresultaat voor cicero

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...