dinsdag 15 december 2015

Ongezegd authentiek

Nico Dijkshoorn heeft iets met trainer Gertjan Verbeek. In zijn serie columns voor VI blijft hij maar aandacht schenken aan deze zelfingenomen kwast. Pas geleidelijk kom je erachter dat Gertjan Verbeek het absolute tegendeel is van wat Dijkshoorn in mensen kan waarderen. De columns culmineren in een waarderende beschrijving van de ruzie tussen Wilfred Genee en Johan Derksen.

Het draait allemaal om authentiek. Ben je authentiek, dus zonder kapsones, dan klop je volgens Dijkshoorn. Ben je dat niet, dan is er nog hoop, je krijgt de ambivalente waardering van de spotlustige over je heen, en mag je voegen bij de grote meerderheid.

Maar het ergste is dus Gertjan Verbeek. Die zegt namelijk dat hij authentiek is, en maakt daar een toneelstuk van. Daardoor is hij een dankbaar object van Dijkshoorns spot. Maar die spot is net iets te serieus. Zoals gezegd, Dijkshoorn blijft er maar op terugkomen, op die Gertjan Verbeek.

Eigenlijk is het ongelooflijk dat iemand die de belangrijkste deugd met Dijkshoorn deelt tegelijk ook zo ver van hem afstaat. Zou Gertjan Verbeek niet hebben gezegd dat hij zo authentiek was, misschien was hij het dan zelfs wel geweest, in de ogen van Dijkshoorn. Dan had hij gedeeld in de onvermengde waardering die Derksen en Genee ten deel vallen.  Deze schijnbaar zo kleine uitglijder, zeggen wat hij misschien in werkelijkheid ook wel is, brengt Verbeek op de grootste afstand van Dijkshoorn.

Dit alles doet mij peinzen over het authenticiteitsgehalte van Dijkshoorn zelf en over wat authenticiteit eigenlijk is. Nog zonder het boek van Maarten Doorman over deze materie te hebben gelezen is mijn interesse opnieuw gewekt. Die richt zich vooralsnog vooral op de taal. Twee punten kan ik nu oprapen, voordat ik deze lijn in andere blogs weer zal voortzetten.

Het eerste is dat van de taal van de humor en satire. Eigenlijk wordt in die taal altijd de mens zonder kapsones bezongen, de normale mens, de mens zonder rare kapsels en zonder hypokrisie. Niet voor niets zijn Rinus Israel en Willem van Hanegem de heiligen die regelmatig worden aangeroepen om dit menselijk ideaal tegenwoordig te stellen.

Maar dit ideaal is op zichzelf te saai. Daarom richt de aandacht van de satiricus zich voortdurend op datgene wat hij niet alleen lachend omarmt, maar ook ten diepste afkeurt. De satire moet ons niet alleen aan het lachen brengen, ze moet ook - ziehier mijn tweede punt - deze diepserieuze ondertoon aan het zicht onttrekken zodat we niet gestoord worden door deze tegenspraak, de harmonieuze tegenspraak tussen komische spot en oerserieus moralisme. De tegenspraak die de humor zijn glans verleent, vanuit de onzichtbare diepte.

Ziedaar de innige omarming van Nico Dijkshoorn en Gertjan Verbeek.

http://www.vi.nl/upload_mm/5/c/a/cid7121_VerbeekVI12_1024.jpg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...