zaterdag 3 mei 2025

De essentie van het wielrennen - Een stap verder met Wilfried de Jong

Journalisten hebben iets heel goed begrepen als ze schrijven over wielrennen. Tien jaar geleden heb ik er zelf ook een paar weken over nagedacht, toen ik meeschreef met de Tour (zie hier de beginblog). De Tour is ooit gelanceerd door een krant, en de arme jongens fietsten achter de journalisten aan. Ik kom er nu op terug omdat ik van collega Michiel het boek van Wilfried de Jong kreeg waar ik met plezier en verwondering in heb zitten lezen.

Het plezier heeft zeker ook te maken met de luiheid waaraan je je heerlijk kunt overgeven als de koers op tv is. Deel van het plezier is de loomheid die wordt uitgelokt door de helikoptergeluiden. Ik dacht toen nog dat het mijn guilty pleasure was, maar Michiel vertelde me dat erg veel mensen het een prettig geronk vinden, en dat de tv-regie het geluid soms erbij monteert als het er even niet is. Het ene geronk lokt het andere uit, journalistiek heeft ook in meer overdrachtelijke zin met dat geronk te maken. Michiel kan het weten, niet als journalist, maar als motard.

De renners fietsen dus ook achter Michiel aan.

Tijd voor herziening van de ontdekking waar ik bij uitkwam, tien jaar geleden. Via allerlei essenties kwam ik uit bij de jacht (zie deze blog). Vaak ontsnapt een renner, of een groepje, dat vlak voor de meet pas wordt teruggepakt, waarna de weg vrij ligt voor de sprinters om het af te maken. Ik probeerde er met hulp van een paar schrijvers nog overheen te gaan. De Romeinse Plinius legde uit dat schrijven over de jacht niet per se een eenzame bezigheid is, je kunt ook met de jongens op stap, bij de netten (finish) zitten en met je vrienden en de gevangen zwijnen thuiskomen.

Maar mijn echte inspiratie had ik van filosoof Roland Barthes. Die schreef in de jaren vijftig heel kritisch over de Tour, hem interesseerden de mythes, en dus de ontmaskering van die mythes. Die ontmaskering is complexer dan ze lijkt. Als je iets ontmaskert wijs je op de tegenspraken in iets. Maar Barthes zegt in een van zijn stukken dat het geloof in tegenspraken echt iets van de bourgeoisie is. Met andere woorden, dat is ook maar weer een mythe, mogelijk de mythe der mythes, de meta-mythe. Als je schrijft over mythes is er dus misschien nog iets anders in het spel dan een tegenspraak. Je wil - zoals bekend bij Barthes - gewoon genieten van de tekst die onder je ogen ontstaat. Le plaisir du texte.

Ik heb mezelf nu opgezadeld (mooie metafoor ivm wielrennen) met een verzwaring van mijn taak. Wat kan ik met behulp van Wilfried de Jong toevoegen aan mijn ontdekkingen? Waarnaar ben ik op jacht als ik hem lees? Hoe kan ik van zijn stukjes genieten? En hoe brengt mij dit bij een essentie van het wielrennen die nog verder gaat, nog diepzinniger is dan het genieten van de tekst van Barthes?

De Jong schrijft alsof hij nog journalist is, maar hij is het niet. We lezen nauwelijks iets over de koers. Hij bestrijkt de volle breedte van het wielrennen, inclusief zijn eigen toertochtjes waarbij hij belandt bij een oude vrouw die hem in haar huis laat slapen waar eerder al beroemde wielrenners hebben geslapen. Dit motief van de slaap houdt me sinds 2015, mijn schrijf-Tour, nogal bezig. Voor filosoof Agamben is het een belangrijk thema, onder andere als hij Aristoteles verwerkt. Die had betoogd dat een architect ook een architect is als hij slaapt, niet alleen als hij een huis ontwerpt. Het gaat met andere woorden om de mogelijkheid een huis te ontwerpen, een mogelijkheid of vermogen dat je niet helemaal kunt herleiden tot de realisering of activiteit.

Dit thema raakt nauw aan Barthes, zijn tekst waarmee ik destijds mijn serie afsloot, 'de schrijver op vakantie'. De schrijver op vakantie is de schrijver zoals we hem het liefst zien, in pyjama, niet op kantoor of tijdens zijn optreden voor een zaal. De schrijver in pyjama belichaamt de tegenspraak waarin de bourgeoisie graag wil geloven. Zo is de schrijver nog een beetje sacraal. In pyjama, maar toch in staat tot noblesse. Nog even en het schrijven verliest zijn privileges, het wordt zoiets als eten, poepen, of dus slapen.

Ik verwacht wel iets van De Jong als hij slaapt, ergens, ook al is het bij een oude vrouw in Frankrijk die zich als een soort Maria over hem ontfermt, ook al is die plaats dus zo sacraal. De Jong blijft tot op zekere hoogte altijd de komediant die hij was, de harlekijn die hij speelde in zijn optredens met Martin Waardenberg. Laat het dus aan hem om de sacrale sfeer die hij zelf in het leven roept ook weer naar de grond te brengen, te desacraliseren. In dat opzicht is hij medeplichtige van Roland Barthes, het spel met de maskers is het aanbrengen, ook bij zichzelf, van het masker en het afzetten ervan, ook bij de ander.

Nu die stap verder, mijn opdracht waarmee ik me opgezadeld heb. Het heeft vast iets te maken met massage. Mona Lisa, zoals de vrouw zich noemt, masseert de mannen die ze in haar bed krijgt, zoals De Jong in zijn tv-programma later ook sporters masseert. Lisa had haar man - slager en wielrenner - verloren en masseert dus indirect haar man, zoals De Jong ook weer haar rol overneemt als hij zijn tv-gasten masseert. Met andere woorden, masseren is een spel van maskers waarbij je de dode speelt. De berg waaraan Lisa woont en die De Jong aan het beklimmen was heet ook l'Homme mort, zoals de helling bij Wijlre, der doeë maan. De levenden worden behandeld als de geliefde dode, de doden worden tot leven gewekt.

Mona Lisa legt zelf uit dat ze de mannen begrijpt. Ze zijn allemaal bang, die renners, bang om alleen te zijn. Zou dat bij De Jong ook spelen? Zo te zien niet. Hij sluipt 's nachts stilletjes weg als Lisa slaapt, en begint in het donker aan de afdaling. De Jong is niet bang en viert zijn ervaring als een overwinning. Hij schreeuwt haar naam in de bergen, Li-sa: 'Ze was alleen met haar renners. Vanaf de fiets keken ze naar Lisa. Aan Lisa moest niemand komen. Ze was van de klimmers. Ze was nu ook van mij.'

En nu zijn we dus, dankzij het genot van de tekst, het stukje van De Jong, ook even niet meer alleen. Dat we bang en alleen zijn is het geheim van Lisa. Ze had aan De Jong verteld dat ze haar glimlach aan de renners gaf om de angst te overwinnen: 'Wie hier heeft gelegen overkomt niets. Dat weten alle renners.' Het overwinnen van de angst lijkt dus het gezochte motief waarnaar ik op zoek was, en met mij De Jong en alle wielrenners, vooral de klimmers die zichzelf wijsmaken dat ze graag alleen fietsen. We begrijpen nu ook beter dat de klimmers, ondanks hun ergernis en woede, het fijn vinden als ze door de dichte hagen supporters fietsen, ze zijn dan tenminste niet alleen.

Toch hechten we misschien meer nog aan het geheim, de geheime glimlach van Mona Lisa. Ze kent niet alleen de eenzaamheid en de angst van de renners, ze begrijpt ook de betekenis van het geheim, misschien ook waarom al die renners hun angst geheim houden. Dat heeft vast te maken met de eenzaamheid waarvoor ze bang zijn, maar waar ze ook van houden. De Jong vertelt ons zijn geheim niet alleen om het met ons te delen, om met hem samen te zijn en de angst te overwinnen, maar ook om zijn geheim geheim te houden. Met zijn stukjes bouwt hij een muur, denk ik, voel ik aan, waardoor we gelokt worden naar zijn geheime angst en tegelijk daarvan worden afgeweerd.

Misschien is dat geheim ongenietbaar, we hechten eraan, zozeer hechten we eraan dat we het geheim houden, ook voor onszelf. We maken er een mooi verhaal van, een leuk stukje.

Colombiaanse Tourheld Lucho Herrera ontkent opdrachtgeven viervoudige moord
Colombiaanse Tourheld Lucho Herrera ontkent opdrachtgeven viervoudige moord (NOS)

woensdag 12 maart 2025

Maarten Omfalos

Maarten van Rossum is voor mij heel belangrijk. Ik luister zijn podcasts 's nachts, en een paar weken geleden volgde ik nog De slimste mens. Nu staat hij te orakelen bij het programma Noord-Zuid-Oost-West, vlak na het eten. Er is geen ontkomen aan Maarten. En dan vergeet ik nog de serie dat hij met broer Vincent praat over de stedenontwerpen van de steden die ze bezoeken.

Maarten, heb ik geschreven, is onze sfinx. Dat kwam vooral door zijn volledig bewegingsloze gezicht bij De slimste mens. Er werden hem vragen voorgelezen door vriend Philip die hij moest beantwoorden. Hij paste bij dat programma omdat je het idee kreeg dat er een hele wereld schuilging achter al die malle vragen en antwoorden van de quiz. Schijn van diepzinnigheid en zeker ook van gevaar. Sfinx houdt verband met het Griekse sfiggein (samensnoeren, wringen) zo wordt vaak gedacht, maar mijn etymologisch woordenboek zegt dat sfiggein 'voor-gr. en van klein-aziatische herkomst' is.

Nu wil ik niet gaan zeiken (dat kan Maarten veel beter), maar het zou hier best wel eens om een eye-opener kunnen gaan. We denken vaak dat alles Grieks is, de oude cultuur waar de mythe getransformeerd werd tot rede. Maarten brengt ook voortdurend het licht. We zijn steeds in de ban van iets, iets nieuws, iets voor de massa, iets moderns, en Maarten zegt dat hij er geen bal aan vindt. Hij brengt de nuchterheid, de ontnuchtering. We kunnen wel menen dat Poetin Oekraïne binnenvalt, maar daar heeft hij helemaal geen belang bij, dat gaat hij nooit doen! En als Poetin dat toch doet zegt Maarten dat hijzelf ook maar een mens is, en het mis kan hebben. Hoe dan ook die ontnuchtering.

Mij valt op nu ik zit te kijken, dat Maarten zich erg thuis voelt in Utrecht (oké, hij komt uit Wageningen, maar ik weet precies wat hij bedoelt, ik heb ooit meer jaren in Utrecht gewoond dan in mijn geboortestad Heerlen, en voel me nog steeds thuis in Utrecht, hoewel ik inmiddels alweer nog meer jaren in Arnhem woon). Utrecht schenkt hem, in gesprek met zijn interviewer, een blik op de wereldgeschiedenis, en in die zin zou je Utrecht kunnen zien als de omfalos, de navel van de geschiedenis en de wereld, de wereldgeschiedenis. Kijk naar Nederland en de boemerang loopt van Haarlem naar Eindhoven over Utrecht, of kijk naar de banaan die loopt van Londen naar Italië via Utrecht, altijd via Utrecht, hoe dan ook via Utrecht, de navel van de wereldgeschiedenis.

We hebben nu zicht op Europa, en hoe moeilijk dat dezer dagen misschien ook voelt, we zien Europa nog steeds als het land van beschaving. Overal autocraten, maar in Europa hebben we nog moraal, zorg voor de ziel, overleg met elkaar, rechtsstaat, noem maar op. En dat is waar Maarten waarde aan hecht, en wij ook, het is wat ons met elkaar verbindt, via Maarten en Griekenland.

Wat een beetje uit zicht verdwijnt is de relatie met de rest van de wereld. Goed, we hebben in die wereld veel gebracht, met onze steden en beschaving. Daarbij bleven we steeds naar onszelf kijken. Aan de ene kant had je de trotsen, degenen die het fijn vonden om steeds naar Europa te blijven kijken. Aan de andere kant had je degenen die zich schaamden voor de inbedding, de onaangename herinnering dat onze predikanten steeds embedded waren met de ruwe soldaten die er alles voor over hadden om ons licht overal te brengen, met inzet van hun leven en alle levens op hun weg.

Maarten is een profeet, zoveel is duidelijk. Wat doet een profeet nou eigenlijk? Hij spreekt namens de god, namens Apollo die vanuit Delfi, de plaats van de echte omfalos, het licht laat schijnen over de wereld, het licht van de wetenschap en de cultuur. Als wij naar de profeet luisteren, luisteren we naar zijn stem. We zijn er graag. En we vinden het heerlijk dat die stem overal komt, in onze slaapkamer. En in de hele wereld, Europa, en in de rest van de wereld die luistert naar de stem van de wetenschap en de cultuur.

Die andere wereld interesseert ons niet, die is in het duister. We kijken liever naar het licht, we luisteren naar de stem van de rede, naar Maarten.

 Van Rossem Vertelt: De Domtoren - za 15 dec 2012, 07:15 uur [RTV Utrecht] -  YouTube

vrijdag 21 februari 2025

Waarom ik hier misschien niet pas

Jij en ik, we moeten even met elkaar praten. Er is het nodige gebeurd, we zijn weg van Facebook, en hier en daar hebben we Whatsapp ingewisseld voor Signal. Ik dacht dat ik mijn gedachten kon neerleggen hier op LinkedIn. Maar jij bent er ook nog. Je kunt me wegscrollen natuurlijk, maar wat blijft is het gesprek in mezelf. Waarom zou ik posten op Linkedin?

Het moet daar op een of andere manier met je werk te maken hebben. Er worden dingen van je werk gemeld, er worden evenementen aangekondigd, er worden diploma's gehaald. Er zijn ex-leerlingen van mij die toch al niet op Facebook zaten maar wel dus hier. Ze hebben het contact met mij nog niet (allemaal) verbroken en verwachten dus iets van mij, misschien iets kleins, bijna niets, maar toch.

Bij mij is er altijd iets filosofisch in het spel, iets meta-achtigs (denk nou bij meta niet meteen aan Zuckerberg, meta is Grieks voor erbij of erna). Hier is dat mijn move om een gesprek met jou aan te gaan wat misschien wel meer een gesprek met mezelf is. Dat is nou eenmaal filosofie, een gesprek met de ander wat je ook met jezelf kunt voeren, want ik is een ander, ik ben in gesprek met mezelf naar het model van mijn gesprek met jou.

Hier stel ik mezelf de vraag hoe ik kan passen bij jouw verwachtingen. Op LinkedIn verwacht je iets over het werk van jou of mij. Het moet iets zijn wat kan worden geliked bij voorkeur, zodat iedereen ziet dat mijn melding aandacht verdient. Schuif je door naar dat meta, dan is dat op zichzelf al iets wat niet past. En omdat ik dat ook wel weet, en deze tekst hier toch post, is dit een PROVOCATIE. Nu las ik zojuist bij een briljante en respectabele filosoof (Patočka) dat Socrates niet provoceerde, maar dat zijn bestaan als Socrates wel een provocatie was. Hij kon er zelf ook niets aan doen. Doordat hij nu eenmaal een filosoof was, provoceerde hij puur doordat hij er was, doordat hij Socrates was.

Die tijden zijn voorbij. De provocatie laten we aan de trumps, de leiders die dat nu eenmaal nodig hebben. Ik wil je graag ontzien, geruststellen, ik hoop dat mijn leven en hoe ik ben een geruststellende uitwerking op je heeft. Maar ik hoop ook dat je begrijpt dat ik dat niet helemaal in de hand heb. Ik lees zo graag Plato en zijn bewonderaars (Patočka of Agamben) dat ik er een tik van meekrijg, en dat verklaart mede waarom ik hier misschien niet goed pas, ook al wil ik zo graag aansluiten bij wat hier op LinkedIn gebeurt.

Ik heb mezelf weer eens vastgepraat. Als ik zo graag wil passen bij LinkedIn, waarom praat ik dan op een manier die hier niet helemaal gebruikelijk is? Misschien kan ik het goedmaken door een paar links te noemen met mijn werk. Zodat we ons gesprek samen in geruststellende harmonie kunnen afsluiten.

Link nummero een. Socrates is het model voor de leraar. Dat geldt zeker voor de humanisten, maar hij heeft ook het een en ander gemeenschappelijk met Jezus en zelfs Mohammed. Hij probeert te doorgronden waarom de goden iets over hem zeggen, dat hij de meest wijze van allen is, en onderzoekt hoe dat kan kloppen. Wijze les: wijsheid is dat je niets weet. Ben je docent, dan behoor je niets te weten, of je weet gewoon dat je niets weet. Weten is meer iets voor de god.

Tweede link. Ik krijg tegenwoordig mails dat mensen op zoek zijn naar mijn vaardigheden. Dat zijn uitspraken van vrienden of andere mensen die het goed met me voorhebben (en ik met hen), die hebben gezegd dat ik dit of dat kan. Ik heb werkelijk geen idee waarom die mensen graag willen weten wat ik kan. Heeft het iets te maken met mijn beheersing van talen, of de baantjes die ik heb gehad? Zijn die mensen headhunters? Mensen, ik ben al getrouwd en heb al een baan, het is zinloos om te weten wat ik kan, zoek niet langer. Wat ik kan, beoordelen mijn afdelingsleiders op school, en als ze niet tevreden zijn sturen ze me maar weg.

Derde link. Soms praat ik met mensen, collega's of vrienden, die graag iets willen met inhoud. Ze zijn het soms zat om te praten over hoe de zaken georganiseerd moeten worden, over leerling zus en zo. Inhoud kan daar natuurlijk wel mee te maken hebben, maar meestal bedoel je daar iets anders mee. Inhoud is een interessant gesprek dat ergens over gaat, waar je niets van weet (zie link 1) en waar je niets van kunt (link 2). Het zijn soms flarden van gesprekken, want ineens zie je dat je als de wiedeweerga naar je les moet, shit, alweer te laat.

Het wachten is op een leider die orde schept in dit LinkedIn, en vaststelt wat er wel en niet op hoort. Iets in mij verlangt ernaar om eruit te worden geschopt. Eindelijk helderheid. Laten we het zakelijk houden.

(Deze blog ga ik zometeen posten op LinkedIn.)

 LinkedIn | Overview, History, & Microsoft Acquisition | Britannica Money


De essentie van het wielrennen - Een stap verder met Wilfried de Jong

Journalisten hebben iets heel goed begrepen als ze schrijven over wielrennen. Tien jaar geleden heb ik er zelf ook een paar weken over naged...