zondag 1 september 2013

De demonen van Antonius

De beroemde kluizenaar Antonius werd zo'n 105 jaar oud. Hij is dus door zijn jarenlange versterving geenszins verzwakt. Als een sterke atleet kwam hij uit zijn lange periode van ascetische eenzaamheid, zo lezen we bij Athanasius. Hij kon daarna veel voor de gemeenschap betekenen. Hij werd de vader van het kloosterleven.

Later sprak Antonius tot de fantasie van schilders, vooral vanwege de demonen die hem bezocht zouden hebben. Die schilderijen inspireerden Flaubert weer tot zijn magnifieke vertelling La tentation de Saint Antoine.

Je kunt deze receptie van het heiligenleven opvatten als een vervalsgeschiedenis. En alleen al daarom - omdat dit voor elke vervalsgeschiedenis geldt - kun je er twee kanten mee op.

De ene kant is het terugzoeken van de oorsprong als inspirerend voorbeeld. Dat deed vertaler Vincent Hunink door zijn eigen leven met dat van Antonius te vergelijken. Ook hij studeerde in eenzaamheid en kon daarna - als vertaler onder meer - veel voor de gemeenschap betekenen. Zo kan Hunink ons weer inspireren tot het lezen van Antonius in de oorspronkelijke versie en tot het naleven van zijn voorbeeld.

De andere kant is: je laten betoveren door het verval. Dat is misschien wat de schilders en Flaubert deden. De demonen zijn mooi, zoveel aantrekkelijker dan die hele Antonius. Je wil ze schilderen, en die beelden liefst delen met een verdorven publiek. Op het laatste moment schrik je terug voor de consequenties. Antoine weet op het eind niet of hij zich weer aan het geloof zal wijden of aan de materie. Flaubert schreef na negatieve reacties van zijn vrienden een revisie.

Overigens werd de vertaling van Hunink gefinancierd door Westmalle en werden bij de presentatie gratis dubbels en tripels uitgereikt. Dat suggereert toch wel dat de twee kanten - oorsprong en verval - moeilijk zijn te scheiden.

Blijft nog de vraag in hoeverre deze Antonius mijn Antonius is. Formeel kan ik zeggen dat ik genoemd ben naar Antonius van Padua. Maar er loopt een verbinding via het dier, al is daarvoor de geldigheid van de vervolggeschiedenissen een voorwaarde. Antonius van Padua is sinds Mahler bekend van zijn preek aan de vissen. Antonius de kluizenaar is bekend van het varken: in de Middeleeuwen mochten zijn navolgers, de Antonieten, varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de genezing die zij verstrekten.

Steeds wanneer ik een varken of een vis zie, zal ik terugdenken aan mijn Antonius met mijn demonen.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...