zaterdag 15 februari 2020

Schoonheid door decadentie - La grande bellezza in herhaling

Rome kan niet zonder decadentie. Het kan best zijn dat de oude keizers het niet zo bont bakten als Suetonius en Tacitus ons wilden doen geloven. Maar dan zegt het toch misschien wel iets dat wij die leegte zo graag zien. En dat is niet per se positief bedoeld. Ik ben opgevoed met de Limburgse uitdrukking 'Doe bis mich ooch unne leage', waarbij leag gelijkstaat aan verachtelijk. Gisteren volgde ik mijn oude docent Joop Smit in zijn ervaring van leegte als hij langs de drukke weg Rome binnenwandelt. Vandaag probeer ik nog een stapje verder in die leegte te duiken, voordat ik morgen weer het echte Rome betreed, onder het motto Quo vadis.

De decadentie kleefde Rome wellicht al aan vanaf de stichting. Of zelfs van ervoor, als we Vergilius tot ons door laten dringen. Aeneas mag dan wel loyaal zijn gebleven aan de goden en zijn opdracht om de huisgoden van Troje naar Italië te brengen, daarachter ligt de suggestie dat hij in Carthago de vrouw van zijn leven in de steek laat en daarmee de mogelijkheid diverse oorlogen te voorkomen. Voor Romeinen lag evenals voor Grieken de Gouden tijd in het verleden, en kon het in de toekomst alleen maar minder worden. Optimisme onstaat wanneer iemand belooft de oude deugden van eeuwen eerder te laten herleven, zoals Augustus, niet doordat hij iets nieuws brengt. Res novae is de naam voor oproer en wanorde.

Wil je de eeuwige stad zien zoals ze is, dan moet je die decadentie dus voor lief nemen. Dat is wat eigenlijk pas goed tot me doordrong toen ik La grande bellezza de tweede keer zag. Jep Gambardella kan wel mopperen op alles en iedereen, hij is tegelijk onze gids, onze Vergilius door het purgatorio van Dante. Voor mij opent zich nu de vraag naar de toerist, het thema dat ook Leonard Pfeijffer in zijn roman bezighield, zij het met andere antwoorden. Wat betekent het dat in deze film de toerist tot belichaming van de zuiverheid wordt verklaard? Vorig jaar had ik er moeite mee de positie van toerist in te nemen. Wel vermoedde ik toen al dat ik langs die weg een ervaring van armoede kon opdoen, al klinkt dat gek bij alle comfort en oppervlakkigheid. Vergeleken met thuis heb je veel minder nodig, je roept af en toe het nummer dat je in de groep bent, je keft hoestend jezelf wakker, veel meer heb je niet.

Ook Sorrentino is in de ban van de armoede. Hij eindigt er zijn film mee, als de oude zuster Maria Rome bezoekt en uitlegt waarom ze zo gesteld is op het eten van wortels. Wortels zijn belangrijk voor het leven, (of zoiets,) zegt ze tamelijk nietszeggend. Met haar laatste krachten beklimt ze op haar knieën de Scala Sancta. Eigenlijk doet ze daarmee wat ook de favoriete bezigheid is van onze scholieren: trappen opgaan, al is het niet op hun knieën, (maar vorig jaar wel een leerling met krukken) om ergens een hoog punt te bereiken, waarbij ze wellicht een bepaald soort schoonheid verwachten, die van het panorama. Denk ook aan Mulisch, die zijn ontdekking van de hemel via diezelfde Heilige Trap laat verlopen, ook al door gymnasiasten.

Maar die schoonheid dus. Niets lijkt zozeer verbonden met uiterlijk vertoon en decadentie. Toch is het waar Jep naar op zoek is, werkelijke schoonheid in plaats van afleidende bijzaken. Als een oude vriend hem meeneemt naar een stripclub waar diens dochter danst, dan is Jep echt niet geïnteresseerd in het schouwspel dat de kijker wel ziet. Hij wil het als een kans zien om echte interesse te tonen in die dochter, die hij de dagen erna op sleeptouw neemt. De suggestie dringt zich op dat Jep zelf de echte schoonheid gaat zien als hij die aan Ramona toont: docendo discimus. Daarbij is er tussen de regels door al een les geleerd: als je je leven in het teken van schoonheid stelt, dan mag je je niet hechten. Ramona verdwijnt na een paar dagen ook weer ongemerkt uit de film.

Het conflict spitst zich nu toe op de wortels. Is de geleerde les van de onthechting niet in strijd met de les van de oude zuster Maria, die alleen nog maar op worteltjes knabbelt? Welke diepere les zit er verborgen in deze tegenspraak? De zuster lijkt iets heel verstandigs te zeggen over haar armoede: 'Over armoede spreek je niet, daar moet je in leven.' Wij op onze beurt kunnen haar zelfs als ze dit zegt niet anders zien dan als een oude Sibylle met wijze lessen. Het is dan ook tegelijk belachelijk en waar zoals haar woordvoerder reageert: 'Prachtig gezegd!'

We zouden ook kunnen zwenken naar het Symposion van Plato, waar eveneens een wijze vrouw optreedt, die Sokrates lessen leert over liefde en armoede. Maar liever kijk ik de slotscènes nog eens, want Sokrates heeft zelfs in Symposion niet het laatste woord (maar de dronken, decadente Alkibiades). Jep keert terug naar de plaats waar lang geleden zijn vriendin hem haar borsten toonde. Daarna verliet ze hem, terwijl haar latere echtgenoot aan Jep vertelt dat zijn vrouw van Jep hield, niet van hem.

Ik leer dus de volgende les. Jep wil graag wortelen in zijn leven, dat hoe dan ook het leven van het decadente Rome is. Zijn schrijverschap is een truc zoals zijn vriend een truc gebruikte om een giraf te laten verdwijnen uit de thermen van Caracalla. Jep weet pas op het eind dat de echte schoonheid zeldzaam is, en verborgen ligt onder het eindeloos gebabbel, het blabla. De dood is zijn helper geworden. Hij is minder geïnteresseerd in afleiding en wil meer doordringen tot de essentie.

'Waarnaar hebben we zitten kijken?' zou Matthijs van Nieuwkerk nu nog kunnen vragen. Is de film ook een truc, evenals ons schoolreisje morgen? Jazeker, zoiets heb je nodig, want er kan altijd een moment komen dat je meer wil, meer dan de plaatjes, het gebabbel, de schijn. Van onder die deken kan er altijd iets opduiken, zelfs in Rome. Een gids is dan geen overbodige luxe, Maria, Jep of wie ook.

Afbeeldingsresultaat voor jep gambardella

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...