Ineens bedenk ik me dat die zogenaamde realiteit, waarin ik geleerd heb niet te geloven, ons wel blijft biologeren. Of: misschien kun je het beter andersom zeggen. Wat ons zo biologeert noemen we maar realiteit, bij gebrek aan beter.
Het Lacanianisme van een Zizek slaat munt uit deze fascinatie. Het Kantianisme doet al alsof we de betovering achter ons hebben gelaten. De hantologie bijt zich vast in de effecten.
We hebben dus onze fascinatie, ons geloof in een realiteit erachter, die ons dan weer fascineert, en de realiteit van de fascinatie.
Zou het einde van de filosofie hier iets mee te maken hebben? Met het opgeven van ons geloof dat we nog kunnen kiezen tussen realiteit en idee, tussen betovering en ontnuchtering? Dan zijn we na het einde van de filosofie zeker niet in de realiteit beland.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag
Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...
-
Beste Coen, Meestal word ik getroffen door de gesprekken aan de ronde tafel naast de mijne, terwijl ik altijd aan de andere tafel ga zitten....
-
Zei ik luciditeit, in de vorige blogs van deze serie? Daar moet ik toch nog eens ernstig over nadenken. Luciditeit heeft iets met licht te m...
-
Het was me weer een sprint vandaag. Van Kwiatkowski verwacht je kracht gepaard aan slimheid en ervaring. Maar hij ging in het groepje met tw...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten