Ineens bedenk ik me dat die zogenaamde realiteit, waarin ik geleerd heb niet te geloven, ons wel blijft biologeren. Of: misschien kun je het beter andersom zeggen. Wat ons zo biologeert noemen we maar realiteit, bij gebrek aan beter.
Het Lacanianisme van een Zizek slaat munt uit deze fascinatie. Het Kantianisme doet al alsof we de betovering achter ons hebben gelaten. De hantologie bijt zich vast in de effecten.
We hebben dus onze fascinatie, ons geloof in een realiteit erachter, die ons dan weer fascineert, en de realiteit van de fascinatie.
Zou het einde van de filosofie hier iets mee te maken hebben? Met het opgeven van ons geloof dat we nog kunnen kiezen tussen realiteit en idee, tussen betovering en ontnuchtering? Dan zijn we na het einde van de filosofie zeker niet in de realiteit beland.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Maarten Omfalos
Maarten van Rossum is voor mij heel belangrijk. Ik luister zijn podcasts 's nachts, en een paar weken geleden volgde ik nog De slimste m...

-
Avant-gardeliteratuur moeten we steeds opnieuw de kans geven. Dat valt soms niet mee. De schrijvers zoeken de grenzen van het experiment op....
-
Beste Coen, Meestal word ik getroffen door de gesprekken aan de ronde tafel naast de mijne, terwijl ik altijd aan de andere tafel ga zitten....
-
Jij en ik, we moeten even met elkaar praten. Er is het nodige gebeurd, we zijn weg van Facebook, en hier en daar hebben we Whatsapp ingewiss...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten