Ineens bedenk ik me dat die zogenaamde realiteit, waarin ik geleerd heb niet te geloven, ons wel blijft biologeren. Of: misschien kun je het beter andersom zeggen. Wat ons zo biologeert noemen we maar realiteit, bij gebrek aan beter.
Het Lacanianisme van een Zizek slaat munt uit deze fascinatie. Het Kantianisme doet al alsof we de betovering achter ons hebben gelaten. De hantologie bijt zich vast in de effecten.
We hebben dus onze fascinatie, ons geloof in een realiteit erachter, die ons dan weer fascineert, en de realiteit van de fascinatie.
Zou het einde van de filosofie hier iets mee te maken hebben? Met het opgeven van ons geloof dat we nog kunnen kiezen tussen realiteit en idee, tussen betovering en ontnuchtering? Dan zijn we na het einde van de filosofie zeker niet in de realiteit beland.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
De essentie van het wielrennen - Een stap verder met Wilfried de Jong
Journalisten hebben iets heel goed begrepen als ze schrijven over wielrennen. Tien jaar geleden heb ik er zelf ook een paar weken over naged...

-
Avant-gardeliteratuur moeten we steeds opnieuw de kans geven. Dat valt soms niet mee. De schrijvers zoeken de grenzen van het experiment op....
-
Jij en ik, we moeten even met elkaar praten. Er is het nodige gebeurd, we zijn weg van Facebook, en hier en daar hebben we Whatsapp ingewiss...
-
Het was me weer een sprint vandaag. Van Kwiatkowski verwacht je kracht gepaard aan slimheid en ervaring. Maar hij ging in het groepje met tw...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten