Het voorbeeld van hoe je een geheim deelt hoor ik nu elke avond. Met het oog op morgen sluit na een paar zware onderwerpen af met een lichte toets. We herkennen de tune van het oude tv-programma Ontdek je plekje en er komt een lokaal persoon die ons vertelt wat de mooiste plaats in haar provincie is. Zo weten we nu weer opnieuw dat we naar de Millingerwaard moeten, en naar Het Blauwe Meer bij Hoogersmilde.
Zo deel je dus een geheim. Als je het over een geheim hebt, zit je eigenlijk al in deze structuur van de openbaring en dus de uitwissing van datgene in het geheim wat je liefst geheim had willen houden.
Stel, je wil die uitwissing niet, wat kun je dan nog doen? Je kunt gebruikmaken van een list. Misschien zijn er plaatsen in Gelderland die misschien niet zo mooi zijn als de Millingerwaard, maar die het voordeel hebben dat er minder reclame voor is gemaakt. Dat wist die persoon misschien wel. We hebben in dit geval te maken met een afleidingsmanoeuvre.
Misschien gaat het te ver wat ik nu zeg, maar zou je die hele 'negatieve theologie', de idee dat je over God alleen passend kunt spreken in ontkennende bewoordingen, niet als zo'n afleidingsmanoeuvre kunnen beschouwen? Je wekt via de negatieve theologie de liefde voor het spreken op, het uitvoerig en uitbundig spreken over God, zodat de dingen om ons heen weer kunnen verschijnen, vanuit hun onbesproken, achtergrondelijke, onnadrukkelijke verschijning. Ik merk dat ik op mijn woorden moet passen. Richt je de schijnwerpers op de achtergrond, dan is het geen achtergrond meer.
Zeker zijn er nog andere strategieën mogelijk om het geheim te redden van zijn uitwissing. Zo kun je net als de mevrouw van Drenthe de mensen eerst naar een mooie plas sturen. Daar wordt het dan te druk, waarna je dus die Blauwe Plas bij Hoogersmilde noemt, waardoor je de druk op die eerste plas een beetje wegneemt. Deze strategie is in principe oneindig. De kern ervan is dat je de schade beperkt die je zelf had aangericht door het geheim te delen. Natuurlijk, daarmee richt je weer nieuwe schade aan, maar die zie je dus in principe als mogelijkheid tot nieuwe schadebeperking. Altijd positief blijven denken!
Derrida oppert nog weer een andere strategie, die ik de paradoxe strategie zou willen noemen. Je kunt net als in de afleidingsstrategie uitvoerig praten over het geheim. Maar bij Derrida is dat niet om ons weg te houden bij andere, onbesproken zaken, maar juist om het besprokene zelf te redden van de verwijzing. Weinig mensen zullen denken dat je dat uitvoerig besprokene door het te bespreken eigenlijk hebt verzwegen. Inderdaad, Comment ne pas parler? Juist, door er uitvoerig over te spreken.
Mijn favoriete strategie is weer ietsje anders. Ik denk soms dat ik maar weinig inzicht heb in dingen. Dat hoeft geen nadeel te zijn, niet altijd. Er kan een kracht opduiken in je eigen taal, terwijl je aan het schrijven bent. Soms lijkt het alsof ik door te schrijven mijn inzicht in dingen vergroot, omdat mijn taal dat suggereert. Denk ik vervolgens na over wat ik nu eigenlijk heb gezegd, dan ben ik het antwoord meestal schuldig. Kortom, het lijkt er sterk op dat ik in staat ben dingen voor mezelf geheim te houden. Ook dingen waarvan ik het gevoel heb dat iedereen die wel weet. Behalve dus ik. Het lijkt op Socrates, die tenminste wist dat hij niets wist. Maar Socrates gebruikte zijn bekentenis als drukmiddel om anderen, en misschien ook zichzelf, tot inzicht te dwingen, of minstens tot nadenken.
Ik ben geen Socrates, vermoed ik. Ik vertrouw op u, dat u het beter weet, dat u dingen beter weet dan ik. Ik ben weer goed in andere dingen, zoals het geheim houden van dingen voor mezelf. En daarmee heb ik dat geheim toch weer een beetje met u kunnen delen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten