dinsdag 26 maart 2013

Ziel op straat

De pose van 'geleg' houdt in dat ik iets neerleg, zonder me erom te bekommeren of iemand het oppakt. Het gelegde lijkt van weinig waarde, het is slechts afscheiding of gericht aan niets.

Het is niet alleen gezien, het roept ook nog reacties op. Hé, maak je er een eind aan? riep er een. Een ander: Heb je het moeilijk? en: Je gooit je ziel op straat!

De gebruikelijke psychologische afweer dus. Maar wel opmerkelijk dat het thema van de ziel wordt aangesneden, alsof de ziel bestaat, los van jezelf, en op straat kan worden gegooid. Met uiteraard de suggestie van kwetsbaarheid. De roeper wil me tegen mezelf in bescherming nemen. 'Ik zou er wel mee oppassen.'

Bij geleg hoort ook uitleg, ik zou de reacties op Aan niets en Afscheiding kunnen beschouwen als een verzoek om uitleg. Waarmee ik op mijn beurt suggereer dat er iets onbegrepens zit in die boodschappen, dat ik mezelf wel degelijk heb beschermd door de boodschappen efffectief tegen begrip af te dichten.

Zo kom ik toch weer uit bij dat thema (thema betekent ook 'geleg') van de ziel. De ziel, dat is die onbegrijpelijke, geheime, ongrijpbare kern die tegelijk de plaats is van aanraking, geraakt worden, gekwetst worden. Het thema dus van contact en geen-contact ineen dat zeker niet alleen een psychologisch thema is, maar ook economisch, politiek, sociaal (denk aan Canetti's Massa en macht).

Alle gelegenheid om deze pose uitvoerig te bekijken. Je ziel op straat gooien als metafoor van zelfreflectie.

Er komt nog iets bij. Inmiddels weet ik dat er mensen zijn die dit daadwerkelijk lezen! Daarmee komen ook thema's als voyeurisme, exhibitionisme, pathos en vriendschap om de hoek kijken.

Het net van geleg kan zich nu oneindig uitbreiden, als een stratenplan.

Waarom blijf ik dan toch in blind vertrouwen vasthouden aan de metafoor van de molshoop, die misschien meer is dan een metafoor? Omdat ik het was die mijn ziel op straat gooide, en inmiddels alweer verder ben. En als die ziel daar ligt, zonder ik, dan kan het ook mijn ziel niet zijn. QED


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag

Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...