'Superenthousiast!', zegt Margreet Rietveld op de radio. Want ze heeft de leerlingen van Havo en VWO meegenomen naar de Joriskerk in Amersfoort. Naar Händel.
Het scheelt dat je zelf enthousiast bent. Dat doet het hem. Het is de Pokon voor je plantjes. Je merkt dat ze ervan gaan groeien. Zonder te praten, na te denken en te worden aangesproken zelfs ('ze'), net als planten.
Waarvan akte. Enthousiasme is besmettelijk. Dus wil je Händel overbrengen, dan moet je gewoon enthousiast zijn! Leerlingen zien: die is enthousiast. Dan zal daar toch wel een reden voor zijn. Maar zo werkt het niet. Het is meer dat ze al enthousiast zijn voordat ze hebben geluisterd en gepraat. Het enthousiasme is een direct, krachtig middel. Pokon.
In de toekomst volgt dan wellicht dat ze echt gaan luisteren naar Händel. Kan altijd. En waarom zouden ze dan niet enthousiast worden? Want dat is nou typisch Händel, van die enthousiaste zwengelbeweginkjes. Terwijl de structuur ook heus wel in orde is. Duitser in Engeland...
Dus, als mijn enthousiasme nog niet op je is overgesprongen, jaag me dan weg met twijgjes en vuurwerk. Ik zal een Watermusic moeten componeren om u alsnog tevreden te stellen.
vrijdag 30 januari 2015
vrijdag 23 januari 2015
Rousseauïsme
Op de VPRO zie ik 24 uur met. Ik zie Theo Maassen zeggen dat hij Moscovicz niet kan beoordelen qua werk en dat soort aspecten. Maar zijn gevoel zegt dat hij Moscovicz een prima vent vindt.
Zou ik dat een Ivo Niehe-oordeel mogen noemen? Nee, want bij Ivo draaide het nooit om zo'n oordeel, alle beroemde mensen waren sowieso okee, alleen al omdat ze met Ivo zelf in beeld kwamen.
Het heeft dus onmiskenbaar iets VPRO-achtigs, dat oordeel van Theo. Maar helaas zijn er geen andere mensen in dat stulpje die zijn op zijn gevoel gebaseerde oordeel kunnen uitbreiden of beperken. Bram gniffelt wat, hij begrijpt ook wel dat we inmiddels in een fase voorbij de klassieke retorica zijn beland. Het gaat niet meer om een zaak, het gaat om een mens, zoals hij gezien wordt vanuit een direct humaan gevoel, in termen van wel of niet.
Laten we dat Roussauïsme noemen, die neiging om het onmiddellijke gevoel te voorzien van een suggestie van een brede context, laten we zeggen het dorp, het land of de wereld.
Het gniffelen van Bram in zijn casual trui-met-rits, het verraadt ook een ironisch inzicht in de uitvloeisels van de sympathie van de Theo's cum suis. Het duurt zolang het duurt. Juist daarom moet je die rare declaraties indienen, juist daarom.
Zou ik dat een Ivo Niehe-oordeel mogen noemen? Nee, want bij Ivo draaide het nooit om zo'n oordeel, alle beroemde mensen waren sowieso okee, alleen al omdat ze met Ivo zelf in beeld kwamen.
Het heeft dus onmiskenbaar iets VPRO-achtigs, dat oordeel van Theo. Maar helaas zijn er geen andere mensen in dat stulpje die zijn op zijn gevoel gebaseerde oordeel kunnen uitbreiden of beperken. Bram gniffelt wat, hij begrijpt ook wel dat we inmiddels in een fase voorbij de klassieke retorica zijn beland. Het gaat niet meer om een zaak, het gaat om een mens, zoals hij gezien wordt vanuit een direct humaan gevoel, in termen van wel of niet.
Laten we dat Roussauïsme noemen, die neiging om het onmiddellijke gevoel te voorzien van een suggestie van een brede context, laten we zeggen het dorp, het land of de wereld.
Het gniffelen van Bram in zijn casual trui-met-rits, het verraadt ook een ironisch inzicht in de uitvloeisels van de sympathie van de Theo's cum suis. Het duurt zolang het duurt. Juist daarom moet je die rare declaraties indienen, juist daarom.
donderdag 22 januari 2015
Literatuur is een drempel
Eens een gooi naar het fenomeen literatuur.
Zou het niet kunnen zijn dat literatuur iets te maken heeft met het optreden voor het publiek van alle tijden? Je schrijft iets, het zal nooit eeuwig stand houden, de mensheid zelfs is eindig.
Het is ook niet zomaar bedoeld voor je naasten en vrienden, het moet worden gepubliceerd. Je hoopt dat je beroemd wordt, herdacht na je dood, vooral echter gelezen.
Wanneer je schrijft weet je al dat je niet alleen voor je tijdgenoten schrijft, maar voor het oog van je nazaten, vele jaren na je dood.
De Romeinse schrijvers wisten dat al. Horatius 'voltooide een monument van brons', dat wil zeggen ondoordringbaar en bestaand tot vele eeuwen na hem. Hetgeen het geval was. Ze wisten het omdat ze schreven onder inspiratie van Homerus. Ze hebben de lat ergens gelegd, het was geleg.
Ook dit is geleg, maar het is niet van brons. Het is geschreven in licht en verdwijnt wanneer het licht verdwijnt, implodeert of verschemert.
Blijft over het geschrijf van hen die het publiek der eeuwen trotseren, ze overschrijden een plechtige drempel, ze overschrijden morele grenzen, hebben schijt aan hun publiek maar weten wel in al hun arrogantie dat hun publiek hun publiek is, is het niet van onze tijd dan wel van later. Zo proeven we nu nog steeds Rabelais in onze wangen, we voelen ons verheven met Bukowski. Literatuur is jezelf blootstellen aan dat publiek.
Welaan, kijk naar die drempel of ga er overheen.
Zou het niet kunnen zijn dat literatuur iets te maken heeft met het optreden voor het publiek van alle tijden? Je schrijft iets, het zal nooit eeuwig stand houden, de mensheid zelfs is eindig.
Het is ook niet zomaar bedoeld voor je naasten en vrienden, het moet worden gepubliceerd. Je hoopt dat je beroemd wordt, herdacht na je dood, vooral echter gelezen.
Wanneer je schrijft weet je al dat je niet alleen voor je tijdgenoten schrijft, maar voor het oog van je nazaten, vele jaren na je dood.
De Romeinse schrijvers wisten dat al. Horatius 'voltooide een monument van brons', dat wil zeggen ondoordringbaar en bestaand tot vele eeuwen na hem. Hetgeen het geval was. Ze wisten het omdat ze schreven onder inspiratie van Homerus. Ze hebben de lat ergens gelegd, het was geleg.
Ook dit is geleg, maar het is niet van brons. Het is geschreven in licht en verdwijnt wanneer het licht verdwijnt, implodeert of verschemert.
Blijft over het geschrijf van hen die het publiek der eeuwen trotseren, ze overschrijden een plechtige drempel, ze overschrijden morele grenzen, hebben schijt aan hun publiek maar weten wel in al hun arrogantie dat hun publiek hun publiek is, is het niet van onze tijd dan wel van later. Zo proeven we nu nog steeds Rabelais in onze wangen, we voelen ons verheven met Bukowski. Literatuur is jezelf blootstellen aan dat publiek.
Welaan, kijk naar die drempel of ga er overheen.
woensdag 21 januari 2015
Conduct
Hoe meer je wordt afgeleid, hoe meer je wordt afgeleid.
Deze ijzeren wet gaat zeker op voor situaties waarin je wordt afgeleid, zeg maar zowat elke denkbare situatie in de tijd van nu, de straat, de woonkamer, de klas.
Nu moet die afleiding ook worden opgevoerd, zoveel is duidelijk. Hoe meer afleiding, hoe boeiender, hoe minder last van je innerlijke oprispingen, hoe sneller je de concurrentie aftroeft.
Voor dat laatste is eveneens vereist dat je dwars door de afleidingen vasthoudt aan je eigen lijn. In de nationale IQ-test van BNN werd dat duidelijk.
Een sleutelelement in het geheel is de humor. Die functioneert namelijk dubbel. Hij leidt je af, maar leidt je in omgekeerde richting ook tot de kern. Ruben Nicolai casu quo.
Je kunt de afleiding ontlopen. Je kunt je ertegen immuniseren. Je kunt hem gebruiken voor het bereiken van je doel.
Dat maakt bijvoorbeeld didactiek tot een complex gegeven. Afleiding wordt gebruikt om tegenspel te bieden aan afleiding. Maar het afleiden van de afleiding wordt eveneens gebruikt om concentratie te bereiken.
We zullen een nieuwe discipline moeten invoeren, 'leiding' geheten. Daarin worden zowel toeleiding als afleiding geoefend.
Deze ijzeren wet gaat zeker op voor situaties waarin je wordt afgeleid, zeg maar zowat elke denkbare situatie in de tijd van nu, de straat, de woonkamer, de klas.
Nu moet die afleiding ook worden opgevoerd, zoveel is duidelijk. Hoe meer afleiding, hoe boeiender, hoe minder last van je innerlijke oprispingen, hoe sneller je de concurrentie aftroeft.
Voor dat laatste is eveneens vereist dat je dwars door de afleidingen vasthoudt aan je eigen lijn. In de nationale IQ-test van BNN werd dat duidelijk.
Een sleutelelement in het geheel is de humor. Die functioneert namelijk dubbel. Hij leidt je af, maar leidt je in omgekeerde richting ook tot de kern. Ruben Nicolai casu quo.
Je kunt de afleiding ontlopen. Je kunt je ertegen immuniseren. Je kunt hem gebruiken voor het bereiken van je doel.
Dat maakt bijvoorbeeld didactiek tot een complex gegeven. Afleiding wordt gebruikt om tegenspel te bieden aan afleiding. Maar het afleiden van de afleiding wordt eveneens gebruikt om concentratie te bereiken.
We zullen een nieuwe discipline moeten invoeren, 'leiding' geheten. Daarin worden zowel toeleiding als afleiding geoefend.
woensdag 14 januari 2015
Aanval op de subjectiviteit
Wat is er zo boeiend aan die documentaire op NPO2 over Russia Today? Leuk dat de ex-medewerkers van Angelsaksische herkomst uit de school klappen. Via hen krijgen we inzicht van nabij in de switch die plaatsvond zo ongeveer ten tijde van de bombardementen ten tijde van de Georgische oorlog. Niet dat Poetin de medewerkers voortdurend persoonlijk belde. Maar via zelfcensuur kwam je erachter dat je beter dit kon zeggen dan dat.
Wat zo boeiend is, is dat je hele metafysische instinct geleidelijk uiteengereten wordt naar alle kanten. De verleiding is steeds groter om Poetin gelijk te geven om maar weg te komen uit deze onaangename situatie.
De strategie is als volgt. Rusland verwijt Europa dat het aan de hand van Amerika loopt. Dat las ik al eens in Argumenty i fakty naar aanleiding van de ramp MH17. Maar wat doet Amerika dan? Het zegt dat er geen objectieve waarheid is. Iedereen zit met partiële inzichten, meningen, opinies. Maar in werkelijkheid is dit een ideologie. De ideologie dat er geen objectieve waarheid is. Wat doet Rusland nu om deze ideologie te ontmantelen? Ze splijten hem door verwarring te zaaien. Amerika zegt dit, maar het kan evengoed dat zijn. MH17 is neergeknald, maar toevallig was het vliegtuig van Poetin ook in de buurt, en het kan dus evengoed zijn dat Oekraïense nationalisten Poetin uit de lucht wilden knallen, maar per ongeluk MH17 hebben geraakt.
Snapt u het nog? Verwarring zaaien in een landschap waarin subjectiviteit heerst? De suggestie komt dan vanzelf op dat er zoiets als objectiviteit is. Evengoed kan het zijn dat je behoefte krijgt aan objectiviteit. Pravda, istina, wat niet al.
Dat willen wij toch ook, objectiviteit, gedeelde rechtvaardigheid? Natuurlijk geloven wij dat eerder wanneer Engelstaligen ons dat voorhouden, en nog eerder Engelstalige ex-medewerkers. Of zelfs Nederlandse Kremlinkenners zoals Derk Sauer. In deze omstandigheden willen we afstand doen van onze subjectiviteit en belanden we als vanzelf in de objectiviteit.
Je zou bijna principieel subjectivist worden, temeer daar de antisubjectivist niet vanzelf de gerechtigheid vertegenwoordigt. Bijna, want de dynamiek van de lauwe oorlog leert ons vooral dat de subjectiviteit en objectiviteit beide al even onhoudbaar zijn. Het zijn termen uit de Koude Oorlog, waarin alles wordt begrepen volgens zwartwittegenstellingen. Dat is het metafysische schema van de dominante Russen.
Er zijn twee mogelijke uitwegen uit deze impasse. De ene is, net als in de jaren tachtig, dat een der partijen dominant wordt en onderhandelingen afdwingt. De tweede uitweg heeft zich eveneens afgespeeld in de jaren tachtig, namelijk dat een derde partij het contrast doorkruiste. Toen waren het de Paus en Solidarnosc. Beide uitwegen kunnen elkaar aanvullen. Laten we hopen dat een soortgelijke dynamiek het zwartwit ook nu doorkruist, met kansen voor iets dat uitstijgt boven subject en object.
Wat zo boeiend is, is dat je hele metafysische instinct geleidelijk uiteengereten wordt naar alle kanten. De verleiding is steeds groter om Poetin gelijk te geven om maar weg te komen uit deze onaangename situatie.
De strategie is als volgt. Rusland verwijt Europa dat het aan de hand van Amerika loopt. Dat las ik al eens in Argumenty i fakty naar aanleiding van de ramp MH17. Maar wat doet Amerika dan? Het zegt dat er geen objectieve waarheid is. Iedereen zit met partiële inzichten, meningen, opinies. Maar in werkelijkheid is dit een ideologie. De ideologie dat er geen objectieve waarheid is. Wat doet Rusland nu om deze ideologie te ontmantelen? Ze splijten hem door verwarring te zaaien. Amerika zegt dit, maar het kan evengoed dat zijn. MH17 is neergeknald, maar toevallig was het vliegtuig van Poetin ook in de buurt, en het kan dus evengoed zijn dat Oekraïense nationalisten Poetin uit de lucht wilden knallen, maar per ongeluk MH17 hebben geraakt.
Snapt u het nog? Verwarring zaaien in een landschap waarin subjectiviteit heerst? De suggestie komt dan vanzelf op dat er zoiets als objectiviteit is. Evengoed kan het zijn dat je behoefte krijgt aan objectiviteit. Pravda, istina, wat niet al.
Dat willen wij toch ook, objectiviteit, gedeelde rechtvaardigheid? Natuurlijk geloven wij dat eerder wanneer Engelstaligen ons dat voorhouden, en nog eerder Engelstalige ex-medewerkers. Of zelfs Nederlandse Kremlinkenners zoals Derk Sauer. In deze omstandigheden willen we afstand doen van onze subjectiviteit en belanden we als vanzelf in de objectiviteit.
Je zou bijna principieel subjectivist worden, temeer daar de antisubjectivist niet vanzelf de gerechtigheid vertegenwoordigt. Bijna, want de dynamiek van de lauwe oorlog leert ons vooral dat de subjectiviteit en objectiviteit beide al even onhoudbaar zijn. Het zijn termen uit de Koude Oorlog, waarin alles wordt begrepen volgens zwartwittegenstellingen. Dat is het metafysische schema van de dominante Russen.
Er zijn twee mogelijke uitwegen uit deze impasse. De ene is, net als in de jaren tachtig, dat een der partijen dominant wordt en onderhandelingen afdwingt. De tweede uitweg heeft zich eveneens afgespeeld in de jaren tachtig, namelijk dat een derde partij het contrast doorkruiste. Toen waren het de Paus en Solidarnosc. Beide uitwegen kunnen elkaar aanvullen. Laten we hopen dat een soortgelijke dynamiek het zwartwit ook nu doorkruist, met kansen voor iets dat uitstijgt boven subject en object.
zondag 11 januari 2015
Andere adressant
Bij alles wat er nu gezegd wordt over de aanslagen in Parijs is het moeilijk er iets bij te leggen. Wel kan ik er iets uithalen wat me trof. Misschien juist doordat het me in zekere zin niet betrof. Het grootste raadsel van de aanslagen is wat mij betreft dat de nieuwste wending van de tactiek der terroristen, het feit dat ze hun aanslagen niet richten op de ongedifferentieerde massa, maar op tekenaars, juist niet op hen gericht lijkt.
Op dat idee werd ik gebracht door de arabist Halim El Madkouri (Volkskrant, 10 januari): 'De keuze voor de eenzame jihad stoelt op het feit dat hij betrekkelijk eenvoudig en goedkoop is uit te voeren en op zijn mobiliserende kracht voor andere jonge moslims.' Het zijn die jonge moslims voor wie de drie van Parijs een heldenrol kunnen vervullen die uitnodigt tot imitatie.
Alle commentaren over de vrije meningsuiting lijken aan dit motief voorbij te gaan. De vijand is geen vijand omdat hij een bepaalde morele grens heeft overschreden, maar omdat de aanval op hem symbolische betekenis heeft voor de potentiële medestrijders. Het is in dit verband allerminst uitgesloten dat ook de jihadi's zelf grijpen naar middelen die ze bij de tegenstander veroordelen. Je kunt dit wegzetten als willekeur, maar vergeet niet dat willekeur een noodzakelijk element vormt van het terrorisme, en tot op zekere hoogte deel uitmaakt van rationele strategieën.
Een andere vraag is wat het voor ons betekent dat we in feite ongeadresseerd worden aangevallen. Is de kreet 'Je suis Charlie' niet een instinctieve afweerreactie op dit onverdraaglijke gegeven, alsof we liever geadresseerd waren aangevallen? Is de aanval op Parijs door ons niet allereerst een aanval op ons narcisme, vanuit ons onbewuste, verdrongen oogpunt als het ware? Niet dat het de terroristen ook maar ene moer zal interesseren, maar voor onszelf lijkt het wel gezond enige aandacht te besteden aan deze mogelijkheid.
Zo lanceer ik ook dit geleg weer ongeadresseerd de wereld in, als een andere versie van de uitspraak: voor allen en niemand. Met dit verschil dat iemand die leest zich alsnog geadresseerd kan voelen. Daarmee verbergt hij voor zichzelf dat ongehoorde gegeven dat iemand de wetten van de dialoog met voeten treedt, de wet dat we ons tot een persoon richten.
En toch is deze andere wet, deze overschrijding van de adressering, niet zonder belang voor de vrije meningsuiting. De openbaarheid waarin we moeten kunnen zeggen wat we willen is ermee gediend dat we ons niet al te direct, niet onmiddellijk, aangesproken voelen. Adressering, een al te direct gevoel te worden geadresseerd, leidt tot korte lontjes en uitholling van de vrije meningsuiting.
Middelen die we naast de dialoog nodig hebben zijn immunisering, zelfanalyse en analyse van het terrorisme.
Op dat idee werd ik gebracht door de arabist Halim El Madkouri (Volkskrant, 10 januari): 'De keuze voor de eenzame jihad stoelt op het feit dat hij betrekkelijk eenvoudig en goedkoop is uit te voeren en op zijn mobiliserende kracht voor andere jonge moslims.' Het zijn die jonge moslims voor wie de drie van Parijs een heldenrol kunnen vervullen die uitnodigt tot imitatie.
Alle commentaren over de vrije meningsuiting lijken aan dit motief voorbij te gaan. De vijand is geen vijand omdat hij een bepaalde morele grens heeft overschreden, maar omdat de aanval op hem symbolische betekenis heeft voor de potentiële medestrijders. Het is in dit verband allerminst uitgesloten dat ook de jihadi's zelf grijpen naar middelen die ze bij de tegenstander veroordelen. Je kunt dit wegzetten als willekeur, maar vergeet niet dat willekeur een noodzakelijk element vormt van het terrorisme, en tot op zekere hoogte deel uitmaakt van rationele strategieën.
Een andere vraag is wat het voor ons betekent dat we in feite ongeadresseerd worden aangevallen. Is de kreet 'Je suis Charlie' niet een instinctieve afweerreactie op dit onverdraaglijke gegeven, alsof we liever geadresseerd waren aangevallen? Is de aanval op Parijs door ons niet allereerst een aanval op ons narcisme, vanuit ons onbewuste, verdrongen oogpunt als het ware? Niet dat het de terroristen ook maar ene moer zal interesseren, maar voor onszelf lijkt het wel gezond enige aandacht te besteden aan deze mogelijkheid.
Zo lanceer ik ook dit geleg weer ongeadresseerd de wereld in, als een andere versie van de uitspraak: voor allen en niemand. Met dit verschil dat iemand die leest zich alsnog geadresseerd kan voelen. Daarmee verbergt hij voor zichzelf dat ongehoorde gegeven dat iemand de wetten van de dialoog met voeten treedt, de wet dat we ons tot een persoon richten.
En toch is deze andere wet, deze overschrijding van de adressering, niet zonder belang voor de vrije meningsuiting. De openbaarheid waarin we moeten kunnen zeggen wat we willen is ermee gediend dat we ons niet al te direct, niet onmiddellijk, aangesproken voelen. Adressering, een al te direct gevoel te worden geadresseerd, leidt tot korte lontjes en uitholling van de vrije meningsuiting.
Middelen die we naast de dialoog nodig hebben zijn immunisering, zelfanalyse en analyse van het terrorisme.
vrijdag 9 januari 2015
Druk
Ik sta onder druk.
Er moet een verklaring worden afgelegd.
Ze hebben ons onder druk gezet.
Een krankzinnige dag vandaag.
Twee gijzelingen tegelijk.
Ik moet er iets over kwijt.
De partijen nemen hun verantwoordelijkheid.
Dat is op dit moment het beste.
Ik neem mijn verantwoordelijkheid voor mijn verantwoordelijkheid.
Ik ben Charlie, dat wil zeggen, ik ben niet Charlie.
Er is mij gezegd dat als je hem niet bent, steek dan je bordje omhoog.
Of bedenk zelf wat.
Er is van allerlei drukte gaande.
Wel geen wel geen, dan toch.
Eerst niet, geen burger, wel moslim, dan niet.
Il n'y a pas de chiens a Saint Germain.
Wij zijn le Pen.
Marquons le coin.
IS of Al Qaida, welke vlag.
Gelovig of niet, schiet.
Wij zijn de vlag, wat ik zag.
Er moet een verklaring worden afgelegd.
Ze hebben ons onder druk gezet.
Een krankzinnige dag vandaag.
Twee gijzelingen tegelijk.
Ik moet er iets over kwijt.
De partijen nemen hun verantwoordelijkheid.
Dat is op dit moment het beste.
Ik neem mijn verantwoordelijkheid voor mijn verantwoordelijkheid.
Ik ben Charlie, dat wil zeggen, ik ben niet Charlie.
Er is mij gezegd dat als je hem niet bent, steek dan je bordje omhoog.
Of bedenk zelf wat.
Er is van allerlei drukte gaande.
Wel geen wel geen, dan toch.
Eerst niet, geen burger, wel moslim, dan niet.
Il n'y a pas de chiens a Saint Germain.
Wij zijn le Pen.
Marquons le coin.
IS of Al Qaida, welke vlag.
Gelovig of niet, schiet.
Wij zijn de vlag, wat ik zag.
donderdag 1 januari 2015
Carpe punctum
Muziek doet zo ontzaglijk veel. Ze stuurt alle uitingen de juiste kant op, ze bezorgt alles bij de ultieme destinant.
Muziek is zo krachtig dat je ze ook kunt gebruiken om de betekenis in contrast ermee te peilen. Luister bijvoorbeeld naar Youp van 't Hek. Mooie Oudjaarsconférence, leuke grappen. Hij brengt een sfeerachtig of muzikaal contrast aan tussen zijn grappenseries en zijn serieuze boodschap. Het is waarschijnlijk de bedoeling dat het contrast beide elementen uit de verf laat komen.
Vanuit het oogpunt van de analyse blijkt de relatieve zwakte van Youps filosofie pas wanneer je het muzikale element eerst tot je hebt laten doordringen. Voor de analyse is ontnuchtering nodig, maar om te ontnuchteren moet je eerst zat zijn geweest.
Raar eigenlijk dat nooit iemand op het idee komt om de muziek of sfeer voor de analyse met negatieve voortekens in te zetten. Zo didactisch zijn we blijkbaar al geworden, dat we muziek alleen ter versterking van een al gegeven boodschap opvatten. Niet om de analyse te radicaliseren door de muziek pas in tweede instantie weg te laten en te kijken wat er overblijft.
Vat ik Youp na afloop van mijn analyse samen, dan zeg ik: geniet van elkaar en het leven zolang het kunt, carpe diem. Zo'n genot kan niet zonder de dood, de ongewisheid van het morgen. Daarom kun je Youps boodschap net zo goed andersom opvatten: memento mori, leer te sterven. En omdat dat niet lukt, zoek naar dat ene lichtpuntje dat je pas ontdekt na alle cynische uitkleding.
Muziek is zo krachtig dat je ze ook kunt gebruiken om de betekenis in contrast ermee te peilen. Luister bijvoorbeeld naar Youp van 't Hek. Mooie Oudjaarsconférence, leuke grappen. Hij brengt een sfeerachtig of muzikaal contrast aan tussen zijn grappenseries en zijn serieuze boodschap. Het is waarschijnlijk de bedoeling dat het contrast beide elementen uit de verf laat komen.
Vanuit het oogpunt van de analyse blijkt de relatieve zwakte van Youps filosofie pas wanneer je het muzikale element eerst tot je hebt laten doordringen. Voor de analyse is ontnuchtering nodig, maar om te ontnuchteren moet je eerst zat zijn geweest.
Raar eigenlijk dat nooit iemand op het idee komt om de muziek of sfeer voor de analyse met negatieve voortekens in te zetten. Zo didactisch zijn we blijkbaar al geworden, dat we muziek alleen ter versterking van een al gegeven boodschap opvatten. Niet om de analyse te radicaliseren door de muziek pas in tweede instantie weg te laten en te kijken wat er overblijft.
Vat ik Youp na afloop van mijn analyse samen, dan zeg ik: geniet van elkaar en het leven zolang het kunt, carpe diem. Zo'n genot kan niet zonder de dood, de ongewisheid van het morgen. Daarom kun je Youps boodschap net zo goed andersom opvatten: memento mori, leer te sterven. En omdat dat niet lukt, zoek naar dat ene lichtpuntje dat je pas ontdekt na alle cynische uitkleding.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag
Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...
-
Beste Coen, Meestal word ik getroffen door de gesprekken aan de ronde tafel naast de mijne, terwijl ik altijd aan de andere tafel ga zitten....
-
Zei ik luciditeit, in de vorige blogs van deze serie? Daar moet ik toch nog eens ernstig over nadenken. Luciditeit heeft iets met licht te m...
-
Het was me weer een sprint vandaag. Van Kwiatkowski verwacht je kracht gepaard aan slimheid en ervaring. Maar hij ging in het groepje met tw...