zondag 24 mei 2015

Mediale recycling

Terwijl ik dit schrijf lijkt het erop dat de monumenten van Palmyra nog niet verwoest zijn door IS. Maar ineens bevangt me een verschrikkelijke gedachte. Stel dat IS de verwoesting ter hand neemt, volgens welk model moeten we dit dan beoordelen?

Het eerste model is dat van de negatie. Je zou aan de beeldenstorm kunnen denken en aan een neiging die het monotheïsme per definitie kenmerkt, namelijk om alles te vernietigen wat maar aan goden of aan waarden doet denken om zodoende de enige God te eren. IS zet dus gewoon voort waarmee de profeten al lang geleden zijn begonnen.

Hoe verschrikkelijk deze gedachte ook is, in verschrikkelijkheid haalt ze het niet bij de volgende. Het is namelijk ook mogelijk de vernietiging door IS te zien in het verlengde van de kerkenbouw in Sparta. Daar zul je vergeefs naar monumenten uit de oudheid zoeken. De onderdelen zijn als materiaal gebruikt voor de bouw van kerken. Je zou kunnen zeggen: ze zijn gerecycled. Overigens zijn ook de Griekse tempels die wel bewaard zijn gebleven niet behouden vanwege respect voor de antieke godsdienst, maar omdat ze konden worden gebruikt als kerken.

In welke zin zou je de dreigende verwoesting van het Romeinse Palmyra kunnen zien als recycling? In een andere zin dan in het vroege Christendom. De techniek is alweer een eindje verder. Als wij het al dan niet verwoeste materiaal voor een positief doel gebruiken kan dat tegenwoordig een digitale, mediale vorm aannemen. Want dat moet je IS nageven. Ze filmen hun vernietigingsdaden wel en gebruiken het voor hun mediaoorlog en hun propaganda.

De diepere theologische grond voor de recycling is dat we weliswaar alle beelden van God moeten negeren of vernietigen, maar vervolgens moeten we God wel blijven vereren. En zonder beelden in brede zin kan dat niet, zonder gebouwen, plaatsen, figuren, iconen, noem maar op. Die beelden en hun verering moeten zich onderscheiden van de beelden die vernietigd zijn, maar waarom zou je het geen beelden noemen? En waarom zou je het gebruik van die beelden geen 'verering' noemen?

Ja, een verschrikkelijke gedachte... Het is onverdraaglijker dat de beeldenvernietiging een positieve daad is dan dat hij puur negatief is. Het lijkt of onszelf de grond onder de voeten vandaan wordt geslagen omdat wij graag geloven in het positieve zonder dat het wordt besmet door gruweldaden.

Tja, als troost zou ik nog kunnen zeggen dat het maar een gedachte is, dat de monumenten er waarschijnlijk nog staan en dat we altijd de foto's nog hebben... Maar de troost is te mager. Meer en meer schuiven onze dromen naar de virtualiteit, ze worden gemedialiseerd.

Maar ook dat heeft weer voordelen. We gaan misschien weer eens nadenken over Romeinse vernietigingspolitiek en zijn positieve gevolgen. In 70 n.Chr. verwoestte Titus de tempel van Jeruzalem. Een enorm karwei vanwege de dikke muren van die tempel. Helaas is dat nooit gefilmd, maar op het Forum in Rome staat wel de trotse triomfboog met beelden van de plundering op de reliëfs.

Ander positief gevolg: de diaspora. Dankzij de Romeinse gruwelverwoesting zijn de Joden uitgezwermd over de wereld en hebben ze die verrijkt met hoogstaande moraliteit en een uiterst diepzinnige cultuur, en dat doen ze nog steeds. En dan heb ik het nog niet eens over de kruisiging omstreeks 33 n.Chr. onder Tiberius van een loser die in de geschiedenis ook het een en ander teweeg heeft gebracht...

Er zal dus ooit een tijd komen, en ik besef best hoe verschrikkelijk en provocerend deze gedachte is, en hoe cynisch ze klinkt - maar een filosoof hoort nu eenmaal tegen de gangbare mening in te denken -, dat onze nazaten IS dankbaar zullen zijn voor de verwoesting van de Romeinse monumenten en de verfilming daarvan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag

Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...