zondag 28 februari 2016

De virtuositeit van Biesta

Een vriend waarschuwde me dat het boek van Gert Biesta voornamelijk open deuren bevatte. Nu vind ik dat een filosoof best wel hier en daar een deurtje mag openzetten, dus ik was benieuwd. Over mijn eerste leeservaring heb ik u al verteld. Biesta stelt zijn zwakke opties tegenover de metafysica, en wil dat het onderwijs wordt gezien als plaats van existentiële ontmoeting. Onderwijzen in die situatie is riskant, want je weet niet hoe de leerling het zal ontvangen, maar dit risico noemt Biesta prachtig, je zou ook kunnen zeggen reddend, omdat zonder dit risico het onderwijs niet kan bestaan. Het zou dan niet meer zijn dan reproductie van wat reeds bestaat, makke leerlingen die leren volgens plan met een maximaal voorspelbare uitkomst.

Met name was ik bij het lezen geïnteresseerd of Biesta met zijn prachtige risico ook zijn keerzijde zou meenemen die ik in mijn vorige blog met Derrida had aangewezen. Elk risico laadt zich tweemaal op, als kans en als dreiging. De grootste dreiging schuilt erin dat het onderwijs te goed lukt, dat het zichzelf in de weg gaat zitten doordat het te weinig blootgesteld is aan zijn falen. De jaloerse JHWH neemt dan wraak op de coole Elohim, en je zou wensen dat je ook voor die eerste een deurtje had opengezet, dan was hij misschien nog bereid geweest met je te dealen.

Concreet zien we de terugkeer van de metafysica bij Biesta in zijn pleidooi om in het onderwijs weer doelen te stellen. Nu overheerst een instrumentele visie, er wordt van leraren geëist dat ze alle middelen kunnen inzetten, zonder dat duidelijk is welk doel daarmee bereikt kan worden. Daardoor kan bij hervormingen niet worden vastgesteld of ze geslaagd zijn, en niemand lijkt zich daar om te bekommeren. Het falen van een hervorming wordt opgelost met een volgende hervorming. Auto-immuniteit in zijn zuiverste vorm.

Maar wat gebeurt er wanneer je een doel stelt aan een open ontmoeting? Het enige resultaat van die interventie kan - logisch gesproken - de open ontmoeting zelf zijn. En inderdaad, aan het eind verschijnt bij Biesta het vrije subject. De 'gebeurtenis' waarvan hij spreekt is het in de wereld komen van vrije subjecten als resultaat van het onderwijs. Maar als ik het boek goed gelezen heb was dat ook al de aanname. Zou je dus kunnen spreken van een gemeenschap die zich de zelfproductie ten doel stelt? En kan zoiets ooit mislukken?

De virtuositeit van Biesta bestaat erin dat hij die mislukking weet op te roepen - hij moet wel - zonder hem te bespreken. Virtuoos betekent dat je zo snel en flitsend pianospeelt dat niemand zich nog bekommert om de diepgang van je spel. Oorsprong, doel en gelaagdheid verdwijnen uit je spel en er lijkt sprake van spontane improvisatie.

Nemen we bijvoorbeeld de discussie met Hannah Arendt over de crisis in de opvoeding. Biesta deconstrueert haar visie op virtuoze wijze door te tonen dat zij moet steunen op een ontwikkelingspsychologische aanname. Je kunt kinderen alleen maar weghouden uit de politiek wanneer je aanneemt dat ze onder geen voorwaarde volwassenen zijn. Maar, zegt Biesta terecht, de volwassenen zijn ook lang niet altijd volwassen. En wanneer de overgang van kind naar volwassene niet noodzakelijk volgens de wetten van de psychologie verloopt, hebben we hier een onderscheidingsvermogen nodig dat zelf ook politiek is. Arendt wordt zodoende tegen zichzelf gekeerd onder het mom dat ze bij zichzelf wordt gebracht. De politiek om het onderwijs tegen de politiek af te schermen bewijst alleen maar dat het onderwijs zelf al door en door politiek is.

Zo wordt Arendt bij haar eigenlijke doel gebracht, het handelen van vrije subjecten. De weg waarlangs zij dit doel trachtte te bereiken, de afscherming van de politiek in het onderwijs, wordt door Biesta weggehaald. Je zou dus kunnen spreken van een mislukking, in termen van Arendt zelf. Biesta ziet dat anders, en beroept zich ook hier weer op Arendt zelf, haar essay Understanding and Politics. Politiek existeren houdt in dat je je op een niet-empathische wijze tot de ander verhoudt. Je kijkt naar de wereld met je eigen ogen maar vanuit de positie van de ander. Het lijkt hier uiteraard niet te gaan om een metafysisch inzicht maar om een moraliteit die mogelijk wordt gemaakt door de politiek.

De cirkel of open deur waarin we zijn beland is die van de politiek. Politiek gaat over macht en gezag. Maar de virtuoos Biesta houdt die termen knap in zijn mouw terwijl ze toch hun werk doen. Hier en daar geeft hij toe dat er wel gezag nodig is in het onderwijs, maar de kern blijft toch de 'zachte' existentiële ontmoeting. Het gaat - goed Arendtiaans - om processen van beginnen en initiëren, maar dit wordt mogelijk gemaakt door een politiek van beginnen en initiëren. Dat is het doel van het onderwijs.

Je zou je kunnen afvragen wat het begin van die politiek is. Wanneer Biesta's politieke interventie erin bestaat dat hij weer doelen wil geven aan het onderwijs, wat doet hij dan als vrij, politiek subject? Mijn vermoeden is dat hij precies hiervoor het gezag van de filosofie inzet. Hij gebruikt de filosofie als traditie die hem het gezag verleent om zijn interventie te ondersteunen, zodat het inderdaad een interventie lijkt, een politieke geste. In laatste instantie evenwel is het geen politieke geste, maar de geste van een virtuoos. Hij bespeelt zijn lezers die niet doorhebben dat politiek als puur begin en puur doel gelijkstaat aan de opheffing van de politiek.

We zouden weer bij Arendt terecht kunnen voor een bezinning op de traditie die bij haar vooral tot functie heeft het gezag in de cultuur levend te houden. Het in het zijn roepen van iets of iemand, zodat hij kan 'beginnen', is autoriteit. Maar autoriteit valt niet samen met dat beginnen, het verwijst zelf naar een ander begin, de stichting van de cultuur. Zo zijn er steeds twee instanties van politiek handelen, de gemeenschap van vrije subjecten en het gezag dat via de traditie teruggaat op de stichters.

Het onderscheid tussen politiek en onderwijs gaat wellicht terug op dit onderscheid tussen macht en gezag. Arendt wil het gezag beschermen door het onderwijs af te schermen tegen de politiek. Die poging moet wel mislukken, omdat de politiek zelf, dat wil zeggen de politieke gemeenschap van vrije subjecten, zich het gezag toeëigent waardoor het verschil tussen macht en gezag in feite wordt uitgewist.

Hier zou de interventie van Agamben in het spoor van Benjamin van betekenis kunnen zijn. Deze filosofen erkennen dat het gezag niet meer zoals bij de Romeinen kan teruggaan op de vaders, tradities en zelfs de ervaring. Maar het gaat evenmin volledig op in de politieke macht, omdat die zich steeds meer uitlevert aan een uitzonderingstoestand. Hierin wordt de geldigheid van de wetten opgeschort en moet de politiek terugvallen van de potestas op de auctoritas. De uitzonderingstoestand is het moment waarop het gezag zich steeds opnieuw installeert tegenover de macht, om die te bevestigen of te ontkrachten.

De echte open deur schuilt dus niet in het risico dat de docent toelaat in de realisering van zijn doelen. De open deur schuilt in de momenten dat de zelfproductie van de gemeenschap wordt onderbroken omdat ze te goed slaagt, omdat ze als soevereine macht het gezag zozeer naar zich toegetrokken heeft dat ze zichzelf opheft in de uitzonderingstoestand.

Bij Agamben en Benjamin heb ik dit spoor proberen te volgen in het experimentum linguae en de infanzia. Dit moeten we niet verstaan als een terugval in de ontwikkelingspsychologie maar als de erkenning dat het gezag in laatste instantie berust op de taal. Ook Biesta spreekt van taal, maar vat die op als communicatie, die hij ondanks zijn deconstructieve virtuositeit toch baseert op de subjectiviteit en de Kantiaanse verbeelding. Daardoor ziet hij niet dat de politieke macht de communicatie evenzeer voortbrengt als zelf erdoor wordt voortgebracht. De politiek sluit zich zodoende af voor elk buiten dat deze (auto-immune) zelfvoortbrenging kan verstoren.

Eenvoudiger gezegd: Biesta's voorstel houdt in dat het onderwijs weer doelen moet stellen en risico's moet accepteren. Het is in de kern een moreel voorstel. Maar zijn autoriteit Arendt heeft hem duidelijk gemaakt dat de moraal in het leven wordt gehouden door de politiek. De politiek zal het voorstel van Biesta ongetwijfeld dankbaar overnemen en de taal van de existentiële ontmoeting in de onderwijshervormingen verwerken. Succes gegarandeerd, dit kan gewoon niet meer mislukken.

https://lh6.googleusercontent.com/-gJQt9MWBCN0/T3rbFd4ebEI/AAAAAAAALhc/VnDwOlATRzM/s800/Wibi.jpg






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag

Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...