donderdag 25 juli 2013

Gesprek over Gezicht belicht

Functioneert dat eigenlijk wel, met al die cryptische verpakkingen?

Nee, het functioneert vooral als bescherming. Andere functies, met name de verleiding, zijn er nauwelijks mee gediend. Maar zeg je bescherming, dan geef je meteen ook de mogelijkheid extra veel te vertellen, te bekennen. Intieme zaken, kwetsbare dingen.

Is dat niet altijd zo, vraag ik me af, met immuniteit... De Minoïsche beschaving stond erom bekend dat er geen muren rond het paleis stonden. Maar goed, het was wel een eiland en het paleis was een labyrint. Ook Sparta en Rome hadden geen muren rond de stad, en dat was bij hen bepaald geen teken van gastvrijheid en vredelievendheid.

Is er iets te zeggen in dit verband over het ontbreken van koningsgraven in het paleis van Minos? En wat verklaart de Minotaurusmythe in dit verband, met Daidalos en later het Theseusverhaal?

Het verklaart vooral dat het labyrint iets afschermt dat de moeite waard is om te worden ontdekt en/of juist afgeschermd. Het ambivalente heilige zullen we maar zeggen, tremendum et fascinosum.

Dat er evengoed niet hoeft te zijn, het lege centrum... vanuit boeddhistische of moderne optiek...

Neenee, veel te geruststellend... Om een leeg centrum hoef je geen labyrint of muren te bouwen.

Als je ten minste aanneemt dat jijzelf de bouwer of opdrachtgever bent. Maar je zegt zelf dat je door de gangen dwaalt.

Vergeet niet dat Daidalos de bouwer was en zelf in zijn labyrint werd opgesloten.

We dwalen, wat zeg ik, we dwalen af. Het ging over je cryptische stijl.

Misschien is het niet alleen een labyrint, maar ook een intimiderende muur. Geen verleidelijke poëzie, maar vlees noch vis, bedoeld om de lezer af te schrikken, te selecteren, lezers die niettemin doordringen zijn prinsen die Doornroosje wakker kussen.

Dan ben jij dus de bouwer.

Mmm. Het was wel geschreven in opdracht. We hadden een gesprek, en mijn gesprekspartner, mijn Ariadne, zei: als je dat nu eens opschrijft in je blogs.

Laat mij even de duider zijn. Ariadne, dat is de vrouw van die draad die de held Theseus hielp de terugweg te vinden nadat hij de Minotaurus verslagen had. Die draad, waarmee je elders suggereerde dat je wel moet weten in welke richting je hem moet volgen. Hij kan je evengoed naar het monster brengen als naar de buitenlucht. Nadat het monster is verslagen natuurlijk. En Ariadne wordt later geroofd door Dionysos. Je kunt er dus letterlijk verschillende kanten mee op, maar jij bent de held.

Nee, ik weet niet in welke positie ik verkeer... Ik drijf vooral op de intuïtie dat er twee motieven zijn die me helpen mijn leven en mijn wereld beter te begrijpen. Laat ik ze verwoorden in ketens. Keten A is gezicht, icoon, masker, dood lichaam, beeld, personage, theater. Keten B is labyrint, pyramide, monument, schrift.

Is de dood het gemeenschappelijke element?

Ja, maar wel de dood als voorwaarde voor het leven. Daar geloof ik heilig in, in dat religieuze motief.

Okee, één keten dus, met de 'dood' in het centrum. Zou je kunnen zeggen dat je met je cryptische verwoordingen zelf de dode speelt om het leven voor jezelf als mogelijkheid te garanderen, of minstens open te houden?

Tja. Dat zal wel meespelen. Maar cryptisch heeft ook te maken met sleutels en met bewakers.

Aha, ik hoor weer een van je favoriete verhalen, Vor dem Gesetz van Kafka. Natuurlijk zoals Derrida dat gebruikt in zijn lezing voor Lyotard. De man van het land besluit te wachten voor de wet, vanwege die intimiderende bewaker. Hij beslist het zelf, maar hij is ook 'préjugé', bevooroordeeld, bij voorbaat al veroordeeld en noem maar op.

Zou je dan kunnen zeggen dat ik met mijn verhaal besluit om maar te wachten, voor mijn opdracht, de opdracht van mijn Ariadne?

Je besluit wel heel snel dat jij die man van het land bent. Die man bevindt zich in het verhaal, en jij staat ervoor.

Of erna, erachter... het rouwgevecht is bijna af, zei die vriend. Ik kijk terug op mijn dode helden alsof zij de dode Minotaurus zijn, en ik ga af en toe nog even kijken of hij echt dood is, en af en toe hoor ik rare geluiden.

Typisch zo'n thema weer van Derrida, dat rouwgevecht dat bijna af is. En natuurlijk Heidegger. Zei die vriend niet ook dat Derrida hem niets bracht, doodlopende wegen? Dat zijn natuurlijk Heideggers befaamde Holzwege, chemins qui ne mènent à rien... wegen die de bouwers gebruiken om hun hout uit het bos te halen. Je bent aan het exploiteren, aan het bouwen.

Dan ben ik ook de ontsnapper, Daidalos de bouwer wordt gevangen gezet in zijn eigen labyrint en ontsnapt door vleugels te maken.

En hij verliest zijn zoon. Misschien is dat het gezicht van de dode? Ben je bang dat je je kind verliest, je werkelijke kind, of jezelf als kind, je jeugd die je nooit had omdat je al vroeg te serieus was?

Now we're talkin. Maar Daidalos ziet zijn zoon niet meer, die is waarschijnlijk in zee gevallen. Geen gezicht meer dat kan worden belicht.

Treurig verhaal, tearjerker. Je dwaalt rond in je eigen mythe, en past die aan zoals het je uitkomt.

Ja, dus eigenlijk een vrolijk verhaal. Ik word vooral vrolijk van dat ronddwalen, af en toe een licht op iets zetten, beetje horroreffect van bliksem, niet te lang stilstaan.

Je bent gewoon een decadente promeneur van de metropool. En de natuur is jouw park, met af en toe een dood rund op je pad zoals in de Oostvaardersplassen.

Hypocrite lecteur, — mon semblable, — mon frère!

Morgen zelfde tijd zelfde plaats?







Vergeet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dit is geen provocatie

Filosofen zijn er om ons uit te dagen. Het resultaat is wel vaak dat ze aan de kant staan van de goedkope uitdagers, de fascisten. Ze dagen ...