Dat we niet werkelijk onze omgeving onder controle hebben weten we eigenlijk wel. Hoewel het individualisme bij jongeren alleen maar schijnt toe te nemen, en daarbij hoort ook de idee dat jou niets ergs zal overkomen omdat je alles onder controle hebt. En niemand wil een loser zijn, dus dan ben je dat ook niet, per definitie.
Des te opmerkelijker was het dat gisteren in TivoliVredenburg niet alle (oudere) jongeren naar de uitreiking van de 3FM Award gingen maar ook een deel naar de lezing van sociologe en econome Saskia Sassen. En hoewel zij door Zihni Özdil werd aangevallen omdat ze het vertaalprobleem van haar boodschap voor de verworpenen der aarde zou onderschatten, hield zij fier stand. Zou er dan toch een opleving van een intellectueel discours met marxistische inspiratie aanstaande zijn? Een westerse lente?
Getuige van die verwachting was ook de retoriek van de folders, waarin de verworpenen worden opgeroepen de verloren ruimtes in de steden weer te hacken. Hacking zal voor de meeste toehoorders geen nostalgische bijklank hebben gehad, daarvoor waren ze te jong. Maar ook voor oudjes zoals ik is de nostalgie niet alleen maar verhelderend, omdat hacking destijds in Amsterdam toch vooral een mediagebeuren was. Nu ging het gesprek over economie, financiën en bezetting van de stedelijke ruimte.
Hoe komt het toch, luidde de Sennett-achtige vraag van Sassen (vrouw van Sennett), dat al die giga-corporaties blijven investeren in die steden zonder dat de middengroepen en lagere klassen daarvan profiteren, sterker nog: blijven lijden onder de gevolgen van de crisis en uit die ruimte en het sociale leven überhaupt worden verdreven? Haar antwoord was even opmerkelijk als simpel: die corporaties weten gewoon niet wat ze met hun geld aan moeten. Ongeloofwaardig? Niet voor wie Tegenlicht volgt en ziet hoe de kantoren worden gebouwd, afgebroken en elders herbouwd terwijl de werknemers hun werk thuis op de laptop doen.
Nu probeer ik voor mezelf dat discours te verwerken, en daarvoor is dit blogje onvoldoende. Maar laat ik eens een schematiserinkje wagen met drie denkrichtingen:
1. De dialectiek. De verdrijving van grote groepen uit de stedelijke ruimte creëert uitgeslotenen, een probleem en, zoals Marx dat zo mooi kon zeggen: in de vraag ligt het antwoord al besloten. Het hacken gaat dus onvermijdelijk gebeuren. Het enige dat we hoeven te doen is eraan werken, maar werken is potentieel bevrijdend, zeker als het in het teken van de opheffing van de vervreemding staat.
2. De nomadische oorlog. Dit model is van Nietzscheaanse inspiratie en domineert in Mille plateaux van Deleuze en Guattari. Staat en kapitaal organiseren de ruimte permanent op een gecontroleerde en hiërarchische wijze. Maar buiten die ruimtes bevinden zich de 'gladde oppervlakken' (woestijn, steppe, zee) waar de 'nomaden' zich ophouden, ook wel aangeduid als 'oorlogsmachines'. De oorlog is virtueel, maar wordt geactualiseerd wanneer de staat met de nomaden in aanraking komt. De stedelijke ruimte neemt binnen deze oorlog een geheel eigen plaats in. De stad is eerder glad dan 'gegroefd' en nooit te controleren vanuit het kapitaal. We maken dus gewoon een nieuwe versie mee van deze oorlog, niet een dialectisch verlopende ontwikkeling.
3. Achtervolging van spoken. Dit model is weer van marxistische inspiratie maar gedeconstrueerd door Derrida: 'Spectres de Marx'. Het kapitaal is niet zomaar te begrijpen naar het model van de staat, maar bestaat essentieel uit de bezwering van zichzelf en zijn tegenkrachten. Bezwering zoals je een spook bezweert, maar ook zoals je een spook in leven roept. In essentie gaat het om krachten die van binnenuit het kapitaal zelf worden opgewekt (zoals bij Marx) maar niet in productieve zin. De uitgeslotenen duiken voortdurend op in het centrum van dat kapitaal zelf (zoals bijvoorbeeld in het cynisme van de investeerders die niet weten wat ze met hun geld moeten doen). Het is dus hoogst twijfelachtig of de uitgeslotenen wel 'echt' bestaan, of ze 'echt' uitgesloten zijn, of dat het een fantasie is die ons in een nachtmerrie komt bezoeken, een fantasie die zomaar kan gaan woekeren. Zou het toeval zijn dat de kunstenaars hun hackfantasieën uitleven in de voormalige gevangenis op het Wolvenplein? Ongevaarlijk, zullen de investeerders denken. Maar je weet het niet zeker...
In al deze drie modellen zijn niet de stedelijke ruimtes de werkelijke inzet, maar een 'toekomstige' samenleving. Met andere woorden: we moeten, zoals kunstenaars dat doen, het utopische karakter van de filosofie beschermen om niet zelf aan cynisme ten onder te gaan.
vrijdag 10 april 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Beloofd en verteld - Overdenking op Prinsjesdag
Een prominent kenmerk van de (extreem-)rechtse wind is de samenzwering. Ze zijn altijd met zijn drieën en zweren samen tegen ook weer drieën...
-
Beste Coen, Meestal word ik getroffen door de gesprekken aan de ronde tafel naast de mijne, terwijl ik altijd aan de andere tafel ga zitten....
-
Zei ik luciditeit, in de vorige blogs van deze serie? Daar moet ik toch nog eens ernstig over nadenken. Luciditeit heeft iets met licht te m...
-
Het was me weer een sprint vandaag. Van Kwiatkowski verwacht je kracht gepaard aan slimheid en ervaring. Maar hij ging in het groepje met tw...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten